Mavo 3 oefenen Criminaliteit

 Hoofdstuk 9
Criminaliteit
1 / 46
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 46 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 250 min

Éléments de cette leçon

 Hoofdstuk 9
Criminaliteit

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen?
Bij Maatschappijleer leer je over allerlei onderwerpen die horen bij de samenleving. Eén van deze onderwerpen is criminaliteit. Dit is (ook) een hoofdstuk uit jullie boek Thema’s Maatschappijleer (die je gebruikt in de les).
Dit onderwerp behandelen wij in de vorm van een P.O. Een praktische opdracht. Je hebt je boek wel nodig, maar de vorm van toetsing is dus anders. 
We gaan in ieder geval de aanstaande tijd bezig met het onderwerp criminaliteit.

Slide 2 - Diapositive

Inhoudsopgave deze lessonup

-Hoofdstuk 1 Samenvatting en begrippen invullen 
-Hoofdstuk 2 Praktische opdracht uitleg
-Hoofdstuk 3 Criminaliteit en vragen 
-Hoofdstuk 4 Gedoogbeleid en vragen
-Conclusie 


Slide 3 - Diapositive

Hoofdstuk 1 Samenvatting en begrippen

Vul op de volgende pagina's de ontbrekende woorden in door je lesboek (Hoofdstuk 9) te gebruiken.

Slide 4 - Diapositive

Als je geen rekening houdt met anderen vertoon je.................... gedrag. Dat is niet verboden.

Slide 5 - Question ouverte

Een .......................... is een strafbaar feit dat minder ernstig is. Als je voor een ............................. wordt opgepakt, kun je worden verhoord of zelfs vastgehouden door de politie. Er gelden zwaardere straffen voor en je krijgt een strafblad.

Slide 6 - Question ouverte

Als mensen strafbare feiten plegen, kan er sprake zijn van materiële en van ............................ schade

Slide 7 - Question ouverte

Bij het plegen van strafbare feiten door jongeren kunnen risicofactoren een rol spelen, zoals een slechte opvoeding, groepsdruk, alcohol en ...................., biologische factoren en spijbelen

Slide 8 - Question ouverte

Volgens de politiecijfers komen ............................ veel vaker in aanraking met de politie dan meisjes en vrouwen

Slide 9 - Question ouverte

Volgens de aangeleerd-gedragtheorie worden gewone mensen crimineel door ......................................

Slide 10 - Question ouverte

Volgens de bindingstheorie zorgen .................... ervoor dat je geen criminele dingen doet

Slide 11 - Question ouverte

Volgens de ........................praat iemand zijn eigen foute gedrag goed

Slide 12 - Question ouverte

Je bent een ........................ als de politie denkt dat je iets strafbaars hebt gedaan. De politie mag je dan fouilleren, arresteren en ............................................................

Slide 13 - Question ouverte

Bij gewone zaken wordt het.......................... naar de officier van justitie gestuurd

Slide 14 - Question ouverte

Als een verdachte voor de rechter moet komen, ontvangt hij een ....................................

Slide 15 - Question ouverte

Als iemand een psychische stoornis heeft, heeft hij geen schuld. Dit noemen we .............................................. Zo’n veroordeelde komt dan soms terecht in een tbs-kliniek.

Slide 16 - Question ouverte

Een rechter kan een hoofdstraf opleggen die bestaat uit een gevangenisstraf of een taakstraf, een................................. en eventueel ook nog een bijkomende straf

Slide 17 - Question ouverte

Rechtse partijen leggen de nadruk op .................................en willen harder straffen, vaker supersnelrecht en minder taakstraffen. Linkse partijen zijn vooral voor.................................

Slide 18 - Question ouverte

Hoofdstuk 2 Praktische Opdracht
Op deze pagina leggen we uit wat een praktische opdracht is en wat jullie gaan doen. Een praktische opdracht is een opdracht waarbij je een klein onderzoek doet. Een onderzoek naar iets wat je geleerd hebt. Een onderwerp vanuit de theorie gezien in de praktijk.  
Het gaat bij jullie P.O. om twee onderdelen: criminaliteit en gedoogbeleid.  
Deze twee onderdelen gaan jullie bekijken, uitpluizen en onderzoeken. Door de volgende pagina's te volgen en in te vullen, ga je door het onderzoek. Hoofdstuk 3 zal gaan over criminaliteit en hoofdstuk 4 gaat over het gedoogbeleid.  

