Lezen 3.3

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 1

LEZEN 3.3

PLANNING

WEEK 49: Toets H2 / 3.3 / Fictie

WEEK 50: 3.3 / 3.5 / Fictie

WEEK 51: 3.7 / 3.5 / Fictie

WEEK 52: KERSTVAKANTIE

WEEK 1: KERSTVAKANTIE

WEEK 2: 3.7 / 3.8 / Fictie

WEEK 3: Herhaling / Toets H3

INHOUD TOETS H3: 

- Lezen 3.3

- Woorden 3.5

- Grammatica 3.7

- Spelling 3.8

FICTIE INLEVEREN:

- Week 6

- Mindmap / Collage

Lesdoelen

Aan het einde van de les weet/kan/heb jij:

• De theorie van Lezen 3.3, en kan jij in jouw eigen woorden uitleggen wat deze woorden zijn. 
• Laten zien dat je zelfstandig kan werken. 

Nabespreken

Opdracht 2, 6, 10 en 15.

Herhaling theorie 3.3

Dit doen we met een alinea in een artikel van De Volkskrant. 

................. , dan gaat het er wel wat heftiger aan toe.’

Het neemt niet weg dat de onrust in het centrum van Rotterdam vanavond groeit. In de menigte beginnen groepjes mensen spontaan te rennen, alsof de politie hen op de hielen zit. Jongens zetten hun capuchons op, knopen sjaaltjes en vlaggen over hun mond. ‘Het is gezellig, maar wanneer de ME komt, dan wordt het rwina (straattaal voor chaos, red.)’, zegt een jongen tegen zijn vrienden. Het klinkt alsof hij zich erop verheugt.

1. Welke kenmerken van een alinea herkennen wij hier?

2. Wat is de kernzin van deze alinea?

3. Wat is de toelichting bij de alinea? (voorbeeld, uitleg, herhaling)

4. Wat is hier het signaalwoord en wat is de tegenstelling?

Aan de slag!

Wat: Opdracht 4, 5, 7, 8, 9, 11 en 12.

Hoe: In jouw werkboek, met hulp van de blauwe theorievakjes. 

Hulp: Diegene die naast je zit, hou het op fluisterniveau!

Tijd: 20 min. 
Uitkomst: Ingevulde opdrachten die we later gaan nakijken. 

Klaar: Verder met opdracht 13, 14, 16, 17, 18, 19, 20, 21, 22, 23 en 24.

Bespreken 

Opdracht 4, 5, 7, 8, 9, 11 en 12. 

Verder aan de slag!

Wat: Opdracht 4, 5, 7, 8, 9, 11, 12, 13, 14, 16, 17, 18, 19, 20, 21, 22, 23 en 24.

Hoe: In jouw werkboek, met hulp van de blauwe theorievakjes.

Hulp: Diegene die naast je zit, hou het op fluisterniveau!

Tijd: Tot het einde van de les.

Uitkomst: Ingevulde opdrachten.

Klaar: Lezen in jouw fictieboek.

Einde van de les!

Morgen gaan we aan de slag met Woorden 3.5 en Fictie!