Cette leçon contient 49 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 6 vidéos.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
6.1 Licht en schaduw
Slide 1 - Diapositive
Leerdoelen
Je beschrijft enkele directe lichtbronnen met lichtbundels en je beschrijft indirecte lichtbronnen met diffuse terugkaatsing.
Je beschrijft met een constructietekening dat schaduw ontstaat als licht op een niet-transparant voorwerp valt en dat deze schaduw dezelfde vorm heeft als het voorwerp.
Slide 2 - Diapositive
Lichtbronnen
Slide 3 - Diapositive
Natuurlijke lichtbronnen
Slide 4 - Diapositive
Kunstmatige lichtbronnen
Slide 5 - Diapositive
Licht beweegt in rechte lijnen
Slide 6 - Diapositive
Lichtbundel
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Direct en indirect licht
Directe lichtbron geeft zelf licht
Indirecte lichtbron geeft licht door weerkaatsing (bv de maan)
Zie plaatje:
1: indirect licht via weerkaatsing tegen
plafont
2: direct licht vanuit lichtbron
3: indirect licht via weerkaatsing zonlicht
door spiegel
Slide 10 - Diapositive
DIRECTE lichtbronnen
geven zelf licht
INDIRECTE lichtbronnen
weerkaatsen licht
Alles wat je ziet en
wat NIET ZELF licht geeft
is een indirecte lichtbron
Slide 11 - Diapositive
DIRECTE lichtbronnen
geven zelf licht
INDIRECTE lichtbronnen
weerkaatsen licht
Slide 12 - Diapositive
Voorwerpen die zelf geen licht geven
Slide 13 - Diapositive
Zien
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Schaduw
Een gebied waar niet of nauwelijks licht rechtstreeks opvalt.
Slide 16 - Diapositive
Schaduw
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Vidéo
Schaduw tekenen
Slide 20 - Diapositive
Schaduw tekenen
Slide 21 - Diapositive
Schaduw (kern en half): fout
Slide 22 - Diapositive
Slide 23 - Vidéo
Schaduw tekenen
randstraal
randstraal
Slide 24 - Diapositive
Slide 25 - Diapositive
Slide 26 - Diapositive
Slide 27 - Diapositive
Slide 28 - Diapositive
Wat ga je doen?
Lees paragraaf 6.1
Maak 1 t/m 14 van p. 73
Klaar? Je kan een nakijkboekje vragen
Of? test jezelf maken
timer
25:00
Slide 29 - Diapositive
Slide 30 - Vidéo
Slide 31 - Vidéo
Slide 32 - Vidéo
Slide 33 - Vidéo
www.npostart.nl
Slide 34 - Lien
welke is een natuurlijke lichtbron
A
Lamp
B
Spiegel
C
Stoplicht
D
Bliksem
Slide 35 - Quiz
De schaduw word groter als
A
als de lamp meer licht geeft
B
als je naar de lamp toe loopt.
C
als de lamp dichter bij jou komt te staan.
D
als je van de lamp weg loopt.
Slide 36 - Quiz
Een zonverduistering ontstaat
A
doordat de aarde tussen de zon en de maan staat.
B
doordat het nacht is.
C
doordat het bewolkt is.
D
door dat de maan tussen de aarde en de zon staat.
Slide 37 - Quiz
De schaduw met 2 lampen krijg je
A
een kern schaduw
B
een halfschaduw
C
een grotere schaduw
D
een kern en halfschaduw
Slide 38 - Quiz
web-labosims.org
Slide 39 - Lien
Er zijn natuurlijke en kunstmatige lichtbronnen.
Selecteer de juiste lichtbron in de tweede kolom.
planeet
ogen van een kat
bosbrand
ster
straatlantaarn
televisie
kunstmatige lichtbron
kunstmatige lichtbron
kunstmatige lichtbron
kunstmatigelichtbron
natuurlijke lichtbron
natuurlijke lichtbron
Slide 40 - Question de remorquage
Een voorbeeld van een kunstmatige lichtbron is
A
Kaars
B
Maan
C
Zon
D
Sterren
Slide 41 - Quiz
Van wat voor type weerkaatsing is dit een voorbeeld?
A
Diffuus
B
Spiegel
Slide 42 - Quiz
Een bal is geen lichtbron. Toch zie je de bal. Kruis de juiste bewering aan.
A
Ieder voorwerp zend een klein beetje licht uit. Een deel van dit licht komt in je ogen terecht.
B
Het licht dat op de bal valt, wordt in alle richtingen teruggekaatst. Een deel van dit licht komt in je ogen terecht.
C
Je ogen zenden licht uit. Een deel ervan komt op de bal terecht. en wordt in alle richtingen teruggekaatst. Een deel van dit licht komt in je ogen terecht.
Slide 43 - Quiz
Een voorwerp dat zelf geen licht geeft, kaatst licht diffuus terug. Wat is de betekenis van 'diffuse terugkaatsing'?
A
terugkaatsing in alle richtingen
B
terugkaatsing in één richting
Slide 44 - Quiz
Bekijk de afbeelding. Wat is in deze afbeelding met rode pijlen getekend?
A
de buitenste lichtstralen die een lamp uitzendt
B
de eerste lichtstralen die worden tegengehouden door de auto
C
de lichtstralen die net niet worden tegengehouden door de auto
D
het gebied
Slide 45 - Quiz
Je moet een werkblad verlichten waarop allerlei soorten gereedschap gebruikt worden. Welke verlichting is daarvoor het meest geschikt?