Zintuigen herhaling

Waarnemen
1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3,4

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Waarnemen

Slide 1 - Diapositive

Vormen alle zintuigen bij elkaar het zintuigstelsel?
A
Juist
B
onjuist

Slide 2 - Quiz

De zintuigen zitten in je
A
Organen
B
Oren, ogen, tong, neus
C
Oren, ogen, tong, neus, huid
D
In je hersenen

Slide 3 - Quiz

Wat maken zintuigcellen?
A
Zintuigen
B
Zenuwen
C
Impulsen
D
Spieren

Slide 4 - Quiz

Een impuls is?
A
Een elektrisch stroompje
B
Een berichtje uit je omgeving

Slide 5 - Quiz

Een prikkel is......?
A
Informatie uit je omgeving
B
Een zintuig
C
Een impuls
D
Een signaal

Slide 6 - Quiz

Het orgaan de huid heeft meerdere zintuigen.
Welke zintuig van de huid is NIET goed gekoppeld aan zijn prikkel?
A
Warmte zintuigen - hoge temperatuur
B
Koude zintuigen - lage temperatuur
C
Tastzintuigen - hoe smaakt een voorwerp
D
Pijnzintuig - pijn

Slide 7 - Quiz

De zwakste prikkel die een impuls veroorzaakt heet de ...
A
Adequate prikkel
B
Gewenning
C
Drempelwaarde
D
Zintuig

Slide 8 - Quiz

Wat betekent gewenning?
A
De minimale sterkte die een prikkel moet hebben.
B
Prikkels die niet meer worden omgezet in impulsen.
C
Prikkels die behoren tot 1 specifiek zintuig

Slide 9 - Quiz

Wat is een adequate prikkel
A
De prikkel waar een zintuig gevoelig voor is
B
De kleinste prikkel die een zintuig kan waarnemen
C
Een prikkel waar het zintuig ongevoelig voor is
D
Een signaal dat via de zenuwen naar de hersenen gaat

Slide 10 - Quiz

Als een voetballer een bal tegen zijn oog aankrijgt ontstaan er impulsen in je ogen. Je kan dan "sterretjes" zien.
Is de druk van de bal voor je ogen een adequate of niet-adequate prikkel?
A
Adequate prikkel
B
Niet-adequate prikkel

Slide 11 - Quiz

Schuif naar 
de juiste plek
Hersenen
Ruggenmerg
Centrale zenuwstelsel
Zenuwstelsel
Zenuwen

Slide 12 - Question de remorquage

Het verschil tussen zintuigen en prikkels.  
Zintuigen
Prikkels
Ogen: Lichtzintuig
Oren: gehoorzintuig
Neus: Reukzintuig
Tong: Smaakzintuig
Huid: warmtezintuig
Muziek luisteren
Appeltaart ruiken
Vuurwerk kijken
Een klap voelen
Snoep proeven

Slide 13 - Question de remorquage

Het orgaan de huid heeft meerdere zintuigen.
Welke zintuig van de huid is NIET goed gekoppeld aan zijn prikkel?
A
Warmte zintuigen - hoge temperatuur
B
Koude zintuigen - lage temperatuur
C
Tastzintuigen - hoe smaakt een voorwerp
D
Pijnzintuig - pijn

Slide 14 - Quiz

Waar ligt het zintuig van het oor?
A
Trommelvlies
B
Hamer
C
Gehoorgang
D
Slakkenhuis

Slide 15 - Quiz

Je voelt kou en warmte met dezelfde zintuigen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quiz

In welke laag van de huid liggen de zintuigen van de huid?
A
Alleen in de opperhuid.
B
Alleen in de lederhuid.
C
In de opperhuid en in de lederhuid.
D
Alleen in het onderhuids bindweefsel.

