module3-start4

planning 
dinsdag. inoefenen en herhaling hoofdstuk 3
donderdag uitleg 4,1
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

planning 
dinsdag. inoefenen en herhaling hoofdstuk 3
donderdag uitleg 4,1

Slide 1 - Diapositive

2K(s)  +  Cl2  -->  2KCl

We laten 150 mL chloor reageren met voldoende kalium. Hoeveel gram KCl ontstaat er dan? 

Weet je het eindantwoord? stuur dat dan naar mij. 
Wij gaan de vraag in stukjes hakken.

Slide 2 - Diapositive

Welk gegeven heb ik nodig om van mL chloor een massa chloor uit te kunnen rekenen?

Slide 3 - Question ouverte

2K(s)  +  Cl2  -->  2KCl

150 mL   moet gram worden met dichtheid. 

in binas staat 3,21 kg m-3

Slide 4 - Diapositive


2K(s)  +  Cl2  -->  2KCl

hoeveel gram chloor komt overeen met 150 mL chloor
A
482 g
B
0,482
C
0,0214
D
?

Slide 5 - Quiz

2K(s)  +  Cl2  -->  2KCl

in binas staat 3,21 kg m-3  Staat gelijk aan 3,21 g/L  
nu 0,15o liter..   0,482 gram omzetten naar mol....

Slide 6 - Diapositive

0,482 gram chloor is hoeveel mol?
A
0,0136
B
15,2
C
0,00680
D
34,2

Slide 7 - Quiz

2K(s)  +  Cl2  -->  2KCl

0,482 gram omzetten delen door 70,9 = 0,00680 mol

met molverhouding naar KCl.....

Slide 8 - Diapositive

2K(s)  +  Cl2  -->  2KCl

0,482 gram omzetten delen door 70,9 = 0,00680 mol

met molverhouding naar KCl.....

0,00680 X2 = 0,0136 mol KCl    reken om naar gram..

Slide 9 - Diapositive

0,0136 mol KCl is hoeveel gram?

Slide 10 - Question ouverte

Slide 11 - Diapositive

I-

Slide 12 - Diapositive

2,0 liter water met 0,0281M lood(II)-ionen 
Hoeveel mol Pb2+ aanwezig en hoeveel I- heb je dan nodig?
I-

Slide 13 - Diapositive


2,0 liter water met 0,0281M lood(II)-ionen 
Hoeveel mol Pb2+ en hoeveel I-?
2,0 liter water met 0,0281M lood(II)-ionen 
Hoeveel mol Pb2+ en hoeveel I-?
2,0 liter water met 0,0281M lood(II)-ionen
Hoeveel mol Pb2+ en hoeveel I-?
A
0,0568 mol lood-ionen 0,1136 mol jodide ionen
B
0,0568 mol lood ionen 0,0568 mol jodide ionen
C
0,0568 mol lood ionen 0,0284 mol jodide ionen
D
?.

Slide 14 - Quiz

I-

Slide 15 - Diapositive

Hoeveel mol kaliumjodide heb je dan nodig?
I-

Slide 16 - Diapositive

Hoeveel mol kaliumjodide heb je dan nodig?
A
0,1136 mol
B
0,0568 mol

Slide 17 - Quiz

concentratie bekent en mol bekent.
Hoeveel liter is er dan nodig?
I-

Slide 18 - Diapositive

concentratie bekent en mol bekent.
Hoeveel liter is er dan nodig?

Slide 19 - Question ouverte

I-

Slide 20 - Diapositive

einde. 
lees voor morgen paragraaf 4,1 goed door!!

Slide 21 - Diapositive

duurzaamheid

behoeftes van nu en rekening houden met toekomst

grondstoffen raken op!!

Slide 22 - Diapositive

duurzame ontwikkeling

Slide 23 - Carte mentale

Slide 24 - Vidéo

circulaire  chemie

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Vraag 1 in je boek blz 81
A
1
B
3
C
4
D
7

Slide 30 - Quiz

Vraag 2 in je boek blz 81
A
1
B
6
C
10
D
11

Slide 31 - Quiz

Vraag 3 in je boek blz 81
A
1
B
3
C
4
D
7

Slide 32 - Quiz

Vraag 4 in je boek blz 81
A
1
B
6
C
10
D
11

Slide 33 - Quiz

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Diapositive