8 november
Je laat iets weg.
Het zijn er meer.
's ochtends
m'n
ski's
menu's
's nachts
diploma's
auto's
casino's
kilo's
s' middags
't is
1 / 25
La durée de la leçon est: 30 minÉléments de cette leçon
Je laat iets weg.
Het zijn er meer.
's ochtends
m'n
ski's
menu's
's nachts
diploma's
auto's
casino's
kilo's
s' middags
't is
Slide 1 - Question de remorquage
jas
klein
stoel
brief
kip
sterk
rat
plein
tas
doel
werk
dief
lip
mat
Slide 2 - Question de remorquage
naar beneden gaan
Een bak om afval in te vervoeren
afdalen
Container
Slide 3 - Question de remorquage
het edelmetaal
Gangenstelsel
Een kostbaar metaal zoals goud of zilver
Een aantal gangen dat met elkaar verbonden is.
Slide 4 - Question de remorquage
Welke woorden horen bij elkaar?
pad
slot
weg
glas
bad
dak
schip
bezigheid
sloten
glazen
schepen
paden
bezigheden
wegen
baden
daken
Slide 5 - Question de remorquage
Ik geef het boek .....................................
Berat maakt .....................................
Vader bakt veel .....................................
Chaima eet .......................................
aan sinterklaas
een verlanglijstje
pepernoten
pepernoot
Slide 6 - Question de remorquage
de dassenburcht
het grondwater
Een hol van een das, zoogdiermet wit en zwarte strepen
het water uit de bodem
Slide 7 - Question de remorquage
De slaapkamer
Dingen die je in de slaapkamer ziet.
Slide 8 - Question de remorquage
De huiskamer
Dingen die je in de huiskamer vindt.
Slide 9 - Question de remorquage
De badkamer
Dingen die je vindt in de badkamer.
Slide 10 - Question de remorquage
meervoud op -s
meervoud op -en
lepel
kleur
tekst
bloem
beest
broer
emmer
pasje
gang
kamer
bed
zaal
kleed
brief
jongen
Slide 11 - Question de remorquage
meervoud op -s
meervoud op -en
meervoud op 's
lepel
kleur
tekst
bloem
beest
broer
emmer
pasje
pyama
oma
paraplu
hobby
auto
gang
Slide 12 - Question de remorquage
Keuken
Dingen in de keuken
Slaapkamer
Dingen in de slaapkamer
Badkamer
Dingen in de badkamer
Huiskamer
Dingen in de huiskamer
Slide 13 - Question de remorquage
Op maandag ga ik
met de ... naar school.
Op woensdag steek ik ....
om iets te vertellen.
Op vrijdag hebben we
een andere ...
juf
mijn vinger op
fiets
Slide 14 - Question de remorquage
Slide 15 - Question de remorquage
Slide 16 - Question de remorquage
Sleep de woorden naar het juiste vak.
sch
ei
au
ou
zeil
geit
school
blauw
oud
schuin
lauw
wei
stout
gauw
schat
goud
schuur
kous
kauw
schip
zout
auto
kei
kou
Slide 17 - Question de remorquage
Sleep de woorden naar het juiste vak.
s
d
a
o
mol
dief
gas
reus
sip
kat
tas
soep
deuk
tak
dier
hok
duik
rot
saar
zat
dijk
los
sop
huis
Slide 18 - Question de remorquage
Sleep de woorden naar het juiste vak.
eu
ui
oe
ij
wijs
uil
boek
reus
neus
zoek
ijs
boer
deuk
bij
luis
koek
duik
leuk
pijl
beuk
dijk
ruik
moe
huis
Slide 19 - Question de remorquage
Slide 20 - Question de remorquage
Slide 21 - Question de remorquage
Slide 22 - Question de remorquage
Slide 23 - Question de remorquage
Slide 24 - Question de remorquage
e
r
e
v
