Ontdek de Verschillende Dieren: Leeuw, Tijger en Pinguïn

Ontdek de Verschillende Dieren: Leeuw, Tijger en Pinguïn

Leerdoel

Aan het einde van de les weet je hoe deze dieren eruit zien, waar ze leven en wat ze eten.

Vertel de studenten wat ze zullen leren en wat ze aan het einde van de les zullen begrijpen.

Wat weet jij al over leeuwen, tijgers en pinguïns?

Leeuw

Leeuwen zijn grote, wilde katten met manen rond hun hoofd. Ze leven in Afrika en jagen op prooien zoals zebra's en antilopen.

Laat foto's van leeuwen zien en vraag de studenten om te beschrijven wat ze zien.

Tijger

Tijgers zijn grote katten met gestreepte vachten. Ze leven in Azië en jagen op prooien zoals herten en wilde zwijnen.

Laat foto's van tijgers zien en vraag de studenten om te beschrijven wat ze zien.

Pinguïn

Pinguïns zijn vogels die niet kunnen vliegen. Ze leven op de Zuidpool en in andere koude gebieden. Ze eten vis en andere zeedieren.

Laat foto's van pinguïns zien en vraag de studenten om te beschrijven wat ze zien.

Verschillen tussen Leeuwen en Tijgers

Leeuwen hebben manen en leven in Afrika, terwijl tijgers gestreepte vachten hebben en leven in Azië. Ze jagen op verschillende prooien.

Vraag de studenten om de verschillen tussen leeuwen en tijgers op te noemen en moedig ze aan om vragen te stellen.

Verschillen tussen Leeuwen/Tijgers en Pinguïns

Leeuwen en tijgers zijn grote katten die jagen op landdieren, terwijl pinguïns vogels zijn die leven op de Zuidpool en in zeeën. Ze eten vis en andere zeedieren.

Vraag de studenten om de verschillen tussen landdieren en zeedieren op te noemen en moedig ze aan om vragen te stellen.

Waarom zijn deze dieren belangrijk?

Deze dieren zijn belangrijk voor hun ecosystemen en helpen om de balans te behouden. Ze zijn ook belangrijk cultureel en worden vaak afgebeeld in kunst en verhalen.

Stimuleer discussie over waarom het belangrijk is om deze dieren te beschermen en te behouden.

Quiz

Test je kennis! Welk dier heeft manen? Welk dier leeft op de Zuidpool? Welk dier jaagt op zebra's?

Geef studenten de kans om hun kennis te testen en beantwoord hun vragen.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.