Latijn naamvallen bijvoeglijk naamwoord

oefenen met naamvallen
bijvoeglijk naamwoord
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

oefenen met naamvallen
bijvoeglijk naamwoord

Slide 1 - Diapositive

bijvoeglijk naamwoord
type bonus

Mannelijk gaat als DOMINUS
Vrouwelijk gaat als ROSA
Onzijdig gaat als BELLUM

Slide 2 - Diapositive

herhaling rijtje DOMINUS
woorden zijn mannelijk
herken je in de woordenlijst aan het enkelvoud op -us of -er

Slide 3 - Diapositive

Groep 2 M: ev. en mv.
ev
mv
nom
gen
dat
acc
abl
nom
gen
dat
acc
abl
dominos
domino
dominus
dominum
domini
dominis
domino
dominis
domini
dominorum

Slide 4 - Question de remorquage

groep 2 M ev
nom. dominus
gen. domini
dat. domino
acc. dominum
abl. domino
groep 2 M mv
nom. domini
gen. dominorum
dat. dominis
acc. dominos
abl. dominis

Slide 5 - Diapositive

herhaling rijtje rosa
woorden zijn vrouwelijk
herken je in de woordenlijst aan het enkelvoud op -a

Slide 6 - Diapositive

Groep 1: ev. en mv.
ev
mv
nom
gen
dat
acc
abl
nom
gen
dat
acc
abl
rosas
rosae
rosae
rosa
rosam
rosis
rosis
rosa
rosae
rosarum

Slide 7 - Question de remorquage

groep 1 ev
nom. rosa
gen. rosae
dat. rosae
acc. rosam
abl. rosa
groep 1 mv
nom. rosae
gen. rosarum
dat. rosis
acc. rosas
abl. rosis

Slide 8 - Diapositive

herhaling rijtje BELLUM
woorden zijn onzijdig
herken je in de woordenlijst aan het enkelvoud op -um

Slide 9 - Diapositive

Groep 2 O: ev. en mv.
ev
mv
nom
gen
dat
acc
abl
nom
gen
dat
acc
abl
bellum
bellum
bella
bello
bella
bellis
bellis
bello
bellorum
belli

Slide 10 - Question de remorquage

groep 2 O ev
nom. bellum
gen. belli
dat. bello
acc. bellum
abl. bello
groep 2 O mv
nom. bella
gen. bellorum
dat. bellis
acc. bella
abl. bellis

Slide 11 - Diapositive

Vormen van BONUS
Let op: de vraag is wat een vorm NIET kan zijn...

Slide 12 - Diapositive

Welke vorm kan BONA
NIET zijn?
A
nom ev V
B
nom mv O
C
acc ev V
D
acc mv O

Slide 13 - Quiz

Welke vorm kan BONIS
niet zijn?
A
gen ev M
B
gen mv M
C
dat mv V
D
abl mv O

Slide 14 - Quiz

Welke vorm kan BONI
NIET zijn?
A
gen. ev. M.
B
nom. mv. M.
C
gen. ev. O.
D
nom. mv. O.

Slide 15 - Quiz

Welke vorm kan BONUM
NIET zijn?
A
nom. ev. M.
B
acc. ev. M.
C
nom. ev. O.
D
acc. ev. O.

Slide 16 - Quiz

Welke vorm kan BONO
NIET zijn?
A
dat. ev. M.
B
dat. ev. V.
C
abl. ev. M.
D
abl. ev. O.

Slide 17 - Quiz

Congruentie
Welke dingen hetzelfde?

Slide 18 - Diapositive

Congruentie tussen bijvoeglijk naamwoord en zelfstandig naamwoord betekent dat gelijk zijn:
A
persoon, getal, tijd
B
naamval, geslacht, getal
C
persoon, getal, geslacht
D
naamval, tijd, getal

Slide 19 - Quiz

Congruentie: ja of nee?
Bij de volgende vragen moet je kiezen welke woorden met elkaar congrueren.

Je mag de woordenlijst achterin Disco hierbij gebruiken!

Slide 20 - Diapositive

Welke vorm van LONGUS congrueert met INSULARUM?
A
longum
B
longarum
C
longorum
D
een andere vorm

Slide 21 - Quiz

Welke vorm van BONUS congrueert met MARITIS?
A
bonus
B
bonos
C
bonis
D
een andere vorm

Slide 22 - Quiz

Welke vorm van BONUS congrueert met CORPORA?
A
bonus
B
bonum
C
boni
D
een andere vorm

Slide 23 - Quiz

Welke vorm van BONUS congrueert met CORPORA?

Slide 24 - Question ouverte

Welke vorm van IRATUS congrueert met HOMINES?
A
irato
B
irata
C
irati
D
een andere vorm

Slide 25 - Quiz

Welke andere vorm van IRATUS congrueert ook met HOMINES?

Slide 26 - Question ouverte

Welke vorm van IMPIUS congrueert met GENTES?
A
impias
B
impius
C
impios
D
een andere vorm

Slide 27 - Quiz

Welke andere vorm van IMPIUS congrueert ook met GENTES?

Slide 28 - Question ouverte

Welke vorm van CARUS congrueert met UXORIBUS?
A
carus
B
caris
C
caras
D
een andere vorm

Slide 29 - Quiz

Welke vorm van CARUS congrueert met PUERIS?
A
carae
B
cari
C
caro
D
een andere vorm

Slide 30 - Quiz

Welke vorm van CARUS congrueert met PUERIS?

Slide 31 - Question ouverte

Welke vorm van ROMANUS congrueert met REGIS?
A
Romanus
B
Romanis
C
Romanos
D
een andere vorm

Slide 32 - Quiz

Welke vorm van ROMANUS congrueert met REGIS?

Slide 33 - Question ouverte