12-03 : Chapter 3 : I

TODAY
- Candy test
- Writing & grammar


1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

TODAY
- Candy test
- Writing & grammar


Slide 1 - Diapositive

smakeloos

Slide 2 - Question ouverte

slice

Slide 3 - Question ouverte

korting

Slide 4 - Question ouverte

starving

Slide 5 - Question ouverte

zelfgemaakt

Slide 6 - Question ouverte

Zou ik wat water mogen, alstublieft?

Slide 7 - Question ouverte

Het kost 1.60.

Slide 8 - Question ouverte

I. Writing & Grammar
I can use the demonstrative pronouns correctly.

Slide 9 - Diapositive

1

Slide 10 - Vidéo

00:22
Welke 4 "demonstrative pronouns" heb je gehoord?
timer
0:20

Slide 11 - Question ouverte

Leerdoel:
Deze les ga je leren wat "demonstrative pronouns" zijn
welke "demonstrative pronouns" er zijn en wanneer je ze gebruikt.

Slide 12 - Diapositive

Demonstrative pronouns:
>  aanwijzend voornaamwoord
> je wijst het zelfstandig naamwoord aan
> iets is dichtbij of iets is ver af (deze appels of die appels)

Slide 13 - Diapositive

Demonstrative pronouns:
> this = dichtbij en 1 zelfstandig naamwoord : this apple
> these = dichtbij en meerdere : these apples

> that = ver af en 1 zelfstandig naamwoord : that bag 
> those = ver af en meerdere : those bags 

Slide 14 - Diapositive

Dichtbij
Ver af 
This
these
That
Those

Slide 15 - Question de remorquage

Slide 16 - Diapositive

om dingen ver weg aan te wijzen gebruik je:
A
this / those
B
this / that
C
this / these
D
that/ those

Slide 17 - Quiz

om één ding dichtbij aan te wijzen gebruik je
A
This
B
That
C
These
D
Those

Slide 18 - Quiz


A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 19 - Quiz


A
This
B
That
C
These
D
Those

Slide 20 - Quiz


A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 21 - Quiz


A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 22 - Quiz


A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 23 - Quiz


A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 24 - Quiz

... balloons here are nicer than ... over there.
A
those, these
B
these, those
C
this, that
D
that, this

Slide 25 - Quiz

I like ____ flowers, not these.
A
This
B
These
C
That
D
Those

Slide 26 - Quiz

....... people standing there are talking.
A
those
B
these
C
this
D
that

Slide 27 - Quiz

Look at ....man over there
A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 28 - Quiz

Is ... umbrella over there yours?
A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 29 - Quiz

What's in .......... bottles over there?
A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 30 - Quiz

Slide 31 - Lien