The Passive & CONJUNCTIONS

• Engels
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

H3 grammar lesson

• review of homework (past simple, present perfect,        present simple)
• REVIEW: the Passive
• NEW SUBJECT: conjunctions

Common mistakes (homework)

1. Mandy woont al zeven jaar in Bristol--> is in het verleden begonnen en ze woont  er nog steeds, dus je moet de present perfect gebruiken  (en niet Mandy lives in Bristol) en dus: Mandy has lived in Bristol for 7 years

2. Jij bent nu al 2 weken verkouden --> het is dus twee weken geleden begonnen en jij bent nog steeds verkouden. Je gebruikt dus de present perfect: you have had a cold for 2 weeks now

Bij opdracht 8 valt op dat jullie de onregelmatige werkwoorden soms niet goed beheersen. Ze staan achter in je boek, dus lees ze nog een keer door voor de toets

The Passive (present simple, past simple)

Wat is een passieve zin?

Een zin waarin het onderwerp iets ondergaat, dus zelf NIKS doet, bijvoorbeeld:

De deur wordt geopend

Hoe ziet de passive eruit?

• Een vorm van TO BE (en die betekent hier: WORDEN)
• gevolgd door een voltooid deelwoord (werkwoord + ed, of het 3e rijtje van de onregelmatige werkwoorden)

Hoe maak je een zin passief?

• KIJK GOED NAAR DE ACTIEVE ZIN (bv. I open the door)
  
• WAT IS HET LIJDEND VOORWERP OF MEEWERKEND VOORWERP? 
  
• DIT WORDT HET ONDERWERP VAN DE LIJDENDE ZIN 
  

VOORBEELD: I OPEN THE DOOR

LIJDEND VOORWERP: THE DOOR

Pak alvast je tweede device!

STAP 1: Wat is het lijdend voorwerp in deze zin:
I open the door

THE DOOR wordt dan het onderwerp in de passieve zin

Stap 2: Bepaal de tijd waar de zin in staat

In welke tijd staat de zin: I open the door

1. Past simple
2. present simple

De actieve en de passieve zin moeten in dezelfde tijd staan, in dit geval de present simple

I open the door

Je hebt nu het onderwerp van de passieve zin bepaald:

THE DOOR

En de tijd waarin deze zin staat is: de present simple

De vorm van TO BE moet in dit geval in de present simple staan

Welke vorm van to be heb je nodig voor de passive van I open the door?
The door...

1. Is
2. Are
3. Am

De laatste stap: de vorm van to be wordt gevolgd door het voltooid deelwoord van de persoonsvorm/het hoofdwerkwoord van de actieve zin, in dit geval wordt open: OPENED

Active: I open the door

Passive: the door is opened by me

De stappen

1. Bepaal het lijdend voorwerp of meewerkend voorwerp van de actieve zin

2. Bepaal de tijd van de actieve zin. De vorm van TO BE moet in deze tijd staan

3. Volg de vorm van to be door het voltooid deelwoord van de persoonsvorm van de ACTIEVE zin (ww + ed of 3e rijtje)

Present simple: am/is/are + voltooid deelwoord

Active - I open the door

Passive: the door is opened by me

Active: I didn't open the door

Passive: the door isn't opened by me

Past simple: was/were + voltooid deelwoord

Active: I opened the door

Passive: the door was opened by me

Active: I didn't open the door

Passive: the door wasn't opened by me

Nu jullie! Maak de volgende zinnen PASSIEF

Pak de tweede device er maar weer bij

John opened the door

Billy kisses the girl

Ms Visser doesn't like hamsters

My brother and I never clean this room

A German company developed this new car last year

We gave our daughter a present

1. a present was given to our daughter by us
2. our daughter was given a present by us
3. Our daughter gave us a present

Sleep de woorden in de juiste volgorde om een goede passive zin te maken.

house

me

the

painted

by

was

countries

spoken

seven

Dutch

in

is

Conjunctions/voegwoorden

Je kunt voegwoorden gebruiken om twee dingen aan elkaar te plakken. Dat kunnen woorden, zinsdelen of hele zinnen zijn. Met een voegwoord geef je aan wat de relatie is tussen die twee dingen

Voorbeelden:

He'd like to go outside, yet it is raining hard (echter: geeft een tegenstelling aan)

He will help me, if I need help (als: geeft een voorwaarde aan)

Hoe leer je dit voor de toets?

1. Leer de conjunctions (blz. 115) van Nederlands naar Engels en van Engels naar Nederlands
2. Zorg dat je weet wat een conjunction aangeeft, dus: opsomming, reden, gevolg, tegenstelling, keuze, tijd, voorwaarde

Grab your second device!

John never studied for his final exam, .....he failed them all

1. so
2. whereas
3. despite
4. however

_____ the computer had recently been repaired, it still kept crashing.

1. Whereas
2. Therefore
3. Although
4. Hence

I'm not going out ___ I have a horrible cold.

1. whereas
2. since
3. then
4. but

Homework

• please register for www.eindexamensite.nl & do VMBO GT 2019 tijdvak 1
• do exercises Unit 5: 14,  34, E + G of the self-test