Oefentoets Pluriforme Samenleving

Pluriforme samenleving
1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Pluriforme samenleving

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gaan we doen? 
  • Oefening
  • Klassikaal een lesson up maken met vragen over de toets

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Oefening
Over welke woorden of begrippen wil je nog meer uitleg of heb je nog vragen?

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat bedoelen we met de dominante cultuur?
A
De cultuur van de oudere generatie.
B
De subculturen die naast elkaar leven.
C
De cultuur van de meeste mensen in een land.
D
De cultuur van jongeren.

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke stelling is juist:
A
Nederland is vol
B
Er komen meer mensen binnen dan vertrekken
C
Er vertrekken meer mensen dan binnenkomen
D
In 2019 vertrokken mensen niet

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Naar Nederland verhuizen voor je gezin is een:
A
Politiekmotief
B
Sociaalmotief
C
Economisch motief

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk woord is weggestreept?
A
Gezinsvorming
B
Vluchten
C
Werken
D
Gezinshereniging

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Rond 1960 kwamen er veel immigranten uit Turkije, Marokko & Griekenland. Deze groep mensen werden ook wel ............ genoemd

Slide 8 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Denice (58): "In 1980 veranderde de situatie in mijn land snel. Het leger nam de macht over. Mijn oom werd vermoord. Ik ben zo snel mogelijk naar Nederland verhuisd." Dit is een:
A
Economisch motief
B
Politiek motief
C
Sociaal motief

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In 72 landen is homoseksualiteit strafbaar, daar voor vluchten is een:
A
Economisch motief
B
Politiek motief
C
Sociaal motief

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk begrip past het best bij de Poolse migranten?
A
Asielzoekers
B
Arbeidsmigranten
C
Politiek vluchtelingen
D
Sociale migranten

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat staat er in artikel 1 van de grondwet?

Slide 12 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar of niet waar:
"Met emigratie bedoelen we alle mensen die uit Nederland vertrokken zijn"
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Nederlanders met een migratie-achtergrond hebben gemiddeld gezien een lagere maatschappelijke positie.
Waardoor komt dat?

Slide 14 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Een asielzoeker krijgt alleen een verblijfsvergunning als hij:
A
in zijn eigen land geen werk heeft.
B
in zijn eigen land gevaar loopt.
C
Er veel overstromingen in zijn land zijn

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De Nederlandse cultuur noemen we een individualistische cultuur. Wat bedoelen we daarmee?
A
Dat familiebanden erg belangrijk gevonden worden.
B
Dat de overheid bijna geen rol speelt in de samenleving.
C
Dat er weinig tot geen subculturen bestaan.
D
Dat de nadruk ligt op individuele vrijheid en persoonlijke ontwikkeling.

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer je wilt werken in Frankrijk is dat geen probleem. We hebben een verdrag ondertekend wat dit makkelijk maakt. Hoe heet dat verdrag
A
Universele verklaring van de rechten van de mens
B
Europese verdrag voor de rechten van de mens
C
Vluchtelingen verdrag van Geneve
D
Verdrag van Schengen

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In welk verdrag staat dat een bootvluchteling met een verblijfsvergunning heeft zijn gein naar Nederland mag laten komen?
A
Universele verklaring van de rechten van de mens
B
Europese verdrag voor de rechten van de mens
C
Vluchtelingen verdrag van Geneve
D
Verdrag van Schengen

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In welk verdrag staat dat een land altijd moet onderzoeken of iemand recht heeft op asiel. Hierdoor mag je iemand die asiel aanvraagt niet zomaar wegsturen
A
Universele verklaring van de rechten van de mens
B
Europese verdrag voor de rechten van de mens
C
Vluchtelingen verdrag van Geneve
D
Verdrag van Schengen

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In welk verdrag staat dat iemand die gevaar loopt in zijn eigen land ook een verblijfsvergunning moet krijgen in het land waar hij asiel aanvraagt
A
Universele verklaring van de rechten van de mens
B
Europese verdrag voor de rechten van de mens
C
Vluchtelingen verdrag van Geneve
D
Verdrag van Schengen

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Geef in eigen woorden aan wat discriminatie is

Slide 21 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Zijn de uitspraken een vooroordeel of stereotype?
1. “Achterhoekers kun je niet verstaan.”
2. “Volgens mij slaan veel jongeren uit de Achterhoek in het weekend wel een kratje bier achterover.”

