H 4.3 Tekstdoelen Quiz en oefentoets

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Welkom klas 1C - 

Leg je spullen klaar: agenda, etui, werkboek

Planning

vrijdag 30-6	Oefenen voor de leestoets, EWE
ma-wo	toetsdagen
do 6-7	inhaaluur en sportdag
vr 7-7	Espeq: op de fiets!
vr 14-7	les: NED toets bespreken Mentoruur: Quiz, mentoruitje

Wat gaan we deze les doen?

Oefentoets nakijken en bespreken

Presentaties tekstdoelen

Quiz

Toets nakijken

Hoe kijk je na?

1. Werk geconcentreerd en in stilte.
2. Vergelijk je eigen antwoord met het bord.
3. Zet een krul of kruisje met een andere kleur.
4. Snap je het niet? Vragen!
5. Toets inleveren.

Wat is een tekstdoel

1. een bepaald soort tekst
2. Wat de schrijver met de tekst wil bereiken

Wat is het tekstdoel van een spandoek?

1. overtuigen
2. activeren
3. amuseren
4. informeren

Een leesboek heeft als tekstdoel...

1. informeren
2. activeren
3. overtuigen
4. amuseren

Wat is het tekstdoel?

1. informeren
2. activeren
3. overtuigen
4. amuseren

Wat is het tekstdoel?

1. instrueren
2. activeren
3. overtuigen
4. amuseren

informeren

1. recensie
2. moppenpagina
3. reclametekst
4. krantenbericht

Een informerende tekst ...

1. bestaat vooral uit de mening van de schrijver.
2. geeft informatie over een bepaald onderwerp.
3. wil jou als lezer vermaken
4. wil jou als lezer in actie brengen.

Wat is het tekstdoel van een affiche
waarop staat dat je lid kunt worden
van een sportvereniging?

1. activeren
2. informeren

Wat is GEEN tekstdoel?

1. verkennen
2. informeren
3. overtuigen
4. amuseren

Wat is het tekstdoel van een recept?

1. amuseren
2. instrueren
3. activeren
4. overtuigen

Wat is het tekstdoel van een reclametekst?

1. activeren
2. informeren

Tekstdoel

1. Informeren
2. Amuseren
3. Activeren
4. Overtuigen

Wat is het tekstdoel?

1. Informeren
2. Amuseren
3. Overtuigen
4. Instrueren

Tekstdoel?

1. informeren
2. activeren
3. overtuigen
4. amuseren

Tekstdoel

Een schrijver heeft altijd een doel als hij een tekst schrijft: 

het tekstdoel.

Soms heeft een schrijver méér doelen met zijn tekst. 

Dan is altijd één doel het belangrijkst.

Waar gaat de toets over?

• meningen en feiten herkennen;
• tekstverband en signaalwoorden: tijdsvolgorde, opsomming, tegenstelling
• Tekstdoelen: overtuigen, amuseren, activeren, instrueren en informeren
• titel, tussenkopjes