H5 Thema 3 Oriëntatie + B1

Thema 3 Vertering

B1 
Voedingsstoffen
1 / 43
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 43 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Thema 3 Vertering

B1 
Voedingsstoffen

Slide 1 - Diapositive

Lesprogramma les 1
  • Leerdoelen Oriëntatie (2 minuten)
  • Voorkennisfilmpje klassikaal doornemen (7 minuten)
  • Zelfstandig voorkennistoets maken (max. 5 minuten)
  • Oriëntatie 'Eten tegen ADHD' lezen (5 minuten)
  • Opdracht 1 t/m 5 maken (max. 10 minuten)

Laat LessonUp openstaan, want we gaan straks door met B1...

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen Oriëntatie

1 Je kunt de functies van voedingsstoffen en voedingsvezel in voedingsmiddelen noemen.
  
2 Je kunt de zes groepen voedingsstoffen noemen met hun functies en kenmerken.

3 Je kunt de functie van vertering, verteringssappen en enzymen beschrijven.

4 Je kunt de functies en kenmerken van de delen van het verteringsstelsel noemen.

5 Je kunt de verteringssappen noemen met hun functies.

Slide 3 - Diapositive

Oriëntatie
  • We nemen samen het voorkennisfilmpje door 

  • Maak nu individueel de voorkennistoets digitaal


Klaar?
  • Oriëntatie 'Eten tegen ADHD' doorlezen

  • Individueel of in duo's de bijbehorende opdrachten digitaal maken 
timer
10:00

Slide 4 - Diapositive

Lesprogramma les 2
  • Leerdoelen  B1 (2 minuten)

  • Uitleg B1 Voeding, eiwitten, koolhydraten en vetten (10 minuten)
  • Zelfstandig opdracht 1 t/m 4maken (max. 5 minuten)
Uitleg B1 Water, mineralen en vitamines (10 minuten)
  • Maak opdracht 5 t/m 12 (10 minuten)
  • Lesafsluiter B1 (5 minuten)
  • Oefen de Flitskaarten en maak Test Jezelf

Eerder klaar? 
Context Leefwereld 'Pluspunten voor jouw eten?'

Slide 5 - Diapositive

Leerdoel B1

10.1.1 Je kunt de kenmerken en functies moemen van zes groepen voedingsstoffen en van voedingsvezel

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Functies van voedingsstoffen
Bouwstoffen zorgen voor groei, ontwikkeling en herstel.
Met behulp van bouwstoffen kan je lichaam nieuwe cellen en weefsels maken

Brandstoffen gebruik je om energie van te krijgen. 
Jouw lichaam verbrandt deze stoffen, zodat je kunt bewegen of leren  en om je lichaamstemperatuur op peil te houden.

Slide 8 - Diapositive

Reservestoffen en beschermende stoffen

Reservestoffen worden opgeslagen in jouw lichaam totdat deze het nodig heeft. 

Beschermende stoffen zorgen ervoor dat je lichaam gezond blijft. 

Slide 9 - Diapositive

Alle voedingsstoffen op een rij
  • Vetten (complexe moleculen)
  • Eiwitten (complexe moleculen)
  • Koolhydraten (complexe moleculen)
  • Water (simpel, direct op te nemen)
  • Mineralen (simpele bouw, direct op te nemen)
  • Vitamines (simpele bouw, direct op te nemen.

*Voedingsvezel --> nodig ter bevordering darmperistaltiek/darmwerking

Slide 10 - Diapositive



   wat                       waarin?

