hh 7.3 + 7.4

Vorige les

  • Gedoogbeleid
  • bevoegdheden politie bij aanhouding (misdrijf)
  • Proces verbaal
  • Officier van Justitie
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Vorige les

  • Gedoogbeleid
  • bevoegdheden politie bij aanhouding (misdrijf)
  • Proces verbaal
  • Officier van Justitie

Slide 1 - Diapositive

Gedoogbeleid
In par. 7.2 wordt drugs als een risicofactor voor criminaliteit genoemd, maar waarom zijn sommige drugs dan toch gewoon te koop?


Slide 2 - Diapositive

Softdrugs
  • gedoogd
  • Jongeren komen minder snel in contact met harddrugs wanneer softdrugs te koop is in coffeeshops.
  • Minder op straat dealen = minder overlast
  • Mensen die af en toe blowen zijn niet crimineel
  • Omdat er niet gecontroleerd hoeft te worden op het bezit ervan en er minder overlast is kan de politie zich bezig houden met andere zaken.
Harddrugs
  • bezit/ handel streng verboden
  • Illegaal, dus er wordt gedeald op straat.
  • Sterk verslavende werking
  • Risico op gezondheidsproblemen is groter.
  • politie controleert erop + handel wordt hard aangepakt.
  • Georganiseerde misdaad

Slide 3 - Diapositive

Gedoogbeleid
"Gedoogbeleid is het beleid van een bestuursorgaan om overtredingen van een bepaalde wet niet te vervolgen. Men ziet af van het toepassen van handhavingsmiddelen."
= je wordt er niet voor vervolgd/ het wordt 'toegestaan'.

Slide 4 - Diapositive

Noem 2 redenen waarom softdrugs gedoogd wordt en harddrugs niet.

Slide 5 - Question ouverte

Wat mag de politie?
Als je verdacht wordt van een misdrijf mag de politie:
- je fouilleren: je kleding en lichaam worden onderzocht.
- je arresteren: je moet mee voor verhoor en kan vast worden gehouden tot max 3 maanden.
- Je huis doorzoeken: op zoek naar bewijs, huiszoekingsbevel is verplicht. 

Slide 6 - Diapositive

je wordt aangehouden voor het rijden door rood. Wat mag de politie doen?
A
een boete uitschrijven
B
je arresteren
C
je fouilleren

Slide 7 - Quiz

De politie verdenkt je van de productie van drugs. Mogen ze zomaar je huis doorzoeken?

Slide 8 - Question ouverte

Proces - verbaal
Na het politieonderzoek wordt een proces- verbaal geschreven.

Een speciaal politieverslag waarin alle informatie staat over het misdrijf en over de verdachte

Slide 9 - Diapositive

Na het onderzoek
tussen de 12 en 18 jaar oud = Halt 
Je moet of de schade betalen of een soort taakstraf doen. Als je meewerkt ben je van de zaak af.

Ouder dan 18? --> proces verbaal gaat naar officier van justitie. Deze besluit wat er met de verdachte gaat gebeuren: waarschuwen, boete of naar de rechtbank voor een rechtszaak.

Slide 10 - Diapositive

De rechter beslist
De officier van justitie heeft besloten dat er een rechtszaak volgt. 

Drie belangrijkste personen:
  • Verdachte bijgestaan door een advocaat.
  • officier van justitie,  deze wil bewijzen dat de verdachte schuldig is.
  • de Rechter, deze bepaalt of de verdachte schuldig is en wat voor straf deze krijgt.

Slide 11 - Diapositive

Het verloop van de rechtszaak
  1. De rechter controleert alle persoonlijke gegevens van de verdachte. 
  2.  De officier van justitie leest de aanklacht voor.
  3. Rechter, officier van justitie en de advocaat stellen vragen aan de verdachte.
  4. Er worden getuige opgeroepen.
  5. officier van justitie legt uit welke straf geëist wordt en waarom hij de verdachte schuldig vindt.
  6. de advocaat mag de verdachte verdedigen .
  7. de verdachte mag spreken/ spijt betuigen.
  8. De rechter komt tot een vonnis.

Slide 12 - Diapositive

Officier van justitie
rechter
Advocaat
verdachte

Slide 13 - Question de remorquage

Wie geeft in een rechtszaak aan waarom hij vindt dat de verdachte schuldig is en gestraft moet worden?
A
Officier van justitie
B
rechter
C
advocaat
D
verdachte

Slide 14 - Quiz

Wie geeft in een rechtszaak aan waarom hij vindt dat de verdachte een lagere straf moet krijgen?
A
Officier van justitie
B
rechter
C
advocaat
D
verdachte

Slide 15 - Quiz

Wie bepaalt of iemand schuldig is in een rechtszaak?
A
Officier van justitie
B
rechter
C
advocaat
D
verdachte

Slide 16 - Quiz

de rechter geeft straf
De rechter kan iemand op 3 manieren straffen:
1. geldboete
2. gevangenisstraf (voorwaardelijk/ onvoorwaardelijk)
3. taakstraf
(4.) TBS

Slide 17 - Diapositive

wat voor straf zal een rechter geven aan iemand die te hard rijdt?
A
geldboete
B
gevangenisstraf
C
taakstraf
D
TBS

Slide 18 - Quiz

wat voor straf zal een rechter geven aan iemand die drugs dealt?
A
geldboete
B
gevangenisstraf
C
taakstraf
D
TBS

Slide 19 - Quiz

wat voor straf zal een rechter geven aan iemand die een zedendelict heeft gepleegd?
A
geldboete
B
gevangenisstraf
C
taakstraf
D
TBS

Slide 20 - Quiz

Huiswerk
maken par. 7.4

Slide 21 - Diapositive