3.2 van dorpje tot wereldrijk

1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Het Romeinse Rijk


2. Van dorpje tot wereldrijk

Slide 2 - Diapositive

Leerdoel

Aan het eind van deze les kun je uitleggen hoe de stadsstaat Rome een groot keizerrijk werd.

Slide 3 - Diapositive

Wat weet jij eigenlijk
van de Romeinen?

Slide 4 - Carte mentale


De Romeinse Republiek
(509 v. Chr. - 27 v. Chr.)

  • De laatste koning wordt verdreven
  • De Romeinen besluiten om Rome zélf te gaan besturen.

Slide 5 - Diapositive


Koninkrijk?


  • De stadstaat Rome is ooit een koninkrijk geweest, hoewel daar erg weinig over bekend is.

  • En of het verhaal van Romulus en Remus waar is....?

Slide 6 - Diapositive


De Romeinse Republiek
(509 v. Chr. - 27 v. Chr.)

  • De laatste koning wordt verdreven
  • De Romeinen besluiten om Rome zélf te gaan besturen.

Slide 7 - Diapositive

De Romeinse Republiek
De republiek wordt bestuurd door de senaat ('raad van ouderen'). Dit waren rijke Romeinen.

  • Het volk kiest elk jaar 2 leiders: consuls

  • Zij voerden de besluiten van de senaat uit.

  • Dus geen democratie

Slide 8 - Diapositive

Wie heeft de macht in de Republiek Rome?
A
De senaat
B
De koning
C
De consuls
D
Het volk

Slide 9 - Quiz


Het Romeinse Rijk groeit!

  • Wat begon als een kleine stad groeit in een paar eeuwen uit tot een enorm rijk.
  • Legeraanvoerders, zoals Julius Caesar, veroveren grote delen van Europa.
  • Op deze kaart zie je de veroveringen tussen 500 v. Chr. tot ongeveer 40 v. Chr.
  • Goede wegen, een sterk leger en de limes zorgen voor veiligheid

Slide 10 - Diapositive

les 2 van 3.2

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive


Alle wegen leiden naar Rome

In hun hele rijk leggen de Romeinen verharde wegen (via) aan. 
Hierdoor kan niet alleen het Romeinse leger snel in alle uithoeken van het rijk zijn, maar ook handel wordt hierdoor makkelijker.

En inderdaad: alle wegen leiden écht naar Rome!

Slide 13 - Diapositive

Welk volk werkte veel samen met de Romeinen?
A
Hunnen
B
Grieken
C
Germanen
D
Egyptenaren

Slide 14 - Quiz

Waarom waren de wegen belangrijk voor de Romeinen?
A
Zo kon het leger zich snel verplaatsen
B
Het was goed voor de handel
C
Anders konden mensen niet in Rome komen
D
Om indruk te maken op andere volken

Slide 15 - Quiz

Waarom werkten de Germanen samen met de Romeinen.
A
Om met ze te handelen.
B
Omdat zij het bestuur goed vonden.
C
Omdat ze verslagen waren door de Romeinen
D
Omdat zij delen van de cultuur over wilden nemen.

Slide 16 - Quiz


Limes


Na de dood van Ceasar veroveren de Romeinen de laatste gebieden van hun enorme rijken. Ze maken vaak gebruik van natuurlijke grenzen zoals: zeeën, rivieren, bergen en woestijnen.
Maar als het nodig is bouwen ze een versterkte grens met wachttorens en forten. Zo'n grens heet limes

Slide 17 - Diapositive


De Limes in Nederland


In Nederland is de grens van het Romeinse Rijk de rivier Rijn
Langs deze rivier bouwen de Romeinen forten en wachttorens.

Vanaf de grens kunnen ze de stammen in het noorden van het Rijk 
in de gaten houden, maar óók handel met ze drijven.

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Lien


De Limes in Nederland


In Nederland is de grens van het Romeinse Rijk de rivier Rijn. Langs deze rivier bouwen de Romeinen forten en wachttorens.

