Prinsjesdag: Een Koninklijke Traditie

Prinsjesdag: Een Koninklijke Traditie

Leerdoel

Aan het einde van de les weet je waarom en wanneer Prinsjesdag plaatsvindt en wat er allemaal gebeurt.

Wat weet je al over Prinsjesdag?

Wat is Prinsjesdag?

Prinsjesdag is de dag waarop de Nederlandse regering haar plannen voor het komende jaar presenteert.

Wanneer is Prinsjesdag?

Prinsjesdag vindt plaats op de derde dinsdag van september.

De Gouden Koets

Tijdens Prinsjesdag maakt het Koninklijk paar een rijtoer in de Gouden Koets.

De Troonrede

De Koning leest tijdens Prinsjesdag de Troonrede voor, waarin de regeringsplannen worden gepresenteerd.

De Miljoenennota

Na het voorlezen van de Troonrede wordt de Miljoenennota gepresenteerd, waarin de financiële plannen staan.

Wat wordt er tijdens Prinsjesdag voorgelezen?

1. Een sprookje.
2. Een toespraak van de minister-president.
3. Een gedicht.
4. De Troonrede.

Wanneer is Prinsjesdag?

1. Op een willekeurige dinsdag in september.
2. Op de derde dinsdag van september.
3. Op de laatste dinsdag van september.
4. Op de eerste dinsdag van oktober.

Wat is Prinsjesdag?

1. De dag waarop de Nederlandse regering haar plannen voor het komende jaar presenteert.
2. Een dag waarop de Nederlandse regering wordt ontbonden.
3. Een dag waarop de Koning wordt gekroond.
4. Een nationale feestdag in Nederland.

Praktische Opdracht

Schrijf een korte speech waarin je jouw eigen plannen voor Nederland presenteert, alsof je de Troonrede voorleest.

Samenvatting

Je hebt nu geleerd waarom en wanneer Prinsjesdag plaatsvindt en wat er tijdens Prinsjesdag gebeurt.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.