7. Zorgen + 8. Professionele zorg + 9. Een geneesmiddel gebruiken

Thema 3 Gezondheid
Basisstof 7 Zorgen
1 / 42
suivant
Slide 1: Diapositive
VerzorgingMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 42 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 7 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Thema 3 Gezondheid
Basisstof 7 Zorgen

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen 

Aan het einde van de les kun je uitleggen wat het verschil is tussen mantelzorg, zelfzorg en professionele zorg. 

Slide 2 - Diapositive

Zelfzorg 
Je zorgt voor jezelf.

Slide 3 - Diapositive

Zelfzorgmedicijnen
lees altijd goed de bijsluiter:

  • waarvoor het medicijn bedoeld is
  • hoe u het medicijn moet gebruiken
  • wanneer u het medicijn niet mag gebruiken
  • wanneer u voorzichtig moet zijn
  • welke bijwerkingen er mogelijk zijn
  • welke stoffen er in het medicijn zitten.

Slide 4 - Diapositive

Wat doe je bij een wond?

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Wond schoonmaken 

1. Schoonspoelen met water 
2. Droogdeppen met schone doek
3. Ontsmetten met ontsmettingsmiddel
4. Bedekken met pleister of verbandje 

Slide 7 - Diapositive

Wat doe je bij 
een brandwond?

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Mantelzorg  = zorgen voor een bekende die hulp nodig heeft.

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Thema 3 Gezondheid
Basisstof 8 Professionele zorg

Slide 12 - Diapositive

Professionele zorg 
Als je werkt in de professionele zorg, is zorgen je beroep. Je hebt er een opleiding voor gehad. Je verdient je geld ermee. Voorbeelden zijn tandarts, specialist, verpleegkundige, apotheker, medewerker thuiszorg.

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Slide 15 - Vidéo

Specialist
Als de huisarts je niet kan helpen, stuurt hij je door naar een specialist. Een specialist weet veel van een bepaald onderdeel van het lichaam of een bepaalde ziekte.
* KNO-arts (keel-, neus- en oorarts)
* Oogarts
*Reumatoloog (weet alles van reuma)
* Kinderarts (gespecialiseerd in kinderziekten)

Slide 16 - Diapositive

Specialist
Een specialist werkt meestal in een ziekenhuis. Soms moet je daar een tijdje blijven om behandeld te worden.

Een specialist heeft geheimhoudingsplicht. Net als alle andere mensen in de gezondheidszorg. Ze vertellen dingen die ze van jou weten niet door.

Slide 17 - Diapositive

Een zorgverzekering
Iedereen is voor professionele zorg verzekerd bij een zorgverzekeraar. De verzekeraar betaalt de kosten van de zorg. Voor de zorgverzekering moet je betalen, dit is je premie. Onder de 18 jaar hoef je niet te betalen. Naast de premie betaal je ook een eigen bijdrage. Dit is een deel van de kosten die je zelf betaalt.

Slide 18 - Diapositive

Een zorgverzekering
Iedereen is verplicht een basisverzekering af te sluiten. Dan ben je verzekerd voor een bezoek aan de huisarts, ziekenhuis of geneesmiddelen. 

Daarnaast kan iemand zich nog aanvullend verzekeren. Hiervoor moet extra betaald worden. Er worden dan ook extra dingen vergoed, zoals een bril, beugel, fysiotherapeut, tandarts.

