Thema 4 Muziek spelling en grammatica

• NT2
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 4

Thema 5 Spelling en Grammatica

Zelfstandige naamwoorden

- Enkelvoud: als het om een persoon of een ding gaat.

- Meervoud: als het om meerdere personen of dingen gaat.

- Zelstandige naamwoorden eindigen vaak op -en of -s

Enkelvoud:

1. de artiest

2. een couplet

3. het orkest

4. de gitaar

5. het bedrijf 

Meervoud:

1. de artiesten

2. vijftien coupletten

3. twee orkesten

4. vijf gitaren

5. de bedrijven

Zelfstandige naamwoorden met een dubbele klinker

Een zelfstandig naamwoord met een dubbele klinker (aa, ee, oo, uu) in het enkelvoud schrijf je in het meervoud met 1 klinker.

het mengpaneel   -   de mengpanelen

de boot   -   de boten

de zaal   -   de zalen

de toon   -   de tonen

Wat is het meervoud van boot

1. boten
2. booten

Wat is het meervoud van de muzieknoot?

1. de muzieknoten
2. de muzieknooten

Wat is het meervoud van plaat

1. platen
2. plaaten

Wat is het meervoud van gitaar?

1. Gitaren
2. Gitaaren

Wat is het meervoud van boom?

1. bomen
2. boomen

Verdubbelaar

Een zelfstandig naamwoord dat in het enkelvoud eindigt op een klinker en een medeklinker krijgt in het meervoud een extra medeklinker. Zo blijft de klank van het zelfstandig naamwoord hetzelfde.

- het muziekstuk   - de muziekstukken

- de bas   - de bassen

Wat is het meervoud van bos?

1. bosen
2. bossen

Wat is het meervoud van schoolvak?

1. schoolvaken
2. schoolvakken

Wat is het meervoud van muzieknoot?

1. muzieknoten
2. muzieknoten

Zelfstandige naamwoorden met -s

Zelfstandige naamwoorden die op -s eindigen krijgen vaak een z in het meervoud.

- muis    - muizen

- sinterklaas   - sinterklazen

Uitzonderingen: mens, wens, krans

Maken:

Boek:

-   opdracht 1 tm 8 ( blz 18 tm 24)

Studiemeter:

- spelling en grammatica oefening 1