Beschouwing

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

Beschouwing

Een beschouwing is een geschreven tekst over een stelling/mening, waarbij het de bedoeling is de lezer zoveel mogelijk kanten van het verhaal aan te bieden (doel: informeren), zodat de lezer zijn eigen mening kan vormen. 

De stelling

Jullie hebben allemaal een stelling bedacht. 

Verzin argumenten waarom je het ermee eens bent. 

Verzin ook argumenten waarom je het hier niet mee eens zou zijn. Verzinnen kan met behulp van het internet.

En hoe nu verder?

Je schrijft je beschouwing; 

Inleiding

Middenstuk 

Slot

Maak gebruik van het schrijfplan!!!!

Inleiding

- Waarom dit onderwerp?

- Waarop reageer je?

- Wat komt er zoals aan de orde; noem je deelonderwerpen/standpunten

- Formuleer jullie eigen mening (ik vind dat…), omdat/want

- De mening moet helder geformuleerd zijn.

Middenstuk

In het middenstuk ga je het onderwerp van alle kanten belichten.

1. Kort informatieblok over het onderwerp

2. Noem tenminste drie kanten van de zaak en werk de meningen uit met argumenten, waarbij je de signaalwoorden want/omdat gebruikt.

Voorbeeld verschillende standpunten

Voorbeeld van een discussie met verschillende standpunten:

De mobiele telefoon in of uit de klas?

1. Standpunt: helemaal uit de klas en hele dag in je kluisje,

2. Standpunt in de klas in de mobiele tas op stil,

3. Standpunt: wel mee naar school, maar in de pauzes niet tevoorschijn halen,

4. Standpunt helemaal niet meer op school, gewoon thuis laten,

5. Standpunt: in de school, in de kluis en alleen tevoorschijn halen tijdens een tussenuur.

Slot

Het eindstuk is de afsluiting. Je geeft een conclusie of een samenvatting. De afsluiting moet logisch voortkomen uit het middenstuk en terugwijzen naar de probleem- of vraagstelling.

Bijvoorbeeld:

Concluderend kunnen we zeggen dat de mobiele telefoon voortaan……, want……..

Let op: Er worden bij die afsluiting dus géén nieuwe feiten gepresenteerd!

PRESENTATIE MAKEN

PPT

Tijdsduur van de presentatie

De gehele presentatie duurt twintig minuten. Vier minuten per leerling (viertallen, dus 4x4=16) en vier minuten voor een begeleidend filmpje (16+4=20 minuten).

Is het filmpje langer dan wordt ook jouw presentatie langer. Dus wanneer je een filmpje van zes minuten hebt, dan wordt je presentatie ook langer, namelijk 22 minuten. Ben je een vijftal dan duurt je presentatie 24 minuten. Ben je een drietal; dan nog steeds 20 minuten.

De presentatie

Nu de geschreven tekst klaar is, ga je werken aan de presentatie van jullie stelling en standpunten. 

Dit gaat in de vorm van een Powerpointpresentatie (PPT)

MAAK GEBRUIK VAN HET TIJDSCHEMA!!!

Hoe maak je de PPT?

Je kunt je presentatie ‘aankleden’ met illustraties, want ook dat helpt vaak om de luisteraar erbij te blijven betrekken. 

Maximaal 3 steekwoorden per dia.

Je doet de presentatie uit je hoofd. Natuurlijk lukt dat niet altijd en dus is een spiekbriefje met steekwoorden (niet groter dan een halve A4). Ga niet voorlezen, maak er je eigen verhaal van en oefen dat thuis. 

Beoordeling

Het cijfer zal voor twintig procent meetellen in je schoolexamen. De presentatie kan niet herkanst worden. Verder worden de beide volgende onderdelen (tijdschema en schrijfplan) ook beoordeeld: half november moeten beide documenten ingeleverd zijn via Teams (en nergens anders!) Niet op tijd inleveren betekent puntaftrek voor je schoolexamencijfer!