3GR week 37

3GR week 37
1. Het verhaal van Theseus
2. Herhaling naamvallen 
3. Uitleg nieuwe naamvallen 
4. Tekst 6A 

Lesdoelen: je kunt van alle vier naamvallen de functie uitleggen.
Je kunt de genitief herkennen en vertalen.
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

3GR week 37
1. Het verhaal van Theseus
2. Herhaling naamvallen 
3. Uitleg nieuwe naamvallen 
4. Tekst 6A 

Lesdoelen: je kunt van alle vier naamvallen de functie uitleggen.
Je kunt de genitief herkennen en vertalen.

Slide 1 - Diapositive

Theseus
  • Wat is de bedoeling van de orakelspreuk? 
  • Waarom bleef Pittheus de beker van Aigeus steeds bijvullen?
  • Waarom naderde Theseus het paleis van Aigeus heel voorzichtig? 
  • Wat wordt bedoeld met 'Medea begreep dat het spel uit was'?
  • Waarom was Minos uit op oorlog met de Atheners? 
  • Leg uit waarom de Atheners iedere 9 jaar kinderen moesten offeren. 

Slide 2 - Diapositive

Nieuwe naamvallen 
Wat doen de nominatief en accusatief? 
Genitief en datief: wat doen die ook alweer in het Latijn? 

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

  De Genitivus
De genitivus is de derde naamval.

Vormen:
nom. ev.       ἡ μαχη              ἡ χωρα               ὁ δεσποτης                   ὁ δουλος           το θηριον           
gen. ev.         της  μαχης       της  χωρας        του δεσποτου              του δουλου      του θηριου

nom mv.        αἱ μαχαι          αἱ χωραι             οἱ δεσποται                  οἱ δουλοι           τα θηρια
gen. mv.        των μαχων      των χωρων       των δεσποτων            των δουλων      των θηριων

Slide 5 - Diapositive

    De Genitief
Gebruik van de genitief:

1.  aangeven van de bezitter: ὁ του δεσποτου δουλος   -  de slaaf van de meester


 

Slide 6 - Diapositive

    De Genitief
Gebruik van de genitief:

1.  aangeven van de bezitter: ὁ του δεσποτου δουλος   -  de slaaf van de meester

2. als aanvulling bij een werkwoord of bijvoeglijk naamwoord. Achter het woord staat dan in de
     woordenlijst (+ gen.)    voorbeeld: ἐπιθυμεω (+ gen.)     verlangen naar
     ὁ Ἡρακλης της καλης  ζωνης  ἐπιθυμεῑ.     Herakles verlangt naar de mooie gordel.

 

Slide 7 - Diapositive

    De Genitief
Gebruik van de genitief:

1.  aangeven van de bezitter: ὁ του δεσποτου δουλος   -  de slaaf van de meester

2. als aanvulling bij een werkwoord of bijvoeglijk naamwoord. Achter het woord staat dan in de
     woordenlijst (+ gen.)    voorbeeld: ἐπιθυμεω (+ gen.)     verlangen naar
     ὁ Ἡρακλης της καλης  ζωνης  ἐπιθυμεῑ.     Herakles verlangt naar de mooie gordel.

 3. na sommige voorzetsels. Sommige voorzetsels hebben altijd een genitivus bij zich.
     ἐκ + gen. = uit ἐκ της οἰκιας = uit het huis

Slide 8 - Diapositive

 De Genitief
De plaats van de genitivus.

De genitivus kan (net als het bijvoeglijk naamwoord) op twee plaatsen staan:
1. tussen lidwoord en zelfstandig naamwoord waar het bij hoort
    ὁ  του πολεμου  θεος    -  de god van de oorlog


Slide 9 - Diapositive

 De Genitief
De plaats van de genitivus.

