Cette leçon contient 15 diapositives, avec diapositives de texte et 3 vidéos.
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Vidéo
Radioactief
Vandaag hebben we het over radioactiviteit.
Wat is het, hoe ontstaat het en wat kun je ermee?
Slide 3 - Diapositive
Radioactiviteit
Sommige stoffen geven spontaan (zelf) ioniseren de straling af.
Wat is ioniserende straling ook alweer?
Dit is straling die moleculen kapot kan maken.
Deze straling noemen we radioactief.
Slide 4 - Diapositive
Radioactief?
Wat betekent het woord radioactief dan eigenlijk?
Radio betekent zenden, actief weet je wel.
Het woord radioactief betekent dus actief zenden. Iets wat radioactief is zendt zelf straling uit. Zonder hulp.
Slide 5 - Diapositive
Natuurlijk/kunstmatig
Er zijn natuurlijke radioactieve stoffen, deze geven zelf radioactieve straling af.
Er zijn ook stoffen die gemaakt zijn en radioactieve straling afgeven. Deze zijn kunstmatig radioactief.
Slide 6 - Diapositive
Geigerteller
Ioniserende straling kun je met een geigerteller meten.
Hij geeft klikjes als er straling aanwezig is, hij verklikt dus eigenlijk de straling.
Slide 7 - Diapositive
Radioactief verval
Als een kern van een radioactieve stof straling geeft, is hij net in verval geraakt. Dan is de kern van het atoom verander in een andere (niet radioactieve) stof. Dit kunnen alleen radioactieve stoffen en dat kunnen ze maar 1x.
Als ze in verval raken, zenden ze dus straling uit.
Slide 8 - Diapositive
Meten van radioactiviteit
Je meet radioactiviteit dus met een geigerteller.
Maar je meet dit in Bequerel (Bq)
1 Bq is 1 veranderde kern per seconde.
Slide 9 - Diapositive
Halveringstijd
De kernen van een isotoop veranderen steeds door de helft.
Dus een halveringstijd van 100 houd in:
100
50
25
12.5 etc etc etc
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Vidéo
www.edumedia-sciences.com
Slide 12 - Lien
Radioactief afval
Hoe ga je om met radioactief afval?
Het klokhuis zocht het uit:
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Vidéo
Aan de slag
Begin alvast met 8.2, anders heb je dinsdag niet genoeg tijd.