Slide 19 - Diapositive

Hoofdstuk 3 Criminaliteit  
Criminaliteit is van alle tijden. Vanaf de eerste samenlevingen hebben we te maken met asociaal gedrag. Om asociaal gedrag te voorkomen, voeden we onze kinderen op met regels, een heleboel regels. Vaak gaat dat hartstikke goed en kunnen we prettig met elkaar samen leven. Maar het gaat ook wel eens fout. 

In deze opdracht ga je aan de slag met drie onderdelen van criminaliteit: het strafbare feit, de rechtsgang en de strafuitvoering. Beantwoord de vragen met behulp van de aangeboden bronnen en het internet.  

Voorafgaand aan de vragen bekijk je de video van SchoolTV over de rechtsgang via deze link van Schooltv

Slide 20 - Diapositive

Heb je het filmpje van de vorige pagina bekeken?
Lees de volgende onderdelen en vul de vragen in. Als je alle onderdelen klaar en voldoende (ter beoordeling van de docent) hebt, sluit je dit onderdeel af.  

Slide 21 - Diapositive

A. Het strafbare feit 
Wanneer iemand de wet overtreedt, is er sprake van een strafbaar feit. Toch is het ene strafbare feit erger dan het andere. Fietsen zonder licht is een lichte overtreding, terwijl het vernielen van een bushokje een zware overtreding is. En misdrijven zijn weer erger dan overtredingen. Zoek uit het wat verschil is tussen een misdrijf en een overtreding (bijvoorbeeld door je boek te gebruiken) en beantwoord de volgende vragen. 

Slide 22 - Diapositive

Geef twee voorbeelden van een overtreding

Slide 23 - Question ouverte

Geef twee voorbeelden van een misdrijf

Slide 24 - Question ouverte

Deze opdracht heet ‘criminaliteit’. Dat betekent ‘alle misdrijven die in de wet staan’. Als je goed leest, mis je hier de ‘overtredingen’. Criminaliteit bevat enkel misdrijven en geen overtredingen.

Waarom valt een overtreding niet onder criminaliteit?

Slide 25 - Question ouverte

B. De rechtsgang 
Als je wordt verdacht van een ernstig strafbaar feit moet je vaak voorkomen bij een rechter. Kijk op de volgende pagina het filmpje: 
"Hoe werkt de Nederlandse rechtspraak?" 

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Vidéo

Noem de 8 stappen van een rechtszaak

Slide 28 - Question ouverte

C. Strafuitvoering 
Voor jongeren (tot en met 18 jaar) kan een boete of een straf van de rechter langdurig vervelend uitpakken. Als je een strafblad hebt vanwege iets doms wat je in je jeugd hebt gedaan, kan dat je toekomst in de weg zitten.  
Daarvoor is de “Halt”-straf bedacht, het alternatief voor vervolging bij de rechter. Kijk op de volgende website voor informatie: https://www.halt.nl/halt-straf/ 

Slide 29 - Diapositive

Wat doet bureau HALT?

Slide 30 - Question ouverte

Waarom heeft de overheid bureau HALT bedacht?

Slide 31 - Question ouverte

Uit welke onderdelen bestaat een HALT-straf? Noem ze alle 5.

