HC1: Leerdoelen en KA's aan fragmenten/afbeeldingen koppelen

Het Britse Rijk (1585-1900)
Herken het leerdoel en KA
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Het Britse Rijk (1585-1900)
Herken het leerdoel en KA

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Vidéo

Bijbehorende leerdoelen en KA's:

1. beschrijven op welke drie manieren de koloniën hebben bijgedragen aan de industriële en economische ontwikkeling van Groot-Brittannië
2. beschrijven hoe in het Britse Rijk een liberale markteconomie tot stand kwam
3. uitleggen welke sociale ontwikkelingen in Groot-Brittannië plaatsvonden als gevolg van de industrialisering

KA:
- De industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving
- Discussies over de ‘sociale kwestie’

Thanksgiving
Feestdag elke vierde donderdag in november

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Netflix
The crown, seizoen 1, aflevering 2. 
0-3 min tot intro

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Koppel de begrippen uit paragraaf 1 van HC Britse Rijk aan de kenmerkende aspecten
KA: protestantse reformatie
KA: Plantage-kolonieën en trans-Atlantische slavenhandel
KA: Rationeel optimisme en 'verlicht denken'
KA: De democratische revoluties
Pilgrim Fathers
Vestigingskoloniën
Plantage-economieën
Driehoekshandel
Royal African company
Trias politica
Volkssoevereiniteit
Natuurlijke rechten
Federale staat
Abolitionisme

Slide 5 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Koppel de jaartallen aan de gebeurtenissen.
Afschaffing slavernij VS
Kolonisatie Roanoke Island
Aankomst Pilgrim Fathers
Boston Teaparty
Onafhankelijkheid VS
Afschaffing slavernij GB
Afschaffing van de handel in slaven in het Britse Rijk
VS krijgt een president en een congres
1585
1620
1773
1776
1789
1807
1833
1865

Slide 6 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions


4. Lees de bron.
Welke rechtvaardiging geeft Thomas Paine voor de Amerikaanse onafhankelijkheidsoorlog?


A
Het Congres wil niet langer de hoge belastingen van het Engelse bestuur betalen.
B
Het Amerikaanse Congres voert de wil van het volk uit.
C
Iedere poging tot verzoening loopt op niets uit.
D
De Amerikaanse kolonisten worden niet vertegenwoordigd door het Engelse bestuur.

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Je ziet hieronder 2 gegevens over het Britse Rijk. De ene is het gevolg van de ander. Sleep beide teksten naar de juiste plaats.
Oorzaak 
Gevolg
India wordt het belangrijkste overzeese deel van het Britse Rijk
De Verenigde Staten van Amerika ontstaan

Slide 8 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat was geen reden voor de East India Company om zich in India met politiek te gaan bemoeien?
A
Andere Europese landen kregen meer economische invloed
B
Er was onrust in het Mogolrijk
C
De Britse koning wilde graag meer macht in India.
D
De EIC was bang minder handel te kunnen drijven.

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het verdrag van Allahabad wordt gezien als het begin van het Britse Rijk in India. Waarom?

Slide 10 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk KA uit tijdvak 6 hoort bij HC 'Britse Rijk'?
A
het streven van vorsten naar absolute macht;
B
wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie
C
de bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek;
D
de wetenschappelijke revolutie

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De slavenhandel werd in het Britse rijk verboden in...
A
1807
B
1815
C
1822
D
1833

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

10. Welk KA uit tijdvak 7 hoort NIET bij de HC 'Britse Rijk'?
A
rationeel optimisme en ‘verlicht denken’ dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen (HC Br Rijk); 28.
B
uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van plantagekoloniën en de daarmee verbonden trans-Atlantische slavenhandel, en de opkomst van het abolitionisme
C
. de democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap
D
voortbestaan van het ancien régime met pogingen om het vorstelijk bestuur op eigentijdse verlichte wijze vorm te geven (verlicht absolutisme);

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Einde van deze oefentoets

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions