Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
Éléments de cette leçon
Programma
tekstvormen
tekstsoorten
tekstdoelen
Werkfase: formatieve toets
Slide 1 - Diapositive
Leerdoelen
Aan het einde van de les kun je het verschil uitleggen tussen
tekstvormen, tekstsoorten en tekstdoelen
Slide 2 - Diapositive
Wat zijn voorbeelden van tekstvormen?
Tekstvormen: Dit gaat over hoe een tekst eruitziet of wordt gepresenteerd. Denk aan dingen zoals brieven, e-mails, artikelen, gedichten, of video's - dit heeft te maken met de fysieke verschijning van de tekst.
Slide 3 - Diapositive
Wat zijn voorbeelden van tekstsoorten?
Er zijn verschillende tekstsoorten: Informerende/uiteenzettende tekst, activerende tekst, betogende tekst, beschouwende tekst, amuserende tekst.
Slide 4 - Diapositive
Wat zijn voorbeelden van schrijfdoelen?
Dit is waarom de schrijver de tekst maakt. Wat wil de schrijver dat jij doet of begrijpt na het lezen van de tekst? Het doel kan zijn om je te informeren, je te overtuigen, amuseren, beschouwen, activeren.
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Tekstvormen
Nieuwsberichten
Handleidingen
Studieboeken
Advertenties
Betogen
Recensies
Gedichten
Slide 7 - Diapositive
Tekstsoorten
Informatieve teksten
Activerende teksten
Betogende teksten
Beschouwende teksten
Amuserende teksten
Slide 8 - Diapositive
Schrijfdoelen
Informeren
Activeren
Overtuigen
Beschouwen
Amuseren
Slide 9 - Diapositive
Definitielijst
Tekstvormen: Dit zijn de verschillende vormen die een tekst kan aannemen, zoals een nieuwsbericht, handleiding, studieboek, enz.
Tekstsoorten: Dit zijn de verschillende soorten teksten op basis van hun doel, zoals informatieve, activerende, betogende, beschouwende, amuserende teksten.
Schrijfdoelen: Dit zijn de doelen die een schrijver heeft bij het schrijven van een tekst, zoals informeren, activeren, overtuigen, beschouwen, amuseren.
Slide 10 - Diapositive
Werkfase
Maak de formatieve toets 'Tekstsoorten'
Probeer het eerst zonder boek
Kom je er niet uit? Pak je boek, p. 58-59.
Geef antwoord in hele zinnen.
Tijd: 25 minuten.
Ben je klaar? Geef je antwoorden aan een ander en kijk diens werk na.
timer
25:00
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Vidéo
Wat is het schrijfdoel van amuserende teksten?
A
Amuseren
B
Overtuigen
C
Informeren
D
Activeren
Slide 13 - Quiz
Informeren
Activeren
Amuseren
Slide 14 - Question de remorquage
Wat is een voorbeeld van een tekstsoort die tot doel heeft om te overtuigen?
A
Beschouwende teksten
B
Informatieve teksten
C
Activerende teksten
D
Betogende teksten
Slide 15 - Quiz
Amuseren
Activeren
Overtuigen
Informeren
Opiniëren
Slide 16 - Question de remorquage
timer
1:00
Amuseren
activeren
Overtuigen
je vermaken
Proberen iemand iets te laten doen of juist niet
Slide 17 - Question de remorquage
De schrijver wil je vermaken. DOEL?
A
overtuigen
B
activeren
C
informeren
D
amuseren
Slide 18 - Quiz
De schrijver wil dat je iets te weten komt. DOEL?
A
informeren
B
overtuigen
C
activeren
D
amuseren
Slide 19 - Quiz
De schrijver wil dat je iets wel of niet gaat doen. DOEL?
A
activeren
B
amuseren
C
informeren
D
overtuigen
Slide 20 - Quiz
Wat is het verschil tussen tekstvormen, tekstsoorten en tekstdoelen?