Y3FR_5-GrammaireExtra

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Bienvenue à un cours de grammaire 

Le but de ce cours

Aan het einde van deze les weet ik hoe ik de passé composé kan maken met de werkwoorden op -er, -re en -ir en heb ik geoefend met de opdrachten uit Grammaire I en II van Unité 1.

Qu'est-ce que tu vas faire pendant ce cours?

Tijdens deze les ga je eerst verder werken aan Grammaire I en Grammaire II. Je maakt de opdrachten die je nog niet hebt gemaakt.  Het is belangrijk dat je deze opdrachten af hebt gemaakt:

Page 16:  exercice 8A + 8B

Page 24: exercice 16A + 16B + 16C

Grammaire I

We gaan beginnen met Grammaire I. Op de volgende slides vind je video's en opdrachten die je kan maken. 

LET OP: Als je exercice 8A en 8B van page 13 af hebt, ga je door naar Grammaire II!

Bekijk nu eerst op page 152 hoe avoir vervoegd wordt (8.5.2: Avoir) en bekijk daarna op page 153 hoe être vervoegd wordt (8.5.4: Être)

De vervoeging van avoir (p.152)

Deze vervoegingen moet je kennen, schrijf ze desnoods over.

De vervoeging van être (p.153)

Deze vervoegingen moet je kennen, schrijf ze desnoods over.

Grammaire I

Maak nu exercice 8A en exercice 8B op page 16 en 17

Tip van de docent: maak gebruik van het werkwoordschema van être en avoir op bladzijde 152 en 153 + het grammaticaoverzicht 9.1, 9.2 en 9.3 op bladzijde 157, 158 en 159. Hier vind je extra uitleg over de passé composé en de imparfait.

Uitleg over de passé composé (1)

Je gaat beginnen met het kijken van een video over de passé composé. In de video wordt er uitleg gegeven over de passé composé, maar er worden ook opdrachten gemaakt. Je kunt de video pauzeren om de opdrachten in de video te maken en te kijken of de stof al goed begrijpt. 

Let op: als je video op de volgende slide niet werkt, ga je naar YouTube en zoek je op 'Mevrouw Akkerhuis - De Passé Composé'

Oefenen met de passé composé (1)

Nu je de video hebt bekeken, ga je aan de slag met het maken van een aantal oefenopdrachten.  Maak nu op page 24 van je werkboek exercice 16A onderdeel 1, 2 en 3.

Tip van de docent: maak gebruik van het werkwoordschema van être en avoir op bladzijde 152 en 153 + het grammaticaoverzicht 9.1, 9.2 en 9.3 op bladzijde 157, 158 en 159. Hier vind je extra uitleg over de passé composé en de imparfait.

Uitleg over de passé composé (2)

Je gaat nu kijken naar een video waarin er uitleg wordt gegeven over de passé composé met 'être' als hulpwerkwoord. 

Let op: als je video op de volgende slide niet werkt, ga je naar YouTube en zoek je op 'Grammaire: le passé composé être - het voltooid deelwoord met zijn'

Oefenen met de passé composé (2)

Nu je de video hebt bekeken, ga je aan de slag met het maken van een aantal oefenopdrachten.  Maak nu op page 25 van je werkboek exercice 16A onderdeel 4,5 en 6.

Tip van de docent: maak gebruik van het werkwoordschema van être en avoir op bladzijde 152 en 153 + het grammaticaoverzicht 9.1, 9.2 en 9.3 op bladzijde 157, 158 en 159. Hier vind je extra uitleg over de passé composé en de imparfait.

Grammaire II

Maak nu exercice 16A, 16B en 16C op bladzijde 24, 25 en 26

Tip van de docent: maak gebruik van het werkwoordschema van être en avoir op bladzijde 152 en 153 + het grammaticaoverzicht 9.1, 9.2 en 9.3 op bladzijde 157, 158 en 159. Hier vind je extra uitleg over de passé composé en de imparfait.

Grammaire Extra

Maak nu exercice 8D, 8E, 16E en 16F op bladzijde 47, 48 en 49

Tip van de docent: maak gebruik van het werkwoordschema van être en avoir op bladzijde 152 en 153 + het grammaticaoverzicht 9.1, 9.2 en 9.3 op bladzijde 157, 158 en 159. Hier vind je extra uitleg over de passé composé en de imparfait.

Als je alles af hebt ga je de werkwoorden en het grammaticaoverzicht leren (p.152,153,157,158,159)