Wat hebben jullie onthouden van de video? --> opbouw en structuur
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1
Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Betoog
Kennismaken met argumenteren.
Wat hebben jullie onthouden van de video? --> opbouw en structuur
Slide 1 - Diapositive
Eens of oneens? De scholen moeten weer open.
Slide 2 - Question ouverte
De scholen moeten weer open. Vul aan in correct Nederlands: Ten eerste....
Slide 3 - Question ouverte
Wat is het doel van een betoog?
A
Informeren
B
Adviseren
C
Overtuigen
D
Activeren
Slide 4 - Quiz
Uit hoeveel delen bestaat een betoog?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 5 - Quiz
Uit welke delen bestaat een betoog (driedeling)
Slide 6 - Question ouverte
Uit welke delen bestaat een inleiding?
Slide 7 - Question ouverte
Wat staat er NIET in de inleiding, maar WEL in het middenstuk?
Ik snap de vraag niet.
Geen idee
Argumenten
Stelling
Slide 8 - Sondage
Welk signaalwoord gebruik je in de inleiding?
A
Ten eerste
B
Ten tweede
C
Dus
D
Geen signaalwoord
Slide 9 - Quiz
Welke van de onderstaande zinnen is een correcte stelling?
A
Moet de avondklok afgeschaft worden?
B
De avondklok moet afgeschaft worden.
C
De avondklok moet niet afgeschaft worden.
D
Geen van allen.
Slide 10 - Quiz
Formuleer een stelling over het onderwerp: mobiele telefoons in de les wel of niet toegestaan
Slide 11 - Carte mentale
Wat is een argument? Geef een definitie.
Slide 12 - Question ouverte
Mobiele telefoons moeten verboden worden in de les. Ten eerste leiden ze af van de les. Past dit argument bij de stelling?
Ja
Nee
Slide 13 - Sondage
Mobiele telefoons moeten verboden worden in de les. Ten eerste kunnen er roddels verspreid worden. Past dit argument bij de stelling?
Ja
Nee
Slide 14 - Sondage
Mobiele telefoons moeten verboden worden in de les. Ten eerste leidt het tot buitensluiten. Past dit argument bij de stelling?
Ja
Nee
Slide 15 - Sondage
Geef een argument voor deze stelling: Er moet statiegeld komen op blikjes frisdrank. Formuleer: Ten eerste...(correct Nederlands)
Slide 16 - Question ouverte
Geef een ondersteuning (uitleg) bij je argument.
Slide 17 - Question ouverte
Welke signaalwoorden gebruik je in het middenstuk?
Slide 18 - Question ouverte
Uit hoeveel delen bestaat het slot?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 19 - Quiz
Uit welke delen bestaat het slot?
Slide 20 - Question ouverte
Welke signaalwoorden gebruik je in het slot?
Slide 21 - Question ouverte
Welke conclusie trek je als de stelling is: Schooluniformen moeten overal ingevoerd worden. (Gebruik het signaalwoord 'dus' en formuleer in correct Nederlands)