3.4 Uitscheiding

Thema 3.4 Uitscheiding
Ga rustig zitten en pak je lesmateriaal er alvast bij.
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Thema 3.4 Uitscheiding
Ga rustig zitten en pak je lesmateriaal er alvast bij.

Slide 1 - Diapositive

Even wakker worden
1-2-3
In tweetallen

Slide 2 - Diapositive

Inhoud van de les
- Terugblik BS 3 het Hart
- Uitleg BS 4 Uitscheiding
- Opstart onderzoek naar bloeddruk en hartslag

Slide 3 - Diapositive

Welk onderdeel van het hart wordt aangegeven met nummer 10?
A
Linker boezem
B
Linker kamer
C
Rechter boezem
D
Rechter kamer

Slide 4 - Quiz

Hart-longen-hart hoort bij?
A
Kleine bloedsomloop
B
Grote bloedsomloop
C
Geen van beiden

Slide 5 - Quiz

Welk onderdeel van het hart heeft de dikste wand?
A
linkerkamer
B
rechterkamer
C
linkerboezem
D
rechterboezem

Slide 6 - Quiz

Deze les
Leerdoelen:
  • Je kunt de delen van de nieren en urinewegen noemen met hun kenmerken en functies


Slide 7 - Diapositive

Welke afvalstof komt er vrij bij de verbranding in onze cellen?
A
Zuurstof
B
Koolstofdioxide
C
Glucose
D
Melkzuur

Slide 8 - Quiz

Naast de nieren zijn er nog een paar organen die afvalstoffen van verbranding uitscheiden. Wat is hier een voorbeeld van?
A
Longen
B
Maag
C
Darmen
D
Hart

Slide 9 - Quiz

Afval in het lichaam
In het bloed zit veel afval:
  • Koolstofdioxide (CO2)
  • Overtollige voedingsstoffen
  • Overtollige zouten
  • Overtollig water
  • Schadelijke stoffen (bijv. alcohol en medicijnen)
  • Dode ziekteverwekkers 

Slide 10 - Diapositive

Uitscheidingsorganen
Longen:
- water en koolstofdioxide

Lever:
- schadelijke stoffen, overtollige voedingsstoffen      

Zweetklieren (huid):
- water en zout

Nieren:
- water, zouten en afvalstoffen

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Werking van de nieren
Afvalstoffen uit het bloed halen (zoals zouten) = uitscheiden

  • Niermerg en nierschors maken hier urine van
  • Urine wordt verzameld in de nierbekkens
  • Daarna gaat urine naar de blaas

Slide 13 - Diapositive

Filteren door nieren
  • Iedere dag 200 liter vocht
  • 99% komt weer terug in de bloedsomloop
  • Vocht te kort -> donkere urine
  • Veel drinken --> urine licht van kleur
  • Je blaas kan 0,5-0,8 L urine opslaan

Slide 14 - Diapositive

Weg van urine
Filteren: in nierschors en niermerg.

Urinewegen:
Nierbekken --> urineleiders --> urineblaas --> urinebuis

Slide 15 - Diapositive

Wat zou er gebeuren als wij geen urine blaas zouden hebben?
A
Zouden we niet kunnen plassen
B
Zouden we ons bloed niet kunnen filteren
C
Zouden we continu plassen
D
Zouden we langer onze plas kunnen ophouden

Slide 16 - Quiz

Onderzoek bloeddruk en hartslag

Slide 17 - Diapositive

Opdrachten 
Maak opdracht 1 t/m 8 van §3.4
Klaar? Maak de test jezelf van §3.4
(en de vorige paragrafen als je dat nog niet gedaan hebt)

Slide 18 - Diapositive