Persoonsvorm

De persoonsvorm
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolBasisschoolPraktijkonderwijsvmboGroep 8Leerjaar 1

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

De persoonsvorm

Slide 1 - Diapositive

Wat is een werkwoord?

Slide 2 - Question ouverte

voorbeelden van een
persoonsvorm (werkwoord)

Slide 3 - Carte mentale

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Maak van de zin een vraagzin:
Ik krijg nieuwe schoenen

Slide 6 - Question ouverte

Slide 7 - Diapositive

Zet de zin in een andere tijd:
Ik moest mijn fietsband plakken

Slide 8 - Question ouverte

De persoonsvorm is ALTIJD een werkwoord.
timer
0:30
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quiz

Er kunnen meerdere persoonsvormen in een zin staan.
timer
0:30
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Diapositive

De meester van groep 8 regelt de eindmusical.
A
De meester
B
groep 8
C
regelt
D
de eindmusical

Slide 12 - Quiz

Ik kijk in het weekend graag naar programma's op tv.
A
ik
B
kijk
C
weekend
D
graag

Slide 13 - Quiz

Loop jij even met mij mee?
A
Loop
B
jij
C
even
D
mee

Slide 14 - Quiz

Waar heb jij die leuke tas gekocht?
A
Waar
B
heb
C
jij
D
gekocht

Slide 15 - Quiz

Ik eet een donut.

Slide 16 - Question ouverte

Zijn linkerschoen is heel vies geworden.

Slide 17 - Question ouverte

Van wie is deze groene jas?

Slide 18 - Question ouverte

Hoe lang duurt deze les?

Slide 19 - Question ouverte

Zij hebben vorige week de wedstrijd tegen Ajax gewonnen.

Slide 20 - Question ouverte

Hoe kun je de persoonsvorm in een zin vinden? (2 manieren)

Slide 21 - Question ouverte

aan de slag..
  • maken: blz. 185 t/m 186
  • Klaar? Werkblad


Slide 22 - Diapositive

Nakijken 
Bladzijde 181 t/m 184 

Pak een andere kleur pen erbij! 

Slide 23 - Diapositive

Het onderwerp

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Ik eet een donut.

Slide 27 - Question ouverte

Zijn linkerschoen is heel vies geworden.

Slide 28 - Question ouverte

Zij hebben vorige week de wedstrijd tegen Ajax gewonnen.

Slide 29 - Question ouverte

Hoe kun je het onderwerp in een zin vinden?

Slide 30 - Question ouverte

aan de slag..
  • ga naar blz. 181 in je boek (uitleg)
  • maken: blz. 182 t/m 184

Slide 31 - Diapositive