Slide 32 - Question ouverte

Hoofdstuk 4 Gedoogbeleid 
Nederland kent iets bijzonders. Het gebruiken van softdrugs is niet verboden. De verslavingskliniek Jellinek omschrijft het als volgt: 
Volgens de Opiumwet is: het bezitten, telen, dealen en exporteren van softdrugs verboden (Opiumwet, lijst II). Zoals je ziet staat gebruik niet in dit rijtje. Dit wil dus zeggen dat gebruik van softdrugs in Nederland niet bij de wet verboden is. Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld Frankrijk waar gebruik wel strafbaar is. Bezit van drugs is echter wel een strafbaar feit. Nu moet je om drugs te kunnen gebruiken, deze drugs ook bezitten. Op die grond zou je volgens de Opiumwet het gebruik toch kunnen vervolgen. 
In deze opdracht gaan we onderzoeken wat het gedoogbeleid (<---link) van Nederland is. Wat is de opiumwet? En werkt het gedoogbeleid wel? Beantwoord de vragen met behulp van de aangeboden bronnen en het internet.  

Slide 33 - Diapositive

A. Gedogen 
In Nederland is het bezitten van drugs dus wél verboden. Op het moment dat je softdrugs koopt bij een coffeeshop, ben je eigenlijk in overtreding. Toch zal het Openbaar Ministerie je niet gaan vervolgen, zolang je ouder bent dan achttien jaar en de softdrugs alleen voor eigen gebruik bedoeld zijn. Dit heet het gedoogbeleid
Omdat softdrugs minder schadelijk zijn voor de gezondheid dan harddrugs, gelden hiervoor soms andere regels. Coffeeshops kunnen onder strenge voorwaarden wiet en hasj verkopen. Zij worden daarvoor niet strafrechtelijk vervolgd. Dit is de essentie van het gedoogbeleid. 

Bron: Rijksoverheid 

Slide 34 - Diapositive

Wat is de betekenis van het woord ‘gedogen’?

Slide 35 - Question ouverte

Leg in je eigen woorden uit wat het gedoogbeleid rondom softdrugs inhoudt. 

Slide 36 - Question ouverte

Bedenk een reden waarom de overheid dit gedoogbeleid heeft.

Slide 37 - Question ouverte

B. Wanneer ben je wél strafbaar? 
Als je ouder bent dan achttien jaar is het bij je dragen van maximaal 5 gram cannabis of hennep toegestaan. Je mag ook vijf cannabisplanten in huis hebben. Een coffeeshop mag kleine hoeveelheden verkopen, maar mag geen grotere voorraad hebben dan 500 gram. 

Slide 38 - Diapositive

Strafbaar of niet strafbaar?

Mees (15 jaar) blowt ‘s avonds heel veel achter de computer
A
strafbaar
B
niet strafbaar

Slide 39 - Quiz

Strafbaar of niet strafbaar?

Rick (23 jaar) dealt hennep bij hem thuis
A
strafbaar
B
niet strafbaar

Slide 40 - Quiz

Strafbaar of niet strafbaar?

Angelique (18 jaar) koopt wekelijks bij de coffeeshop twee jointjes. 
A
strafbaar
B
niet strafbaar

Slide 41 - Quiz

C. Hoe werkt de opiumwet? 

In de Opiumwet is alles rondom hard- en softdrugs geregeld. Er staat onder andere in welke drugs onder harddrugs vallen en welke softdrugs worden gedoogd. 

Er staat ook in de wet dat je als consument een beperkte hoeveelheid softdrugs mag kopen, maar dat het produceren of het helpen bij het produceren van softdrugs is verboden. 

Kijk het filmpje op de volgende pagina. 

Slide 42 - Diapositive

Slide 43 - Vidéo

Wat is, volgens Zondag met Lubach, het probleem van de huidige Opiumwet?

Slide 44 - Question ouverte

Wat is jouw mening over het gedoogbeleid van Nederland? Is het de juiste oplossing, moeten we softdrugs helemaal legaal maken, of moeten we het gedoogbeleid afschaffen? En waarom?

Slide 45 - Question ouverte

Conclusie 
Bij deze opdracht hebben jullie stilgestaan bij verschillende onderdelen van de criminaliteit in Nederland. Je hebt geleerd wat criminaliteit is en wat het gedoogbeleid precies inhoudt. Je hebt aan de hand van alle opdrachten deze hele lessonup doorgewerkt en alles ingevuld.  

Lever deze lessonup in bij je docent door op inleveren te klikken. 

Slide 46 - Diapositive