2.2 Outback van Australie

Landschappen


2.2 de outback van Australie
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Landschappen


2.2 de outback van Australie

Slide 1 - Diapositive

Waar?
Australie
Zuidelijk halfrond
Grote woestijnen
De outback

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
1. Waar liggen droge gebieden op aarde en waarom daar?
2. Waardoor heeft Australie een ongelijke bevolkingsspreiding
3. Wat zijn de gevolgen van ongelijke neerslag voor de bodem en het landschap?

Slide 3 - Diapositive

Australie
  • 185 keer groter dan Nederland.
  • 25 miljoen mensen.
  • De bevolkingsdichtheid is laag: ruim 3 inwoners per km2.
  • Grote verschillen in de bevolkingsspreiding. 

Australische bevolking is heel ongelijk verdeeld over het land.

● Meeste inwoners wonen in het kustgebied, 
  • Vooral in het oosten en zuidoosten.
  • Negen van de tien grootste steden van Australië.
  • 85% van de bevolking woont minder dan 50 km uit de kust.
  • Het binnenland is leeg en bijna onbewoond.

Slide 4 - Diapositive


Outback
De ongelijke verdeling van de bevolking over het land heeft te maken met de neerslag.


● Kustgebied voldoende neerslag voor plantengroei.
Ingericht landschap -> akkers, weilanden en bossen. 

  • Binnenland is veel droger -> afnemende begroeiing.
Natuurlandschap -> grassen, lage struiken en verspreide bomen. Staat bekend als de outback (wildernis).

● In de outback zijn er grote veebedrijven in het overgangsgebied van nat naar droog.  Per hectare zijn er maar weinig koeien of schapen.  

Slide 5 - Diapositive

Droogte
Verschillen in neerslag in Australië zijn groot. 

  • Noordelijke en oostelijke kustgebied veel regen,  
1.000 tot 2.000 mm per jaar. 

  • Binnenland vaak minder dan 250 mm neerslag per jaar.
Minder dan 250 mm -> woestijn
Tussen de 250 - 500 mm -> Steppe



  • Noordelijkste deel van Australië ligt in de tropen. 
Warm en vochtig. Regen valt vooral november t/m april. Dat is de regentijd. Tropisch gebied me een natte en een droge tijd -> geen tropische bossen. Landschap bestaat uit lange grassen, afgewisseld met bomen: de savanne.


Slide 6 - Diapositive

Woestijnen
Veel woestijnen liggen net ten noorden en ten zuiden van de tropen. 

In die gebieden daalt de lucht die in de tropen is opgestegen. Die lucht blijft niet stijgen, maar stroomt op grote hoogte in noordelijke en zuidelijke richting weg. 

Ergens tussen de 20 en 40° N.B. en Z.B. daalt de lucht weer. De dalende lucht wordt warmer, waardoor het droog blijft. Het regent er bijna nooit. Zelfs zo weinig dat er woestijnen zijn ontstaan.




Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Steppe
Droog gebied (aride zone) waar ongeveer 250 tot 500 mm neerslag per jaar valt. Valt onder woestijn klimaten

  • Genoeg regen voor grassen en lage struikjes
  • Begroeiing heeft zich aangepast aan de droogte
  • Gemiddeld valt er per jaar drie of vier maanden regen 
  • Geen bomen

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Savanne
Savanne is een grasland met bomen ten noorden en ten zuiden van de evenaar valt een aantal maanden per jaar geen regen. Valt onder de tropische klimaten.

  • Landschap -> graslanden, groepen bomen en struiken. 
  • Vier tot zes maanden per jaar geen regen. 
  • Savanne in Afrika is onder andere het woongebied van groot wild als leeuwen, giraffen, olifanten en zebra’s.

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive