Conditionals: zero, first, second, third

Conditionals


Conditionals zijn voorwaardelijke zinnen; soort als ....., dan ......
Een conditional sentence bestaat uit twee delen, een hoofdzin en een zinsdeel met if.
Als if in het eerste zinsdeel staat, gebruik je een komma. Als if in het tweede zinsdeel staat is een komma niet nodig.
*Er zijn vier soorten conditionals: zero, first, second, third
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Conditionals


Conditionals zijn voorwaardelijke zinnen; soort als ....., dan ......
Een conditional sentence bestaat uit twee delen, een hoofdzin en een zinsdeel met if.
Als if in het eerste zinsdeel staat, gebruik je een komma. Als if in het tweede zinsdeel staat is een komma niet nodig.
*Er zijn vier soorten conditionals: zero, first, second, third

Slide 1 - Diapositive

Zero Conditional
Vorm: bij de zero conditional gebruik je in beide zinsdelen dezelfde tijd: de Present Simple.

Gebruik: voor zaken die absoluut gebeuren, zoals wetenschappelijke feiten en algemene waarheden.

Slide 2 - Diapositive

Zero conditional

Slide 3 - Diapositive

First Conditional
Vorm: bij de first conditional gebruik je verschillende tijden in de twee zinsdelen. Bij if gebruik je de Present Simple en in het andere zinsdeel will + een werkwoord.

Gebruik: als het best waarschijnlijk is dat iets gaat gebeuren, nu of in de toekomst.

Slide 4 - Diapositive

First conditional

Slide 5 - Diapositive

Second Conditional
Vorm: bij de second conditional gebruik je verschillende tijden in de twee zinsdelen. Bij if gebruik je de Past Simple en in het andere zinsdeel would + een werkwoord.

Gebruik: als het niet waarschijnlijk is dat iets gaat gebeuren, nu of in de toekomst.

Slide 6 - Diapositive

Second conditional

Slide 7 - Diapositive

Third Conditional
Vorm: bij de third conditional gebruik je verschillende tijden in de twee zinsdelen. Bij if gebruik je de Past Perfect en in het andere zinsdeel would have + een voltooid deelwoord.

Gebruik: voor zaken die absoluut niet gebeurd zijn in het verleden.

Slide 8 - Diapositive

Third Conditional

Slide 9 - Diapositive

Fill in the zero conditional:
If it ... (rain), the grass ... (get) wet.

Slide 10 - Question ouverte

Fill in the first conditional:
If he ... (go) to Paris next month, he ... (visit) the Eiffel Tower.

Slide 11 - Question ouverte

Fill in the second conditional:
If England ... (have) better weather, it ... (be) the perfect place to live.

Slide 12 - Question ouverte

Fill in the third conditional: If you ....... (study), you .......... (pass) the exam

Slide 13 - Question ouverte

Kies vanaf de volgende vraag zelf 
welke conditional je invult


- feit                                 if + present simple,      present simple
- waarschijnlijk           if + present simple,      will + hele ww
- onwaarschijnlijk     if + past simple,              would + hele ww
- absoluut niet             if + past perfect,             would have + v.dlw

Slide 14 - Diapositive

If she .... (meet) Willam before, she wouldn't marry Tim

Slide 15 - Question ouverte

If it freezes tonight, water ... (turn) into ice

Slide 16 - Question ouverte

If Sarah .... (clean) her room today, she will be allowed to go to the cinema

Slide 17 - Question ouverte

If we won the lottery, I ..... (be) very happy

Slide 18 - Question ouverte

If it .... (snow) tonight,
the coach will cancel the match

Slide 19 - Question ouverte

If we move to a bigger house, I ... (have) my own room

Slide 20 - Question ouverte

If you ....... (tell) me, I definitely would have remembered

Slide 21 - Question ouverte

If you .... (press) this button, you will hear the doorbell

Slide 22 - Question ouverte

If I had brought my camera with me, I ........ (take) a photo

Slide 23 - Question ouverte

Slide 24 - Diapositive