Week 3

English
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, mavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

English

Slide 1 - Diapositive

To Do:

  • Lesson 1: Chapter 1D
  • Lesson 2: Chapter 1E
  • Lesson 3: Chapter 1F

Slide 2 - Diapositive

Aims
- Je kent de Theme Words: family and relatives.
- Je kunt jezelf voorstellen en reageren als iemand anders zich voorstelt.
- Je weet hoe de present simple werkt en hoe je deze moet gebruiken.
- Je kunt mensen begrijpen als ze rustig met elkaar praten.

Slide 3 - Diapositive

Lesson 1

Slide 4 - Diapositive

Check Answers: Reading
Exercises 18-19-20-21-22

Slide 5 - Diapositive

1D: Speaking & Stones
  • Stone 1 on p. 48: Introducing yourself and others
  • Theme Words: Family and relatives


Slide 6 - Diapositive

Exercises
  • Do the following exercises:
24b: werk in tweetallen. Bepaal wie Frank en Sam is. Vul woorden uit de Stones in. Lees het gesprek voor.
25: werk in tweetallen. Bepaal wie Mitch en Robin is. Lees de profielen op p. 50 door. Stel jezelf voor als Mitch of Robin, gebruik de informatie uit de profielen op p. 50.
26: werk in tweetallen. Bepaal wie je wilt zijn en stel je voor als die persoon m.b.v. de informatie uit het schema.


Slide 7 - Diapositive

Pronunciation
  • The alphabet
  • Exercise 27

Slide 8 - Diapositive

Recap
  • Ken je de betekenis van de Theme Words: family and relatives?
  • Kun je jezelf en anderen voorstellen in het Engels?
  • Kun je woorden spellen in het Engels?

Slide 9 - Diapositive

Homework
  • Finish exercise 27.
  • Study the Theme Words on p. 49
  • Study Stone 1 on p. 48
  • Practise spelling words in English.


Slide 10 - Diapositive

Lesson 2

Slide 11 - Diapositive

Can you spell ...... ?
  • cousin
  • married
  • nephew
  • twins
  • youngest 

Slide 12 - Diapositive

1E: Writing & Grammar
29: lees en luister naar de tekst. De groene en rode woorden zijn werkwoorden (verbs) in de tegenwoordige tijd (present simple).


Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Lesson 3

Slide 15 - Diapositive

Present Simple
- feiten                                                 Amsterdam is the capital of The Netherlands.
- gewoonten                                      I play football every Friday.
- iets wat regelmatig gebeurt   He always falls asleep in class.

SHIT-regel:
Bij he / she /it komt er een  's' achter het werkwoord. > he falls
! soms komt er 'es' achter: goes/ does/ watches




Slide 16 - Diapositive

Present Simple
Werkwoord: a/e/i/o/u + y
I
play
you
play
he/she/it
plays
we
play
they
play
Werkwoord: -y
I
try
you
try
he/she/it
tries
we
try
they
try

Slide 17 - Diapositive

Check Present Simple
Choose the correct form of the verb.

1 She talk / talks a lot about soccer.
2 We see / sees our friends every Friday.
3 Our dog love / loves to sleep all day.
4 They dance / dances at the same school.
5 I feel / feels a little sick.
6 Puck often bake / bakes cookies in the weekend.


Slide 18 - Diapositive

Check Present Simple
Zet het werkwoord (tussen haakjes) in de Present Simple.

1. I ___________ (to live) in The Netherlands.
2. Thomas _____________ (to like) reading.
3.  We always _____________ (to walk) to school.
4. Maria ________________ (to want) to be a teacher.
5. My parents ____________ (to have) three children.

Slide 19 - Diapositive

Exercises 30-32 on p. 54/55
30a: omcirkel het correcte woord in de e-mail.
30b: bekijk de afbeeldingen. Maak 6 zinnen in de Present Simple. Gebruik de aanwijzingen tussen de haakjes.
31: lees de fact file over Cecilia. Ze wil zichzelf voorstellen en andere mensen vinden die van vechtsport houden. Maak haar bericht af met minimaal 4 zinnen.
32: Reageer op Cecilia's bericht. Stel jezelf voor en schrijf op wat jij van vechtsporten (martial arts) vindt. 

Klaar?: Slim Stampen (online) of Quizzes (Grammar)

Slide 20 - Diapositive

Recap
  • Wanneer gebruik je de Present Simple?
  • Hoe maak je de Present Simple?
  • Kun je de Present Simple gebruiken in korte zinnen?

Slide 21 - Diapositive

Homework
  • Finish exercises 30-32 on p. 54-55
  • Study the Theme Words on p.49
  • Study Stone 1 on p. 48

Slide 22 - Diapositive

1F: Listening
Preparing for listening: 
- Wat weet je al over het onderwerp? 
- Door voorkennis te activeren wordt het luisteren makkelijker.

Exercise 36b: werk samen met een klasgenoot. Vertel elkaar over een (vakantie) vriend of vriendin. 
timer
2:00

Slide 23 - Diapositive

1F: Listening
Exercise 37a + b: lees de opdracht door. Wat moet je doen?
Exercise 38: lees de opdracht door. Wat moet je doen?

Finish exercise 38-39 on p. 59

Slide 24 - Diapositive

Countries & Cultures

Slide 25 - Diapositive

United Kingdom

Slide 26 - Carte mentale

Exercise 34: UK Countries
Work in groups of two or three.
– Choose one of the four countries in the United Kingdom.
– Make a poster about one of these topics: nature – culture – cities

Find more information and pictures on the Internet.
Bring your poster to class next week.


Slide 27 - Diapositive

Homework
Exercise 34: Make a poster about one of the four countries in the United Kingdom. Bring your poster (A4) to class next week.

Slide 28 - Diapositive