Paragraaf 2 - Water in natte gebieden

H3 - paragraaf 2
Water in natte gebieden
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

H3 - paragraaf 2
Water in natte gebieden

Slide 1 - Diapositive

Zet de kringloop in de juiste volgorde
De grote waterkringloop
1.
2.
3.
4.
5.
Verdamping van zeewater
Verplaatsing van wolken
Neerslaan van wolken boven land
Water stroomt via rivieren
Water komt terug in zee

Slide 2 - Question de remorquage

Herhaling vorige les


Slide 3 - Diapositive

Wat werd weergegeven op de vorige dia?

Slide 4 - Question ouverte

Wat is het verschil tussen de lange en de korte waterkringloop?

Slide 5 - Question ouverte

Water stroomt altijd richting ...
A
Rivieren
B
De zee
C
Meren

Slide 6 - Quiz

Soms valt er in een aantal maanden heel veel regen. Hoe heet deze periode?

Slide 7 - Question ouverte

Leerdoelen
Aan het einde van de les kun je:

  • Beschrijven hoe water problemen kan veroorzaken, bij ons, dicht bij huis, en ook in de wereld

Slide 8 - Diapositive

Nuttige neerslag
= neerslag - verdamping

Alles wat overblijft voor de mensen dieren en planten om te gebruiken na verdamping

Slide 9 - Diapositive

Toch kan het mis gaan...

Is de nuttige neerslag dan ook wel eens niet nuttig?

Waar ligt de grens?

Slide 10 - Diapositive

Normaal stroomt water weg via de rivieren. Waar gaat het dan nu mis?
Natuurlijke oorzaken:

  1. Door piekafvoer: grootste hoeveelheid water na een regenperiode of piekafvoer door smeltwater in het voorjaar.

Slide 11 - Diapositive

2. Door stormen/orkanen kunnen er grote hoeveelheden zeewater naar de kust geduwd worden.
Dan stroomt het zeewater via de rivier het land binnen, (landopwaarts).

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

Een ander probleem kan de moesson zijn.
Wat is dit?



Slide 14 - Diapositive

En de mens dan?
Oorzaken door de mens:
  • Het kappen van de bossen 
    vermindert infiltratie.
  • Infiltratie betekent dat de grond het water opneemt.

Slide 15 - Diapositive

Overstromingen door:
kappen van bomen

Daardoor:
stroomt water meteen naar de rivier en
stijgt rivierwater snel.

Slide 16 - Diapositive

Bescherming
Mensen beschermen zich
tegen overstromingen door
* dijken aan te leggen
* huizen op palen te bouwen 
* terpen te bouwen 
of in de hoger gelegen gebieden te gaan wonen

Slide 17 - Diapositive

Is er voldoende water?
Dit wordt gedaan door de waterbalans
Hoeveel water komt er binnen en hoeveel gaat er weer weg. 

  • Bij te weinig drinkwater; fysiek watertekort
  • Als er geen voorzieningen zijn om water uit de grond te halen; Economisch watertekort
  • Het tekort aan water noemen we waterstress

Slide 18 - Diapositive

Uit hoeveel procent bestaat het aardoppervlak uit water?
A
40% water, 60% land
B
50% water, 50% land
C
60% water, 40% land
D
70% water, 30% land

Slide 19 - Quiz

Hoe noemen we de neerslag die beschikbaar is voor gebruik?
A
Stijgingsregen
B
Neerslagverdeling
C
Nuttige neerslag
D
Piekafvoer

Slide 20 - Quiz

De hoeveelheid water op aarde verandert
A
Waar
B
Niet waar
C
Soms

Slide 21 - Quiz

Als de piekafvoer hoog is er kans op overstromingen.
A
goed
B
fout
C
alleen in het voorjaar
D
alleen in het najaar

Slide 22 - Quiz

Als regenwater door de bodem sijpelt, heet dat...
A
condensatie
B
infiltratie
C
sedimentatie
D
irrigatie

Slide 23 - Quiz

De waterkringloop wordt aangedreven door ...
A
Rivieren
B
Gletsjers
C
Verdamping
D
De zon

Slide 24 - Quiz

Als neerslag infiltreert in de grond hoe heet dit water dan?
A
oppervlaktewater
B
grondwater
C
brak water
D
infiltratiewater

Slide 25 - Quiz

Huiswerk


Maken werkboek 3.2

Slide 26 - Diapositive