Je kunt de verschillende energiebronnen benoemen en hiervan voor- en nadelen opnoemen.
Je kunt in eigen woorden uitleggen wat ‘groene’ en ‘grijze’ stroom betekent.
Je kunt uitleggen wat het broeikaseffect en versterkt broeikaseffect is, hoe ze worden veroorzaakt en wat de gevolgen zijn.
Je beschrijft welke impact jij als consument hebt op de voedselindustrie en het waterverbruik en beschrijft hoe je dit kan verduurzamen.
Je kunt uitleggen wat een ecosysteem is.
Je kunt het begrip biodiversiteit uitleggen en vertellen waarom het belangrijk is om deze zo groot mogelijk te houden en zelf kan vergroten.
Je benoemt innovaties om een tuin te verduurzamen.
Beschrijf het beste alternatief voor gewasbescherming, ten opzichte van chemische middelen.