Vanaf de grens kunnen ze de stammen in het noorden van het Rijk in de gaten houden, maar óók handel met ze drijven.
Reconstructie van Castra Noviomagus (Nijmegen)

Slide 20 - Diapositive

Wat is de Romeinse limes?
A
Een Romeins fort
B
De grens van het Rijk
C
Een Romeinse wachttoren
D
De muur van de stad Rome

Slide 21 - Quiz


De Limes in Nederland


In Nederland is de grens van het Romeinse Rijk de rivier Rijn. Langs deze rivier bouwen de Romeinen forten en wachttorens.

Vanaf de grens kunnen ze de stammen in het noorden van het Rijk in de gaten houden, maar óók handel met ze drijven.
Bij Nijmegen (Noviamagus) en Xanten (Castra Vetera) lagen castra. Een castra is een groot fort, meestal voor een legioen. Dit was een leger van ongeveer 6000 soldaten.
Bij Utrecht (Trajectum) lag een castellum. Een castellum is een klein fort, meestal voor een cohort. Dit was een leger van ongeveer 600 soldaten.
De wachttoren die je bij de vorige slide zag, stond bij Vechten (Fectio)
De Tubanten (Tubanti) waren Germanen die in het oosten van het huidige Nederland woonden. De naam kom je tegenwoordig in dit gebied nog regelmatig tegen: de naam Twente is er van afgeleid, net als de naam van de regionale krant Tubantia.
De Bataven woonden in het gebied rond de grote rivieren. Dit gebied heet tegenwoordig de Betuwe, en vermoedelijk komt de naam van de Bataven

Slide 22 - Diapositive

Wat is de Romeinse limes?
A
Een Romeins fort
B
De grens van het Rijk
C
Een Romeinse wachttoren
D
De muur van de stad Rome

Slide 23 - Quiz

In veel boeken over de Romeinen wordt regelmatig gesproken over: Imperium Romanum.

Wat zou dit betekenen?
A
Romeinse Leiders
B
Romeinse Tijd
C
Romeinse Vrede
D
Romeinse Rijk

Slide 24 - Quiz


Burgeroorlogen
133 v. Chr. tot 44 v. Chr.



  • Heersen over dit machtige rijk, dat wil iedereen wel!
  • Tussen de machtigste Romeinse mannen ontstaat een aantal ruzies die uitlopen in burgeroorlogen

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Vidéo

Slide 27 - Vidéo

Slide 28 - Vidéo


Julius Caesar wordt vermoord
44 v. Chr.



  • Julius Caesar wordt steeds machtiger. 
  • Tegenstanders denken dat Caesar zelfs koning wil worden: ze moeten hem tegenhouden!
  • In de Senaat wordt Caesar door andere senatoren vermoord.

Slide 29 - Diapositive


Caesar Augustus
27 v. Chr. - 14 n. Chr.



  • Augustus neemt wraak en zorgt voor rust en vrede.
  • De senaat bedankt hem hiervoor en geeft de titel Augustus ('de verhevene') te geven. 
  • Augustus wordt de eerste keizer van het Romeinse Rijk.

Slide 30 - Diapositive

Wat is de juiste volgorde over het bestuur van het Romeinse Rijk?
A
koninkrijk-republiek-keizerrijk
B
republiek-keizerrijk-koninkrijk
C
keizerrijk-koninkrijk-republiek
D
koninkrijk-keizerrijk-republiek

Slide 31 - Quiz

Julius Caesar was de eerste keizer van het Romeinse Rijk
A
Waar
B
Niet waar

Slide 32 - Quiz

Waarom werd Julius Caesar vermoord?
A
Hij was een slechte keizer
B
Hij werd te machtig
C
Hij had de keizer beledigd
D
Hij had een veldslag verloren

Slide 33 - Quiz

Hoe heet de eerste keizer van het Romeinse Rijk?

Slide 34 - Question ouverte