Klas 3 KBL/BBL/GTL - Hoofdstuk 2 (Herhaling 1/3)

Herhaling Par 1 t/m 3
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 3

Cette leçon contient 19 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Herhaling Par 1 t/m 3

Slide 1 - Diapositive

Wat hadden we gedaan?
Par 1: Energiecentrales
Hoe ontstaat stroom, waar komt het vandaan.
Par 2: Energiebronnen
Wat voor energiebronnen zijn er. Hoe heten ze.
Par 3: Gevolgen energiegebruik
Wat gebeurt er als je veel energie gebruikt.


Slide 2 - Diapositive

Paragraaf 1 was dit....

Slide 3 - Diapositive

Een energiecentrale werkt als volgt..
1. In de centrale wordt brandstof verbrand.
2. De warmte die dit oplevert, wordt gebruikt om koud water te verwarmen.
3. Het koude water stroomt door leidingen langs de warme lucht, gaat koken en wordt stoom.

Slide 4 - Diapositive

Een energiecentrale werkt als volgt..
4. Aan het eind van de leiding spuit de stoom tegen een turbine aan.

5. De schoepen van de turbine gaan ronddraaien. De warmte-energie is nu omgezet in bewegingsenergie.

6. De turbine is verbonden met een magneet met koperdraad. Door beweging gaan elektroden bewegen, waardoor je elektrische energie krijgt.

Slide 5 - Diapositive

Centrale naar huis
Elektriciteit gaat via elektriciteitsmasten, maar de spanning erop is nog veelte hoog.

Daarom moeten deze eerst naar verdeelstations, waardoor de spanning wordt verlaagd en verdeeld.
Dat gaat ook in stapjes...

Slide 6 - Diapositive

Verdeelstations
1. Elektriciteit gaat naar een verdeelstation, de spanning wordt hier verlaagd.
2. Elektriciteit gaat dan door ondergrondse leidingen naar een transformator, hier wordt het bruikbaar voor een huis.
3. Tot slot komt het bij je meterkast en wordt het verdeeld.

Slide 7 - Diapositive

Paragraaf 2 zag er zo uit

Slide 8 - Diapositive

Nederlandse energie
Nederland gebruikt verschillende energiebronnen, om energie op te wekken.

Dit zijn twee soorten bronnen:
1. Fossiele Energiebronnen
2.Hernieuwbare Energiebronnen

Slide 9 - Diapositive

Steenkool
Aardolie

Slide 10 - Diapositive

Hernieuwbare energiebronnen
- Kunnen niet op raken.
- Kan je hergebruiken!

Denk hierbij aan:
Zon, Wind, Water.

Slide 11 - Diapositive

Zonnepanelen
Windmolens

Slide 12 - Diapositive

Grijs en groen
Elektriciteit noem je ook wel stroom. Dat kan je onderverdelen in Grijze stroom en Groene stroom.

Grijze Stroom komt uit fossiele brandstoffen en zorgt voor CO 2.

Groene stroom komt uit hernieuwbare bronnen, zonder CO 2.

Slide 13 - Diapositive

En paragraaf 3 was..

Slide 14 - Diapositive

Goedkoop, maar 'eindig'
Heel de wereld gebruikt vooral grijze stroom (fossiele brandstoffen).

Deze zijn namelijk goedkoop, te winnen/verwerken/importeren.

Het nadeel is dat ze niet-hernieuwbare energiebronnen zijn.

Slide 15 - Diapositive

Milieuvervuiling
Niet-hernieuwbare energiebronnen zijn schadelijk voor het milieu.
--> Dat is de omgeving waarin je leeft.

Je krijgt bijvoorbeeld luchtvervuiling, wat slecht is voor je gezondheid.

Slide 16 - Diapositive

Schone lucht
Energiebronnen die niet eindig zijn en geen milieuvervuiling veroorzaken noem je duurzame energiebronnen.

Duurzame energie kan je ook krijgen uit afvalverbranding. Dat gaat met restafval en biobrandstoffen.

Slide 17 - Diapositive

Biobrandstoffen
Restafval

Slide 18 - Diapositive

Ruimte in beslag
Nadelen van duurzame energiebronnen:

- Zonnepanelen nemen ruimte in en de zon schijnt niet altijd.
- Biobrandstoffen hebben veel ruimte nodig.
- Windmolens zorgen voor horizonvervuiling.

Slide 19 - Diapositive