Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Guten Tag
Wie geht es euch?
Slide 1 - Diapositive
Bitte, leg dein Buch und Heft vor dich auf den Tisch!
Slide 2 - Diapositive
Planung Stunde 1
Introduktion: Logo
Vervoegen zwakke werkwooren
Oefenen
Afsluiting
Slide 3 - Diapositive
Lernziele dieser Stunde(n)
Am Ende dieser Stunde(n):
kun je uitleggen wat zwakke werkwoorden zijn
ben je in staat om zwakke werkwoorden in de tegenwoordige tijd te vervoegen
Slide 4 - Diapositive
Waarom leren we dit?
Om zinnen te kunnen maken moet je werkwoorden gebruiken. Zonder werkwoord is er namelijk geen zin, waardoor je eigenlijk geen enkele taal kunt gebruiken in de praktijk Om ervoor te zorgen dat jouw zinnen ook kloppen, moet je de juiste werkwoordsvormen kunnen maken.
Slide 5 - Diapositive
ZWAKKE WERKWOORDEN
DE VORMEN VAN DE TEGENWOORDIGE TIJD
Slide 6 - Diapositive
www.zdf.de
Slide 7 - Lien
Maar eerst.....
LOGO
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Wat zijn zwakke werkwoorden?
Werkwoorden geven een handeling weer, iets dat een persoon uitvoert.
Zwakke werkwoordenhouden in de verleden tijd dezelfde klinker/klank.
bijvoorbeeld:
maken - maakte - gemaakt = machen - machte - gemacht
Slide 10 - Diapositive
Voordat we verdergaan...
Moet je eerst weten dat in een zin altijd iets of iemand iets doet.
Jan eet een appel
Marieke gaat naar school
Mijn ouders werken in een fabriek
Het paard staat in de wei
de banaan ligt op de fruitschaal
Slide 11 - Diapositive
Het persoonlijk voornaamwoord:
vervangt een persoon/personen/dieren of voorwerpen:
Jan eet een appel hij eet een appel Marieke gaat naar school zij gaat naar school Mijn ouders werken in een fabriek zij werken in een fabriek Het paard staat in de wei hij staat in de wei de banaan ligt op de fruitschaal hij ligt op de fruitschaal
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Om een werkwoordsvorm te maken heb je nodig:
o een persoonlijk voornaamwoord
o de stam van het werkwoord
o de juiste uitgang van het ww
Slide 15 - Diapositive
de stam van het werkwoord
Bijna alle ww in het Duits
eindigen op -en.
Als je -en eraf haalt
hou jij de stam over:
b.v. wohnen, stam is dan wohn-
machen, stam is dan mach-
Slide 16 - Diapositive
de juiste uitgang van het werkwoord
achter de stam van een werkwoord in de tegenwoordige tijd plak je altijd dezelfde letters:
ich wohn - e
du wohn - st
er/sie/es wohn - t
wir wohn - en
ihr wohn - t
sie/Sie wohn - en
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
en nu....
OEFENEN: PAK JE TELEFOON MAAR!
Slide 21 - Diapositive
Ich ..... (lernen), wie ich Computer aus einander bauen muss.
Slide 22 - Question ouverte
Dieter ..... (spielen) gerne Fußball mit seinen Freunden.
Slide 23 - Question ouverte
Du .....(machen) eine Ausbildung.
Slide 24 - Question ouverte
Wir ..... (kommen) aus den Niederlanden.
Slide 25 - Question ouverte
Kim ..... (schreiben) mit einem Kugelschreiber.
Slide 26 - Question ouverte
Ich ..... (gehen) zu meinen Großeltern.
Slide 27 - Question ouverte
Ulrich und Dieter ..... (lesen) gerne Bücher.
Slide 28 - Question ouverte
Wir ..... (hoffen) Sie schnell wiederzusehen.
Slide 29 - Question ouverte
..... (fahren)ihr auch nach Deutschland?
Slide 30 - Question ouverte
Wo ..... (wohnen) du?
Slide 31 - Question ouverte
Hoe ver ben ik?
A
Ik snap alles.
B
Ik snap het een beetje.
C
Ik snap het niet.
Slide 32 - Quiz
An die Arbeit!
An die Arbeit!
Wat: maak Kapitel 4: Aufgabe 14, 15, 16, 17
(Seiten 44 - 46) Deze opdrachten zijn ook het
huiswerk! Hoe: selbstständig
Hulp: pagina 47 en 48
Tijd: 15 Minuten Klaar?: ga de woorden van Hoofdstuk 1, 2 en 3 leren
Slide 33 - Diapositive
Huiswerk
HAUSAUFGABEN:
Machen: Aufgaben 14, 15, 16, 17 (Seiten 44 - 46)
Lernen: de woorden van hoofstuk 1, 2 en 3 inclusief die Sprachmittel
Slide 34 - Diapositive
Heb ik de leerdoelen behaald?
kan ik uitleggen wat zwakke werkwoorden zijn?
ben ik in staat om zwakke werkwoorden in de tegenwoordige tijd te vervoegen?
Slide 35 - Diapositive
Guten Tag
Wie geht es euch?
Slide 36 - Diapositive
Bitte, leg dein Buch und Heft vor dich auf den Tisch!