1.12ovchip

De OV-chipkaart
Met de OV-chipkaart betaal ik voor de trein, metro, tram of bus.

1 / 48
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Middelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 2

Cette leçon contient 48 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

Éléments de cette leçon

De OV-chipkaart
Met de OV-chipkaart betaal ik voor de trein, metro, tram of bus.

Slide 1 - Diapositive

woorden bij de les:

de bus                           de bushalte

de tram                         de tramhalte

de ov-chipkaart           zwart rijden - de boete

Slide 2 - Diapositive

ov chipkaart
inchecken 

Slide 3 - Diapositive

De trein
Ik ga met de trein naar Amsterdam.

Slide 4 - Diapositive

De OV-chipkaart
Met de OV-chipkaart betaal ik voor de trein.

Slide 5 - Diapositive

inchecken
Ik check in. Zo betaal ik voor mijn treinreis.

Slide 6 - Diapositive

De poortjes
Ik check in bij de poortjes. 

Slide 7 - Diapositive

De conducteur
De conducteur is de baas in de trein. 

Slide 8 - Diapositive

controleren
De conducteur controleert mijn OV-chipkaart.

Slide 9 - Diapositive

opladen - geld op de OV-chipkaart zetten.


inchecken - dan mag je gaan reizen.

Slide 10 - Diapositive

opladen -   de spits                            het spoor



                      overstappen                                    openbaar         
                                                                                     vervoer

Slide 11 - Diapositive

Zijn er in jouw woonplaats trams?
En zijn er bussen?

Betaal je met een ov-chipkaart of met je pinpas?

Hoe weet je welke bus of tram je moet nemen?
En bij welke halte je moet uitstappen?
Praat met je buurman/buurvrouw

Slide 12 - Diapositive

Vraag??

Waarvoor staat de afkorting 
OV in de OV-chipkaart?

Slide 13 - Diapositive

Vul een formulier in.
Je ov-chipkaart is kapot
Je wilt een vervangende kaart en daarvoor moet je een formulier invullen.

Bedenk zelf de  gegevens.

Slide 14 - Diapositive

Ga naar 9292.nl
Je gaat reizen met de trein.
Je stapt in op station Rotterdam CS en 
stapt uit in Maastricht Centraal

Datum: 7-2 -2024
Vertrektijd: 12.05 uur

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Op welk station moet je overstappen?
Utrecht, van spoor 11 naar spoor 15
Utrecht op hetzelfde spoor
Je hoeft niet over te stappen.

Slide 18 - Sondage

Hoeveel minuten heb je om over te stappen?

Slide 19 - Question ouverte

Hoe laat kom je aan in Maastricht?
En op welk spoor?
A
15.00 uur spoor 15
B
15.00 uur spoor 1
C
13.03 uur spoor 1

Slide 20 - Quiz

Op welk spoor kom je aan in Utrecht?
A
11
B
15

Slide 21 - Quiz

Hoe lang doe je over de hele reis?
A
1 uur & 55 minuten
B
2 uur & 03 minuten
C
2 uur & 16 minuten
D
2 uur & 55 minuten

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Diapositive

Wat kost deze enkele reis?
A
€29,20
B
€29,30
C
€29,40
D
€29,50

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Vidéo

Slide 26 - Lien

Slide 27 - Question de remorquage

de trein
De poortjes
De conducteur
Inchecken
controleren
De trein
OV-chipkaart

Slide 28 - Question de remorquage

De poortjes
controleren
Inchecken
de conducteur
de OV-chipkaart
de trein

Slide 29 - Question de remorquage


A
controleren
B
inchecken
C
de poortjes
D
de trein

Slide 30 - Quiz


A
de conducteur
B
inchecken
C
de poortjes
D
de trein

Slide 31 - Quiz


A
de conducteur
B
inchecken
C
de poortjes
D
de trein

Slide 32 - Quiz


A
OV-chipkaart
B
inchecken
C
de poortjes
D
de trein

Slide 33 - Quiz


A
OV-chipkaart
B
inchecken
C
de poortjes
D
de trein

Slide 34 - Quiz


A
OV-chipkaart
B
inchecken
C
de poortjes
D
de trein

Slide 35 - Quiz

Kijk naar het filmpje
en maak de vragen.

Slide 36 - Diapositive

8

Slide 37 - Vidéo

00:08
De NS is
A
Nieuw Spoor
B
Nederlandse Spoorwegen
C
Nederlands Spoor

Slide 38 - Quiz

00:16
Het ging grandioos fout =
A
Het ging goed
B
Het ging heel erg fout
C
Het ging een beetje fout
D
Het ging niet fout

Slide 39 - Quiz

00:31
Mevrouw Veldmeier werd de trein uitgezet =
A
De conducteur zegt: je mag niet mee. Je moet uitstappen.
B
De conducteur zegt: je moet mee, je moet instappen.

Slide 40 - Quiz

00:34
Waar wil mevrouw Veldmeier naartoe?
A
Station Amsterdam
B
Station Utrecht
C
Station Zwolle
D
Station Kampen

Slide 41 - Quiz

00:41
Hoe heet de kaart?
Je moet met de kaart de treinreis betalen.
A
OV-chipkaart
B
treinkaart
C
reiskaart

Slide 42 - Quiz

00:51
Mevrouw Veldmeier zegt:
"Ik was op het station.
Ik ben door het poortje gelopen. " Wat heeft mevrouw Veldmeier niet gedaan?

Slide 43 - Question ouverte

01:05
Mevrouw Veldmeier moet de trein uit. Mevrouw Veldmeier zegt: "De meneer heeft tegen mij gezegd: u gaat er nu uit.'
Van wie moest mevrouw Veldmeier de trein uitstappen?

Slide 44 - Question ouverte

01:16
Hoe oud is mevrouw Veldmeier?

Slide 45 - Question ouverte

Slide 46 - Vidéo

tot slot
Wat heb JIJ geleerd in deze les?

Slide 47 - Diapositive

Mevrouw Veldmeier is oud. Ze kon haar OV-chipkaar niet inchecken.
Ze moest van de conducteur uitstappen.
Wat vind je daarvan?

Slide 48 - Sondage