Startrekenen 1F Domein 1 H6 Breuken deel 3

• Rekenen
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Startrekenen 1F

Domein 1 getallen

Breuken deel 3

Doel:

Aan het einde van deze les: 

- Kan ik breuken bij elkaar optellen en aftellen.

Waar denk je aan
bij het woord
"Breuken"?

Optellen en aftellen

Gelijke noemers

Als de noemers van de breuken gelijk zijn,

kun je de tellers gewoon bij elkaar optellen of aftellen.
Met de noemers hoef je dan niets

te doen.
Dat is lekker makkelijk!

​4​​1​​+​4​​2​​=​4​​3​​

Let goed op: de noemers blijven dus altijd hetzelfde!

​8​​3​​+​8​​4​​=........

1. 1/8
2. 7/4
3. 8/7
4. 7/8

​5​​2​​+​5​​3​​=......

1. 5/5
2. 5/3
3. 1
4. 5/2

​6​​3​​+​6​​1​​=........?

1. 4/12
2. 2/3
3. 2/12
4. 4/6

Wat is vereenvoudigen ook alweer?

Nog even oefenen:
vereenvoudig

​10​​5​​

1. 1/10
2. 1/2
3. 5/2

Let dus goed op!

Je MOET een breuk altijd zo ver mogelijk

VEREENVOUDIGEN !

​8​​3​​+​8​​1​​=​8​​4​​=​2​​1​​

Vereenvoudig:

​10​​4​​

1. 2/5
2. 1/5
3. 2/4

​8​​3​​+​8​​1​​=.......

1. 2/8
2. 4/8
3. 1/2
4. 4/16

​5​​3​​+​5​​1​​=................?

1. 4/5
2. 4/10
3. 2/5

Rekenen met hele breuken !

​5​​5​​=1

​3​​3​​=1

​8​​8​​=1

​3​​1​​+​3​​2​​=1

1−​5​​2​​=​5​​3​​

https:

Reken uit:

1−​6​​4​​=

1−​10​​7​​=

Reken uit:

1−​6​​4​​=

1. 1/3
2. 4/6
3. 2/6
4. 6/4

​5​​3​​+.....=1

Deze les heb ik het volgende geleerd:

Wat leren we vandaag?

Ongelijknamige breuken optellen en aftrekken

Maar eerst even herhalen !

Wat is vereenvoudigen?

Geef een voorbeeld van een breuk die vereenvoudigd is!

- Kijk goed naar de teller en de noemer !

- Door welk getal kan je  zowel de telller als de noemer delen?

Hoe ging dat ook alweer?

Wat zijn gelijknamige breuken ook alweer?

Waar let je op bij breuken
optellen/aftrekken

Geef een voorbeeld van een + som met breuken .

Geef een voorbeeld van een - som met breuken.

Het laatste nieuwe onderdeel:

Ongelijknamige breuken optellen en aftrekken

5 stappen

1. Kijk welke breuk je gelijknamig gaat maken

2. Maak de som gelijknamig

3. Schrijf de som opnieuw op

4. Reken de som uit

5. Vereenvoudig de uitkomst als dat nodig is

Hoe ?

Stap 1.

Stap 2.                                                 ( keer 2)

Stap 3 en 4.      

Stap 5                                                 (delen door 2)

VOORBEELD:

​2​​1​​+​6​​1​​=

​2​​1​​

​2​​1​​=​6​​3​​

​6​​3​​+​6​​1​​=​6​​4​​

​6​​4​​=​3​​2​​

En dan nu oefenen!

Gebruik het hulp blad !!!

​3​​2​​+​6​​3​​=

​8​​3​​+​2​​1​​=

Zelfstandig aan het werk

Maak:

- Boek: opdracht 14 t/m 21
- Studiemeter: breuken optrekken en aftrekken

- Extra werkblad.