Slide 17 - Quiz

Wanneer stuurt een zintuig impulsen naar de hersenen?
A
via de zenuwen
B
een elektisch signaal
C
als het zintuig een prikkel opvangt
D
als een zintuig de adequate prikkel opvangt

Slide 18 - Quiz

Met welke zintuigcel zie je kleuren?
En waar liggen deze zintuigcellen?
A
Kegeltjes - In het hoornvlies
B
Kegeltjes - In het netvlies
C
Staafjes - In het hoornvlies
D
Staafjes - In het netvlies

Slide 19 - Quiz

Hoe noemen we de prikkel die specifiek is voor dat bepaalde zintuig?
A
prikkel
B
adequate prikkel
C
specifieke prikkel
D
impuls

Slide 20 - Quiz


Welk zintuig van de huid ligt dieper in de huid?
A
Pijnpunten
B
Drukzintuigen
C
Koudezintuigen
D
Tastzintuigen

Slide 21 - Quiz

Lagen van de huid
Opperhuid
lederhuid
Onderhuids bindweefsel

Slide 22 - Question de remorquage

In welke laag van de huid vind je de zweetklieren?
A
Opperhuid
B
Lederhuid
C
Onderhuids bindweefsel
D
Kiemlaag

Slide 23 - Quiz

Met welk nummer is een tastknopje aangegeven?
(klik op de afbeelding om hem groter te maken)

Slide 24 - Question ouverte

Zweetklieren maken zweet. Wat is de functie van zweet?
A
Nat houden van de huid
B
Soepel houden van de huid
C
Afkoeling van de huid
D
Heel veel zweten

Slide 25 - Quiz

Wat is eelt?
A
De hoornlaag die steeds dikker wordt
B
De kiemlaag die steeds dikker wordt
C
De lederhuid die steeds dikker wordt

Slide 26 - Quiz

Talgklier
Talg
Zweetklier
Zweet
Maakt talg
Vettige stof
Maakt de huid soepel
Koelt lichaam
Maakt zweet

Slide 27 - Question de remorquage

Is geluid een prikkel voor je oren?
A
Ja
B
Nee

Slide 28 - Quiz

Bij welke geluidssterkte beschadigen je oren direct
A
20 dB
B
90 dB
C
110 dB
D
140 dB

Slide 29 - Quiz

Wat zit er in het slakkenhuis?
A
De gehoorbeentjes
B
De oorsmeerklieren
C
Zintuigcellen met haartjes
D
De gehoorzenuw

Slide 30 - Quiz

De buis van Eustachius verbindt
A
De trommelholte met het middenoor
B
De oorschelp met de keelholte
C
Het slakkenhuis met de trommelholte
D
De trommelholte met de keelholte

Slide 31 - Quiz

In een oor kunnen geluidstrillingen door onder andere de gehoorbeentjes, de gehoorgang en het trommelvlies gaan.
Wat is de juiste volgorde van deze delen, van buiten het oor naar binnen?
A
Gehoorbeentjes – gehoorgang – trommelvlies
B
Gehoorgang – gehoorbeentjes – trommelvlies
C
Gehoorgang – trommelvlies – gehoorbeentjes
D
Trommelvlies – gehoorgang – gehoorbeentjes

Slide 32 - Quiz

Bibi heeft blauwe ogen.
Welk onderdeel van de ogen zorgt ervoor dat Bibi blauwe ogen heeft?

A
De iris
B
De pupil
C
Het harde oogvlies
D
Het hoornvlies

Slide 33 - Quiz

De oogspieren zitten vast aan het harde oogvlies
A
Juist
B
Onjuist

Slide 34 - Quiz

Voert traanvocht af
Houdt zweet tegen
Verdeelt vocht over ogen
Produceert traanvocht
Houdt licht en stofdeeltjes tegen

Slide 35 - Question de remorquage

Wat is een adequate prikkel voor je ogen?
A
Geluid
B
Licht
C
Druk
D
Aanraking

Slide 36 - Quiz

Aan de slag
Leren voor het tentamen
Maak de Test Jezelfs

Slide 37 - Diapositive