Ma 28 november Alineaopbouw kernzinnen en opbouw
1 / 16
La durée de la leçon est: 30 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Vidéo
Slide 5 - Diapositive
Titel
Begin van de alinea
Eind van de alinea
Illustratie
Tabel
Tussenkopjes
Bron
Slide 6 - Question de remorquage
globaal lezen
intensief lezen
zoekend lezen
lerend lezen
kritisch lezen
Je gebruikt trefwoorden.
Je controleert de bron.
Je maakt een samenvatting.
Je wilt de informatie onthouden
Je leest de titel, 1e en laatste alinea en tussenkopjes.
Je vraagt je af wat het doel van de schrijver is.
Aandachtig lezen.
Je wilt de tekst begrijpen.
Je bekijkt de afbeeldingen bij een tekst.
Slide 7 - Question de remorquage
De tekst heeft geen tussenkopjes. In welke volgorde en boven welke alinea passen deze tussenkopjes?
Boven alinea 2
Boven alinea 4
Boven alinea 8
Boven alinea 10
Nieuwe technieken
Farm in Flevoland
Tiny Tims in Haarlem
Last van de wet
Slide 8 - Question de remorquage
Slot
Kern
Inleiding
Hoofdgedachte
Tussenkopjes
Conclusie
Alinea's
Samenvatting
Onderwerp
Slide 9 - Question de remorquage
inleiding
middenstuk
slot
deelonderwerpen
anekdote
samenvatting
tussenkopjes
advies
aanleiding
wens
vraag stellen
meerdere alinea's
Slide 10 - Question de remorquage
Dit moet in een tekst:
Dit mag in een tekst:
Tussenkopjes
Titel
Alinea's
Dikgedrukte woorden
Plaatjes
Witregels
Slide 11 - Question de remorquage
Een alineaopbouw bestaat uit:
A
inleiding - slot
B
kernzin - toelichting
C
tussenkopje - kernzin
D
hoofdzaken - bijzaken
Slide 12 - Quiz
Wat is de hoofdgedachte van deze tekst?
Wat is een hoofdgedachte?
Wat is een hoofdgedachte?
A
gedachte uit je hoofd
B
samenvatting van een tekst in één zin
C
samenvatting van een tekst
D
één zin in de tekst
Slide 13 - Quiz
Wat is de hoofdgedachte?
Hoofdgedachte ?
A
Man vindt vogelspin in fruit, dit is vrij uniek.
B
Arnhemmer Bart van den Akker houdt van druiven.
C
Albert Heijn vindt de vondst van een vogelspin uitzonderlijk.
D
De vrouw van Bart van den Akker koopt druiven.
Slide 14 - Quiz
Een hoofdgedachte is
A
het onderwerp
B
de titel
C
het belangrijkste in 1 zin