Slide 19 - Diapositive

Selma gaat naar de fysiotherapeut.
A
zelfzorg
B
mantelzorg
C
professionele zorg

Slide 20 - Quiz

Jack is ziek en zijn vrienden komen langs
A
Zelfzorg
B
Mantelzorg
C
Professionele zorg

Slide 21 - Quiz

Mohammed slikt zijn medicijnen
A
Zelfzorg
B
Mantelzorg
C
Professionele zorg

Slide 22 - Quiz

Als de tandarts je verstandskies trekt
dan krijg je ....
A
Zelfzorg
B
Mantelzorg
C
Professionele zorg

Slide 23 - Quiz

Esther neemt een paracetamol tegen de hoofdpijn.
A
Zelfzorg
B
Mantelzorg
C
Professionele zorg

Slide 24 - Quiz

Je bent verkouden en koopt neusspray bij de drogist
A
Zelfzorg
B
Mantelzorg
C
Profesionele zorg

Slide 25 - Quiz

Moeder maakt kippensoep voor Aya als ze ziek is.
A
Zelfzorg
B
mantelzorg
C
professionele zorg

Slide 26 - Quiz

De huisarts heeft de medicijnen voorgeschreven
A
Zelfzorg
B
Mantelzorg
C
Professionele zorg

Slide 27 - Quiz

Adrie doet boodschappen voor zijn zieke buurvrouw.
A
Zelfzorg
B
Mantelzorg
C
Professionele zorg

Slide 28 - Quiz

Je doet boodschappen voor je oude buurvrouw. Dit is...
A
zelfzorg
B
mantelzorg
C
eerstelijns zorg
D
tweedelijns zorg

Slide 29 - Quiz

Mohammed gaat meer sporten om zijn conditie te verbeteren
A
Zelfzorg
B
Mantelzorg
C
Professionele zorg

Slide 30 - Quiz

Henk gaat naar de oogarts want hij ziet dubbel.
A
Zelfzorg
B
mantelzorg
C
professionele zorg

Slide 31 - Quiz

De dominee bezoekt een ziek gemeentelid
A
zelfzorg
B
mantelzorg
C
professionele zorg

Slide 32 - Quiz

Finn smeert elke dag zijn eczeem in met zalf.
A
Zelfzorg
B
mantelzorg
C
professionele zorg

Slide 33 - Quiz

Thema 3 Gezondheid
Basisstof 9 Een geneesmiddel gebruiken

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Vidéo

Een geneesmiddel gebruiken
Je huisarts kan je een recept geven voor een geneesmiddel. Dit geneesmiddel kun je ophalen in de apotheek. De arts of apotheker legt uit hoe je het moet gebruiken. Dit staat ook in de bijsluiter.
Geneesmiddelen kunnen gevaarlijk zijn als je ze verkeerd gebruikt. Je mag ook nooit geneesmiddelen van een ander gebruiken.

Slide 36 - Diapositive

Een geneesmiddel gebruiken
Sommige geneesmiddelen kunnen gevaarlijk zijn als je ze samen met alcohol gebruikt. Er zijn ook geneesmiddelen die je suf maken. Je mag dan bijvoorbeeld geen auto rijden en niet met machines werken. Op de verpakking staat dan en gele sticker met een waarschuwing.

Slide 37 - Diapositive

Als je een pleister op een wondje gebruikt noemen we dat
A
Zelfzorg
B
mantelzorg
C
professionele zorg

Slide 38 - Quiz

Veilig omgaan met geneesmiddelen
Kinderen weten niet dat geneesmiddelen gevaarlijk kunnen zijn. Je moet ervoor zorgen dat jonge kinderen er niet bij kunnen. Je kunt de geneesmiddelen hoog opbergen. Of opbergen in een afgesloten kastje. Geneesmiddelen kunnen het milieu vervuilen. Je mag ze dus niet in de wc of in de vuilnisbak gooien. Geef ze mee met het chemisch afval of breng ze terug naar de apotheek.

Slide 39 - Diapositive

Een geneesmiddel gebruiken
Op verpakking staat ook een houdbaarheidsdatum. Na die datum mag je het geneesmiddel niet meer gebruiken.


Slide 40 - Diapositive

Slide 41 - Vidéo

Aan het werk
Thema 3 Gezondheid

7. Zorgen
8. Professionele zorg
9. Een geneesmiddel gebruiken

Bladzijde 114 t/m 127

Slide 42 - Diapositive