GS GM4 6.4: Nederlandse samenleving na 1989

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo g, t, mavo
• Leerjaar 3

Geschiedenis - Gemengd/Mavo 4

Nederlandse samenleving na 1989

Ieder EU-land heeft ook de Euro.

1. Waar
2. Niet waar

Heeft 751 leden.

1. Europese Unie
2. Europese Commissie
3. Europees Parlement
4. Raad van Ministers

Mag wetsvoorstellen doen.

1. Europese Unie
2. Europese Commissie
3. Europees Parlement
4. Raad van Ministers

Mag wetsvoorstellen goed- of afkeuren.

1. Europese Unie
2. Europese Commissie
3. Europees Parlement
4. Raad van Ministers

Is een andere groep mensen afhankelijk van het onderwerp.

1. Europese Unie
2. Europese Commissie
3. Europees Parlement
4. Raad van Ministers

Wordt gekozen door de bevolking van de Europese Unie.

1. Europese Unie
2. Europese Commissie
3. Europees Parlement
4. Raad van Ministers

Bestaat uit 28 leden.

1. Europese Unie
2. Europese Commissie
3. Europees Parlement
4. Raad van Ministers

Controleert de Europese Commissie

1. Europese Unie
2. Europese Commissie
3. Europees Parlement
4. Raad van Ministers

Wat is niet waar?

1. EU-wetten gaan boven die van een lidstaat.
2. EU-wetten gelden soms maar voor één land.
3. EU-wetten gelden voor alle lidstaten.
4. EU-wetten worden door twee groepen gekeurd.

Leerdoelen

• Je weet hoe het verliep met de economie en de verzorgingsstaat in Nederland na 1980.
  
• Je weet hoe Nederland een multiculturele samenleving werd en de gevolgen voor ‘de Nederlandse’ identiteit.
  
• Je weet hoe de Nederlandse politiek veranderde door poldermodel, populisme en globalisering.

• Werkloosheid
• Vergrijzing
• Studiefinanciering
• Scheidingen
• Uitkering (on)terecht geen schande
• Koppelingen (hoge) lonen & uitkeringen
• Werken minder aantrekkelijk
• Meer flexwerkers
• Verplaatsing werk naar buitenland

• Verlagen uitkeringen
• Controle op uitkeringen
• Deeltijd/thuiswerk makkelijker
• Arbeidsongeschikten opnieuw keuren
• Uitkeringsaanvragen controleren
• Sollicitatieplicht
• Pensioenleeftijd 65 naar 67
• Verbetering rechten tijdelijke werknemers
• Studiebeurs vervangen voor korte(re) studielening

Onbetaalbare Verzorgingsstaat

• Ontzuiling
• Secularisatie
• Jongerenculturen
• Meer welvaart

Zorgen ervoor dat mensen eigen normen en waarden krijgen en een eigen levensstijl kiezen: individualisering. 

• Economische problemen
• Te dure verzorgingsstaat

Overheid, werknemers en vakbonden werken samen: poldermodel. 

Lonen bevriezen: minder kosten > goedkopere producten > meer export > betere economie > minder werkloosheid. 

Individualisering en Poldermodel

Multiculturele samenleving

• Indonesiërs (na onafhankelijkheid 1949)
• Gastarbeiders (te veel aan werk (tijdelijk) overnemen)
• Surinamers (rond onafhankelijkheid 1973-1983)
• Antillianen (huidige onderdelen koninkrijk)
• Arbeidsmigranten (voornamelijk uit Oost-Europa)
• Vluchtelingen (voornamelijk uit Afrika en Midden-Oosten)

De multiculturele samenleving is mislukt

• Gastarbeiders ontslagen (1980)
• Veel werkloosheid onder migranten

Foute conclusie: Alle migranten leven van een uitkering. Alle culturen leven gelijkwaardig naast elkaar

Nieuwe verzuiling: 

Veel gastarbeiders, immigranten uit (oud-)kolonies, arbeidsmigranten en vluchtelingen leefden naast elkaar en niet mét elkaar. 

Populisme

• Negatief beeld over allochtonen (criminaliteit e.a. problemen)
• Politiek negeerde of ontkende het probleem

Gevolg:

• Mensen raakten vertrouwen in politiek en politieke partijen kwijt
• Opkomst van populisme: 'het volk heeft altijd gelijk'

Pim Fortuyn (Leefbaar Nederland)

• Negatief over islam
• Gewone mensen
• Vermoord in 2002 vlak voor de verkiezingen

Nederlandse Identiteit

• De multiculturele samenleving is mislukt (2010/2011)
• Internet: enorme vrijheid, informatie(bronnen), nieuws, trends

• Globalisering: meer en meer contacten over de hele wereld, communicatie, handel, migratie

Wat maakt de Nederlanders uniek? Wat is onze identiteit?

Wat is GEEN oorzaak van de kritiek op de verzorgingsstaat?

1. Individualisering
2. Ontzuiling
3. Poldermodel
4. Secularisatie

In het harmoniemodel werkte drie groepen samen, net als bij het poldermodel. Welke hoort er NIET bij?

1. Vakbonden
2. Koninklijke familie
3. Overheid
4. Werkgevers

Wat was de oplossing van het poldermodel om de economie te verbeteren?

1. Lonen tijdelijk niet meer laten stijgen
2. Lonen tijdelijk meer laten stijgen
3. Meer werk naar het buitenland verplaatsen
4. Gastarbeiders halen voor werk in Nederland

Waarom was de multiculturele samenleving volgens sommigen mislukt?

1. Er waren te veel culturen in Nederland
2. Nederland was te vol
3. Culturen leefden in zuilen langs elkaar
4. Allochtonen werden gediscrimineerd

Wat was een oorzaak voor de opkomst van het populisme?

1. Discriminatie door Nederlanders
2. De bevolking kreeg een andere mening
3. Politici ontkenden sommige problemen
4. Negatief beeld over allochtonen

Wat waren twee kenmerken van Pim Fortuyn (en Leefbaar Nederland)?

1. Hij vond dat Nederland vol was
2. Hij zei op te komen voor het 'gewone' volk
3. Hij vond dat NL-ers zich aan moesten passen
4. Hij liet zich negatief uit over de Islam

Wat was GEEN oorzaak voor de twijfels over de Nederlandse identiteit?

1. Populisme
2. Globalisering
3. Multiculturele Samenleving
4. Internet

Wat vond je van deze les? Heb je nog tips?