7.1 grootheden en eenheden

H7: Grootheden en eenheden
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
ScienceMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

H7: Grootheden en eenheden

Slide 1 - Diapositive

Wat zijn Grootheden?
Een Grootheid is iets wat je kunt meten.
Bijvoorbeeld een Afstand:

Slide 2 - Diapositive

Welke Grootheden ken je al?

Slide 3 - Carte mentale

Voorbeelden van Grootheden:

Slide 4 - Diapositive

Wat zijn eenheden?
Een eenheid staat altijd achter het getal en hoort bij een bepaalde grootheid.

Bijvoorbeeld:
De Afstand van Luttenberg naar Raalte is   8,9  Kilometer.
(hier is   "kilometer"  de eenheid)

Slide 5 - Diapositive

Welke eenheden ken je al?

Slide 6 - Carte mentale

Voorbeelden van eenheden:

Slide 7 - Diapositive

Symbolen
Om bij het maken van berekeningen niet telkens de namen van grootheden en eenheden volledig op te hoeven schrijven worden deze verkort genteerd met symbolen.

Voorbeeld: In plaats van: De temperatuur is 21 graden Celcius
 
                                                                        T =  21  ̊ C

Slide 8 - Diapositive

Welke symbolen ken je?

Slide 9 - Carte mentale

Tabel Grootheden en Eenheden

Slide 10 - Diapositive

Kracht is een
A
Grootheid
B
Eenheid

Slide 11 - Quiz

Snelheid is een
A
Grootheid
B
Eenheid

Slide 12 - Quiz

Meter is een
A
Grootheid
B
Eenheid

Slide 13 - Quiz

Grootheid
Eenheid
kilogram
T
Massa
centimeter
kubieke meter
Oppervlakte

Slide 14 - Question de remorquage

massa is een
A
Grootheid
B
Eenheid

Slide 15 - Quiz

seconde is een
A
Grootheid
B
Eenheid

Slide 16 - Quiz

Eenheden omrekenen

Slide 17 - Diapositive

Omrekenen van eenheden
1 meter= ...... hm
A
10
B
20
C
100
D
200

Slide 18 - Quiz

Omrekenen van meter naar mm doe je door...
A
X10
B
X1000
C
:10
D
:1000

Slide 19 - Quiz

Omrekenen van eenheden
Hoeveel meter zit er in een hectometer?
A
10
B
20
C
100
D
200

Slide 20 - Quiz

1 dm is ... cm
A
100 cm
B
50 cm
C
10 cm
D
1 cm

Slide 21 - Quiz

Omrekenen: 30 dam is....
A
300.000 mm
B
30.000 mm
C
3 mm
D
300 mm

Slide 22 - Quiz

Huiswerk
7.1
 1,2,4,5,7,9
extra oefenen 6, 3
extra uitdaging 8

Slide 23 - Diapositive