Les 1: Werken met de atlas: Introductie



Werken met de atlas: 
Introductie
 

1 / 52
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 52 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon



Werken met de atlas: 
Introductie
 

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen

Slide 2 - Diapositive

Wereld / Aardbol / Wereldbol / Aarde / Planeet / Terra



De aarde ziet er prachtig uit vanuit het heelal.
De aarde is verdeeld in zeven (7) werelddelen.
Elk werelddeel heeft een of meer belangrijke landen (reuzen).






Slide 3 - Diapositive

Vul voor elk van de volgende vier werelddelen een land in waarvan jij denkt dat het de reus van dat werelddeel is.

Noord-Amerika:
Zuid-Amerika:
Europa:
Azië:

Slide 4 - Question ouverte

Werelddelen

Slide 5 - Diapositive

7 werelddelen
I= Noord-Amerika
II= Zuid-Amerika
III= Europa
IV= Afrika
V= Azië
VI= Australië / Oceanië
VII= Zuidpool / Antarctica 

Slide 6 - Diapositive

Hoe werkt de atlas? 
Verschillende kaarten van de wereld 

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Welke kleur
heeft Europa?
A
Blauw
B
Lichtgroen
C
Oranje
D
Rood

Slide 10 - Quiz

Welke kleur
heeft Zuid-Amerika?
A
Blauw
B
Donkergroen
C
Lichtgroen
D
Geel

Slide 11 - Quiz

Welke kleur
heeft Australië?
A
Paars
B
Lichtgroen
C
Oranje
D
Rood

Slide 12 - Quiz

De kleur
blauw is
A
Australië
B
Zuid-Amerika
C
Antarctica
D
Afrika

Slide 13 - Quiz

Oceanen

Slide 14 - Diapositive

oceanen
Oceanen zijn onvoorstelbaar groot en diep. De diepste plek is ongeveer 11 kilometer diep. De oceaanbodem bestaat uit vlaktes, bergen en diepe dalen. 
In de oceanen leven ongeveer  200.000 diersoorten.

Slide 15 - Diapositive

Welke oceanen ken je al?

Slide 16 - Carte mentale

De 5 oceanen
  • Atlantische oceaan
  • Grote oceaan (ook wel stille oceaan)
  • Indische oceaan
  • Noordelijke ijszee
  • Zuiderlijke ijszee
De 5 oceanen
A = Grote oceaan of Stille oceaan (pacifische Oceaan)
B= Noordelijke ijszee (arctische oceaan
C = Atlantische oceaan
D = Zuidelijke ijszee (antarctische oceaan)
E = Indische oceaan

Alle oceanen zijn met elkaar verbonden.
Samen vormen zij een grote massa zoutwater.


Slide 17 - Diapositive

Aan welke twee oceanen ligt Canada?
A
Atlantische Oceaan en Grote Oceaan
B
Atlantische Oceaan en Indische Oceaan
C
Grote Oceaan en Indische Oceaan
D
Grote Oceaan en de Noordzee

Slide 18 - Quiz

De Indische Oceaan is warmer dan de Atlantische Oceaan
A
juist
B
onjuist

Slide 19 - Quiz

Oceaan C heet .....
A
Grote of Stille Oceaan
B
Indische Oceaan
C
Atlantische Oceaan
D
Noordelijke IJszee

Slide 20 - Quiz

De oceaan tussen de Verenigde Staten en Europa is de Stille Oceaan
A
ja
B
nee

Slide 21 - Quiz

Welke oceaan hoort bij letter B?
A
Atlantische Oceaan
B
Zuidelijke Oceaan
C
Indische Oceaan
D
Grote of Stille Oceaan

Slide 22 - Quiz

Gebergten

Slide 23 - Diapositive

Ken je al gebergten?

Slide 24 - Question ouverte

Verschil tussen een berg en een gebergte
Berg = 1 stuk 
+ hoogtegetal
Gebergte = meer bergen

Slide 25 - Diapositive

7 grote gebergten per werelddeel
1= Noord-Amerika = Rocky Mountains
2= Zuid-Amerika = Andes
3= Europa = Alpen
4= Afrika = Atlasgebergte
5= Azië = Himalaya 
6= Australië / Oceanië = Great Dividing Range
7 = Zuidpool / Antarctica = Transarctisch Gebergte

Slide 26 - Diapositive

Aan welke oceaan ligt California?
A
Atlantische
B
Stille
C
Indische
D
Grote

Slide 27 - Quiz

Gebergten = Bergketens

Slide 28 - Diapositive

Bergen

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Op nummer
3 liggen de
A
Alpen
B
Rocky Mountains
C
Himalaya
D
Andes

Slide 32 - Quiz

Op nummer
5 liggen de
A
Alpen
B
Rocky Mountains
C
Himalaya
D
Andes

Slide 33 - Quiz

De Andes ligt
op nummer...
A
1
B
2
C
3
D
5

Slide 34 - Quiz

Op nummer
1 liggen de
A
Alpen
B
Rocky Mountains
C
Himalaya
D
Andes

Slide 35 - Quiz

WINDRICHTINGEN

Slide 36 - Diapositive

Je weet hoe je een windrichting moet benoemen.

Slide 37 - Diapositive

Windrichting: 
Windroos:





Slide 38 - Diapositive

windrichting                                                                                        geeft aan                                                                                                            waar de wind
                                                                                                         vandaan komt

Slide 39 - Diapositive

Waarvoor is de windroos?
A
Om de windrichting te bepalen?
B
Om te kijken hoe je de kaart moet vasthouden?
C
Om te laten zien waar het noorden is op de kaart?
D
als versiering

Slide 40 - Quiz

Meest voorkomende windrichting in Nederland is Zuidwest. 

Slide 41 - Diapositive

Wat is de overheersende windrichting voor deze dag?
A
NoordWest
B
ZuidOost
C
Noordoost
D
ZuidWest

Slide 42 - Quiz

De overheersende windrichting in Nederland is
A
Noordenwind
B
Westenwind
C
Zuidenwind
D
Oostenwind

Slide 43 - Quiz

Wat is de windrichting van deze bron?
A
Noordenwind
B
Oostenwind
C
Zuidenwind
D
Westenwind

Slide 44 - Quiz

Windrichting
Aanlandige wind:

Slide 45 - Diapositive

Aanlandige wind
Een aanlandige wind (zeewind) is een windstroming die vanuit zee  naar de kust waait. 


Slide 46 - Diapositive

Landwind = Aflandige wind
  • Wind van land naar zee is koud, land koelt sneller af dan water.
  • In de zomer is het bij aflandige wind (oostenwind) warm. 
  • In de winter bij aflandige wind (oostenwind) koud.

Slide 47 - Diapositive

AAN- en AFLANDIGE wind

Slide 48 - Diapositive

Aflandige wind
Aflandige wind waait het land af

Slide 49 - Diapositive

Bij welke windrichting is er in Nederland kans op een hittegolf?
A
Aanlandig
B
Aflandig

Slide 50 - Quiz

Wat is aflandige wind ?
A
Wind dat vanuit het land de zee in waait
B
Wind dat vanuit zee het land in waait

Slide 51 - Quiz

Aflandige wind komt uit?
A
Het oosten
B
Het westen

Slide 52 - Quiz