Les 31 fictie-non-fictie-realistisch-fantasie

FICTIE
Les 31
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

Éléments de cette leçon

FICTIE
Les 31

Slide 1 - Diapositive

Dit leer je deze les

  • Het verschil tussen fictie en non-fictie
  • Het verschil tussen realistische en niet-realistische fictie 

Slide 2 - Diapositive

Fictie en non-fictie
Fictie: verhalen die verzonnen zijn

Non-fictie: verhalen die niet verzonnen zijn

Slide 3 - Diapositive

Fictie
Non-fictie
Gaat over fantasie.
Gaat over de werkelijkheid.

Slide 4 - Question de remorquage

Fictie
Non-fictie
Gaat over verzinsels.
Gaat over de realiteit.

Slide 5 - Question de remorquage


A
fictie
B
non-fictie

Slide 6 - Quiz


A
fictie
B
non fictie

Slide 7 - Quiz


A
fictie
B
non fictie

Slide 8 - Quiz

Je gaat nu een boektrailer zien

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Waarvan is het boek uit de boektrailer een voorbeeld?
A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 11 - Quiz

Je gaat wederom een boektrailer zien

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

Waarvan is het boek uit de boektrailer een voorbeeld?
A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 14 - Quiz

realistische en niet-realistische fictie
Realistische fictie: verzonnen verhalen die in het echt zouden kunnen gebeuren

Niet-realistische fictie: verzonnen verhalen die in het echt niet zouden kunnen gebeuren 

Slide 15 - Diapositive

Niet-realistisch
Realistisch

Slide 16 - Diapositive

realistisch verhaal
niet-realistisch verhaal

Slide 17 - Question de remorquage

Je gaat nu een boektrailer zien

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Vidéo

Waarvan is het boek uit de boektrailer een voorbeeld?
A
Niet-realistisch verhaal
B
Realistisch verhaal

Slide 20 - Quiz

Je gaat wederom een boektrailer zien

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Vidéo

Waarvan is het boek uit de boektrailer een voorbeeld?
A
Niet-realistisch verhaal
B
Realistisch verhaal

Slide 23 - Quiz

Ik lees het liefst verhalen die:
A
Realistisch zijn
B
Niet-realistisch zijn

Slide 24 - Quiz