A
1 is een vooroordeel, 2 is een stereotype.
B
1 en 2 zijn vooroordelen.
C
. 1 is een stereotype, 2 is een vooroordeel.
D
1 en 2 zijn stereotypen.

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk begrip past het best bij 'carnaval vieren':
A
Dominante cultuur
B
Subcultuur
C
Wij-cultuur

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat past bij integratie?
Wat past bij integratie?
A
Extra Nederlandse taallessen
B
Aparte scholen voor migranten
C
Onderwijs in eigen taal
D
In een ander land gaan wonen

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Niet nadenken en een ouder persoon met U aanspreken heeft te maken met:
A
Groepsidentiteit
B
Saamhorigheid
C
Internalisatie
D
Identificatie

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke zin past het best bij het begrip: tolerantie:
A
Iedereen is gelijk voor de wet
B
Mensen met een migratie achtergrond
C
Polarisatie
D
Accepteren dat groepen anders leven

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Integratie
Assimilatie
Segregatie
Inburgeringscursus
Zwarte en witte scholen
Andere taal overnemen
Aanpassen aan nieuwe cultuur
Opgaan in nieuwe cultuur
Eigen cultuur behouden

Slide 27 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wel discriminatie
Geen discriminatie
Anna heeft beter geleerd dan Pieter en haalt een hoger cijfer.
Youssef krijgt meer betaald dan Eva voor hetzelfde werk.
Femke krijgt vervelende reacties op Facebook omdat ze getrouwd is met een vrouw
Nico geeft over alles en iedereen zijn mening op Twitter.

Slide 28 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleep naar juiste politieke stroming
Sociaal-democratie
Christen-
democratie
Liberalisme
Er moeten zo min mogelijk regels en wetten zijn. 
Geld van de rijken moet naar de armen.
Het christendom hoort echt bij de Nederlandse cultuur

Slide 29 - Question de remorquage

stockfoto-ID: 794052427
stockfoto-ID: 576924178
Voor Lina is familie heel belangrijk. Elke week helpt ze haar oma met boodschappen en kookt ze voor haar.
Welk begrip past bij dit voorbeeld?
A
collectivistische cultuur
B
individualistische cultuur

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Politieke stromingen hebben allemaal een andere mening over integratie. Bij welke stroming past deze uitspraak?

'er moeten strenge regels komen over immigratie en nieuwkomers moeten zelf onderwijs en werk regelen'
A
sociaal democraten
B
liberalen
C
christen-democraten

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Sociale ongelijkheid?
Lotte (25): ‘Het bedrijf heeft de baan niet aan mij gegeven maar aan een man.
Waarschijnlijk omdat het bedrijf denkt dat ik snel moeder wil worden en met verlof ga.’
Discriminatie? 
Lotte (25): ‘Het bedrijf heeft de baan niet aan mij gegeven maar aan een man. Waarschijnlijk omdat het bedrijf denkt dat ik snel moeder wil worden en met verlof ga.’
A
Wel
B
Niet

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Integratie
Segregatie
Assimilatie

Slide 33 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Een baan is de beste manier om te integreren. Daarom willen wij de sociale zekerheid voor migranten beperken. Als mensen te snel in een uitkering belanden, lopen zij een langdurige achterstand op. Dat vinden wij niet eerlijk. 
Samen wonen in gemengde wijken, samen naar school op gemengde scholen en samen werken en bouwen aan een gemeenschappelijke toekomst.
Integratie verloopt het beste via (vrijwilligers)werk of stage en het eigen maken van taal en burgerschapswaarden gaat het beste als je die direct in de praktijk kun toepassen en ontwikkelen. 
Integratie betekent meedoen! Immigranten moeten de taal leren, een diploma halen, een baan zoeken en zich aan de regels houden. Werken en scholing zijn het belangrijkste voor een geslaagde integratie. 
Harde uitspraken over het integratiebeleid van Nederland. De partij wil een verbod op boerka's en de koran. Nieuwe moskeeën mogen er niet meer bij komen en islamitische scholen moeten worden gesloten. 
ChristenUnie
D66
PVV
VVD
SP

Slide 34 - Question de remorquage

Interessant is te wijzen op de nadruk op integratie als wederzijdse inspanning of 'aanpassen aan'. 
Oefening
Heb je nog steeds vragen over de woorden en begrippen die in het begin van de les nog onduidelijk waren?

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Heel veel succes!!
Heel veel succes!!!

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions