H2: 2.1 Molecuulmodel les 1

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Startklaar:  Maak opdracht 

Benodigheden

- Schrift

- Pen, potlood

- Laptop

- JDW-map

LessonUp: 

JA!

Telefoons 

We gaan starten!

                                                                                               Wachttijd:

H2: Chemische reacties

2.1: Molecuulmodel

2.2 Mengen of reageren

2.3 Ontleding

2.4 Massa bij chemische reacties

Lesprogramma

1. Huiswerk controle 
2. Terugblik
3. Leerdoelen
4. Instructie
5. Nabespreking
6. Afsluiting

Huiswerkcontrole

Over welke opgaven van
het huiswerk zijn er vragen?

Terugblik

VOORKENNIS:

• Faseovergangen.
• 3-fasen.
• Mengsels.
• Scheidingsmethoden. 

Een zuivere stof is nooit

1. Helder
2. Troebel
3. Gekleurd
4. Kleurloos

Bekijk de grafiek hier naast goed. In welke fase bevindt de stof zich bij
t = 7min?

1. Vast en Vloeibaar
2. Vloeibaar
3. Vloeibaar en gasvormig
4. Kun je niet zeggen

630 dm³ = ... m³

1. 63
2. 6,3
3. 630 000
4. 0,630

Ellen doet in een reageerbuis een spatelpunt van een vaste stof. Als zij hier water bij doet en gaat schudden is even later de vaste stof helemaal verdwenen. Het mengsel dat dan in de reageerbuis zit noemt je een:

1. Suspensie
2. Oplossing
3. Emulsie
4. Neerslag

Carlo schudt een vaste stof met water. Na enige tijd zit de stof weer op de bodem van de buis. Er lijkt niets te zijn opgelost. Carlo gaat na of er toch iets van de stof is opgelost door:

1. Destilleren en daarna het destillaat indampen
2. Extraheren en daarna de vloeistof filtreren
3. Filtreren en daarna het filtraat indampen
4. Indampen en daarna de vaste stof oplossen

Leerdoelen 2.1 Molecuulmodel

1. Je kan uitleggen wat een molecuul is en waarom we deze gebruiken.
2. Je kan uitleggen wat het molecuulmodel is en hoe deze eruit ziet voor de 3 fases: vast, vloeibaar en gas.
   
3. Je kan uitleggen wat macro- en microniveau inhoud en hoe deze verschillen.
   
4. Je kent de definities van alle 6 faseovergangen en kan uitleggen in het molecuulmodel wat er verandert.
   
5. Je weet hoe het scheiden van mengsels werkt op microniveau.
   

 

Waaruit bestaan moleculen

Atomen 

aangeven met letters

atoombinding

Hoe zitten moleculen in elkaar?

Atomen 

aangeven met letters

atoombinding

Atomen

Atomen 

aangeven met letters

atoombinding

Molecuulmodel.

1. Een model is een hulpmiddel
2. Je ziet een molecuul als een bolletje. 

Uitgangspunten molecuulmodel:

1. Elke stof bestaat uit kleine deeltjes: moleculen.
2. Elke stof heeft zijn eigen soort moleculen.
3. Moleculen zijn altijd in beweging.
4. Moleculen trekken elkaar aan.

Het Molecuulmodel

Vaste stof

Macroniveau

- Moeilijk te vervormen

- Kan zich niet zelf verplaatsen

Microniveau

- De moleculen zitten heel dicht op elkaar, trillen. 

- Trekken elkaar heel sterk aan

Vloeistof

Macroniveau

- Vervormbaar

- Kan zich bewegen

- Moeilijk samen te persen

Microniveau

- De moleculen bewegen los van elkaar.

- Tussen de moleculen zit meer ruimte dan bij een vaste stof

Gas

Macroniveau

- Neemt vorm van het vat aan

- Makkelijk samen te persen

- Oefent druk uit op wanden

Microniveau

- De moleculen bewegen heel snel en staan ver uit elkaar

- Botsen vaak, oefenen daardoor druk uit

Je kunt het verschil tussen micro- en macroniveau uitleggen.

Bij scheikunde op macroniveau gaat het om waarneembare verschijnselen als stofeigenschappen en reacties. 

Macro-niveau = Alles wat je kunt waarnemen en kunt meten. 

Je kunt het zien, bijvoorbeeld het is een vaste stof

Bij scheikunde op microniveau verklaar je stofeigenschappen en waarnemingen met het molecuulmodel.

Micro-niveau = Verklaren wat je waarneemt op macro-niveau met behulp van modellen zoals het molecuulmodel. 

Je kunt het niet zien.

bv. Bij een gas bewegen de moleculen zeer snel.

Macro en micro niveau

Macro en micro niveau

Faseovergangen

0

Chemische reacties

1. Scheidingsmethode:

                                                                              3.   Chemische reactie!

                                                                          

          2. Faseovergang:                                           

                                                                                  

Atomen 

aangeven met letters

atoombinding

Aan de slag

Opdracht 1 t/m 6 op bladzijde 36 en 37

in je digitale omgeving mag ook!

Je mag samenwerken

Afsluiting: we weten

1. Je kan uitleggen wat een molecuul is en waarom we deze gebruiken.
2. Je kan uitleggen wat het molecuulmodel is en hoe deze eruit ziet voor de 3 fases: vast, vloeibaar en gas.
   
3. Je kan uitleggen wat macro- en microniveau inhoud en hoe deze verschillen.
   
4. Je kent de definities van alle 6 faseovergangen en kan uitleggen in het molecuulmodel wat er verandert.
   
5. Je weet hoe het scheiden van mengsels werkt op microniveau.
   

 

Het is duidelijk waar we met het hoofdstuk aan het werk gaan

😒🙁😐🙂😃

Ik begrijp de leerdoelen van deze les?

😒🙁😐🙂😃

De les was leuk?

😒🙁😐🙂😃

Afsluiting

Volgende les:

Huiswerk:

Zet in je Planner!

Opdracht 1 t/m 6 op bladzijde 36 en 37

in je digitale omgeving mag ook!

Dank je wel voor je aandacht.