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Eiwitten/proteïnen
  • Bouwstoffen cytoplasma, membranen, cytoskelet
  • Reguleren transport van stoffen, overbrengen signalen
  • Dissimilatie van aminozuren die niet worden gebruikt geeft ureum
  • Pyrodruivenzuur (koolstofverbinding) voor glycolyse, eiwit dient dan als brandstof want je kunt eiwitten niet opslaan

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Lien

Slide 16 - Diapositive

Koolhydraten (sachariden)
  • Mono-, di-, en polysachariden

  • Brandstof (1g koolhydraat = 17kJ)

  • Gebruikt onder andere als bouwstof in DNA, RNA en in celmembranen

Slide 17 - Diapositive

Voedingsvezels 
  • Verzamelnaam voor plantaardige stoffen die je lichaam niet kan verteren

  • Vezels behoren tot de koolhydraten, afkomstig uit de celwanden van planten

  • Zorgen voor een verzadigd gevoel (dat je genoeg gegeten hebt)

  • Belangrijk voor een goede darmwerking om bijvoorbeeld geen verstoppingen te krijgen

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Lien

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Vetten/lipiden
  • Enkele onverzadigde vetzuren zijn essentiel, dus via voedsel
  • Brandstof (1g vet = 38kJ)
  • Reserve-energiebron onder huid (warmte-isolerend) en rond organen
  • Bouwstof, fosfolipiden bijvoorbeeld
  • Sommige vitaminen oplosbaar in vet (A,D,E, K), alleen via vet krijg je ze binnen
  • cholesterol (meeste gemaakt door lever) voor celmembranen, productie hormonen, gal en Vit.D

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Lien

Maak opdracht 1 t/m 4

Slide 24 - Diapositive

Waterbalans

Slide 25 - Diapositive

Water
  • volwassen mens 60% water

  • als transportmiddel (groot bestanddeel van bloedplasma en cel)

  • zweten helpt regeling lichaamstemperatuur

  • bepaalt mede de osmotische waarde van intern milieu

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Lien

Slide 29 - Diapositive

Vitaminen
  • Organische stoffen die nodig zijn voor processen
  • Aangegeven met een letter
  • Vitamine B is verzamelnaam
  • Vitamine K gemaakt door bacterien in dikke darm
  • Bij tekort: gebreksziekten 
  • Provitaminen : hier kan je lichaam vitamine uit maken
       bijvoorbeeld beta-caroteen -> vitamine A (opgeslagen in lever)
  • Vitamine B en C oplosbaar in water, lichaam kan dit niet opslaan
  • Teveel vitaminen kunnen je ook ziek maken

Zie ook Tabel 1 (blz. 145) over kenmerken van enkele vitaminen in je boek!

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Lien

Maak opdracht 5 t/m 12
Klaar?

Check of je de leerdoelen hebt gehaald met de flitskaarten en Test Jezelf

Klaar?
Lees de context 'Pluspunten voor jouw eten' en maak de 
opdrachten 13 t/m 16



Slide 32 - Diapositive

Welke van onderstaande aminozuren is essentieel?
A
Glycine
B
Alanine
C
Valine
D
Serine

Slide 33 - Quiz

Welk soort eiwitten zorgt voor het overbrengen van signalen van de ene naar de andere cel?
A
Transporteiwitten
B
Hormonen
C
Receptoren
D
Enzymen

Slide 34 - Quiz

Welk soort eiwitten zorgt voor het vervoeren van stoffen door het celmembraan?
A
Transporteiwitten
B
Hormonen
C
Receptoren
D
Enzymen

Slide 35 - Quiz

Welk soort eiwitten zijn katalysator bij chemische omzettingen?
A
Transporteiwitten
B
Hormonen
C
Receptoren
D
Enzymen

Slide 36 - Quiz

De synthese van eiwitmoleculen vindt plaats in de
A
Celkern
B
Mitochondriën
C
Ribosomen
D
Lysosomen

Slide 37 - Quiz

Mocht je de theorie over enzymen niet meer kennen...

Twee korte presentaties over enzymen

Slide 38 - Diapositive

Slide 39 - Lien

Slide 40 - Lien

Lesafsluiter B1
10.1.1 Je kunt de kenmerken en functies moemen van zes groepen voedingsstoffen en van voedingsvezel

Slide 41 - Diapositive

Slide 42 - Lien

0

Slide 43 - Vidéo