De genitivus kan (net als het bijvoeglijk naamwoord) op twee plaatsen staan:
1. tussen lidwoord en zelfstandig naamwoord waar het bij hoort
    ὁ  του πολεμου  θεος    -  de god van de oorlog

2. achter het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort, maar dan moet je (net als bij het         bijvoeglijk naamwoord) het lidwoord herhalen.
     ὁ  θεος  ὁ του πολεμου  -   de god van de oorlog

Slide 10 - Diapositive

Een andere manier om ἡ του δεσποτου οἰκια te schrijven is:
A
ἡ οἰκια του δεσποτου
B
του δεσποτου ἡ οἰκια
C
ἡ οἰκια ὀ του δεσποτου
D
ἡ οἰκια ἡ του δεσποτου

Slide 11 - Quiz

Woensdag 13 september
1. Even herhalen 
2. Theseus tekst 6A 

Lesdoel: je kunt de verbogen vormen van substantieven en adjectieven splitsen, determineren, vertalen en het grondwoord en het model ervan bepalen.

Slide 12 - Diapositive

Even terug naar Theseus (6A)
Waar komt hij vandaan? 
Wie is zijn vader? 
Waarom gaat hij naar Kreta? 
Wat had hij zijn vader beloofd? 

Slide 13 - Diapositive

Vertalen tekst 6A 
Let op de naamvallen! 

Slide 14 - Diapositive

Donderdag 14 september
1. Tekst 6A afmaken 
2. De datief 
3. Oefeningen maken

Lesdoel: je kunt de functies van de datief benoemen. 
Je kunt de datief herkennen en vertalen. 

Slide 15 - Diapositive

  De Datief
De datief is de vierde naamval.

Vormen:
nom. ev.       ἡ μαχη              ἡ χωρα               ὁ δεσποτης                   ὁ δουλος           το θηριον           
dat. ev.         τῃ  μαχῃ          τῃ  χωρᾳ             τῳ δεσποτῃ                 τῳ δουλῳ          τῳ θηριῳ

nom mv.        αἱ μαχαι          αἱ χωραι             οἱ δεσποται                  οἱ δουλοι           τα θηρια
dat. mv.        ταις μαχαις    ταις χωραις        τοις δεσποταις          τοις δουλοις      τοις θηριοις

Slide 16 - Diapositive

De Datief
Gebruik van de datief
1. Als aanvulling (+dat):  χαλεπαίνει τῇ βασιλείᾳ (zij is boos op de koningin) 


Slide 17 - Diapositive

De Datief
Gebruik van de datief
1. Als aanvulling (+dat):  χαλεπαίνει τῇ βασιλείᾳ (zij is boos op de koningin) 

2. Na voorzetsels: ἐν τῇ οἰκίᾳ (in haar huis)



Slide 18 - Diapositive

De Datief
Gebruik van de datief
1. Als aanvulling (+dat):  χαλεπαίνει τῇ βασιλείᾳ (zij is boos op de koningin) 

2. Na voorzetsels: ἐν τῇ οἰκίᾳ (in haar huis)

3. De betrokken persoon (ind.obj./MV)  Ἡ βασίλεια αὐτῷ λέγει (De koningin zegt tegen hem)

Slide 19 - Diapositive

De Datief
Gebruik van de datief
4. Bijwoordelijke bepaling
a. middel: τὸν Πλούτωνα λόγοις αἰτεῖ (Hij vraagt Plouton met woorden)
b. oorzaak: χολῷ βαίνει (uit woede gaat zij...)
c. omstandigheden: δολερᾷ ἐπινοίᾳ λέγει (met listige bedoeling zegt zij)
 

Slide 20 - Diapositive

De Datief
Gebruik van de datief
4. Bijwoordelijke bepaling
a. middel: τὸν Πλούτωνα λόγοις αἰτεῖ (Hij vraagt Plouton met woorden)
b. oorzaak: χολῷ βαίνει (uit woede gaat zij...)
c. omstandigheden: δολερᾷ ἐπινοίᾳ λέγει (met listige bedoeling zegt zij)
 
5. Bezit:  Τῇ δ’ Ἱππολύτῃ ζώνη ἐστιν. (Hippolyte heeft een gordel, letterlijk: 'voor H. is een gordel')

Slide 21 - Diapositive