Crack the code H3c einde schooljaar

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 1

H3c einde schooljaar 

Om de code te kunnen kraken moet je 3 verschillende soorten opdrachten doen:

1. Atlasopdrachten A1 t/m A5 (apart blaadje)
   
2. Rekenopdrachten B1 t/m B6 (apart blaadje)
   
3. Vragen over drie leerjaren aardrijkskunde. (deze LessonUp).
   

Schrijf de antwoorden op je antwoordenvel. Los de sommen op en kom tot de code.

Je krijgt nu 20 meerkeuze vragen over drie schooljaren aardrijkskunde. Je mag je lesboek en aantekeningen gebruiken om de vragen te beantwoorden.

Schrijf de antwoorden op je antwoordvel.

A = 1

B = 2

C = 3

D = 4

C1. Nederlandse gemeenten verwachten dat ze in de toekomst meer voorzieningen op het gebied van de gezondheidszorg nodig hebben.Waarom?

1. 1. De ontgroening neemt toe.
2. 2. De ontgroening neemt af.
3. 3. De vergrijzing neemt af.
4. 4.De vergrijzing neemt toe.

C2. Mevrouw Ledoux verhuist van Landgraaf naar Amsterdam. Dit noemen we ....

1. Binnenlandse migratie
2. Immigratie
3. Buitenlandse migratie
4. Emigratie

C3. In welk antwoord staan de klimaten in de juiste volgorde van hoge breedte naar lage breedte?

1. 1. tropisch regenwoudklimaat - woestijnklimaat - savanneklimaat
2. 2. toendraklimaat - savanneklimaat - steppeklimaat
3. 3. poolklimaat - steppeklimaat - toendraklimaat
4. 4. gematigd zeeklimaat - steppeklimaat - savanneklimaat

C4. Wat bedoelen we met het klimaat in Turkije?

1. 1. Het weer zoals dat elke dag in Turkije voorkomt, wat betreft temperatuur, neerslag en wind.
2. 2. Het gemiddelde weer in Turkije over een lange periode.
3. 3. De gemiddelde temperatuur in Turkije over een langere tijd.
4. 4. De gemiddelde toestand van de lucht op een bepaalde plaats en tijd in Turkije.

C5. Wat is juist?

1. 1. Een zeeklimaat is in de zomer kouder en in de winter warmer dan een landklimaat.
2. 2. Een zeeklimaat is in de zomer warmer en in de winter kouder dan een landklimaat.
3. 3. Een zeeklimaat is in de zomer en in de winter warmer dan een landklimaat.
4. 4.Een zeeklimaat is in de zomer en in de winter kouder dan een landklimaat.

C6. Een aardbeving met een kracht van 4 op de schaal van Richter is ....... keer zwaarder dan een aardbeving van 2 op de schaal van Richter.

1. 20
2. 2
3. 100
4. 10

C7. Orkanen ontstaan in ...

1. 1. poolgebieden.
2. 2. berggebieden.
3. 3. tropische gebieden.
4. 4.woestijngebieden.

C8. Bij de mid-oceanische rug bewegen twee platen ......

1. 1. naar elkaar toe
2. 2. uit elkaar
3. 3. langs elkaar

C9. Beoordeel de volgende stellingen. Welk antwoord is juist?
I De hoogte van het analfabetisme zegt iets over het
welzijn in een land.
II Het percentage mensen dat in de landbouw werkt, zegt
iets over de welvaart in een land.

1. 1. Alleen I is juist.
2. 2. Alleen II is juist.
3. 3. Beide zijn onjuist.
4. 4.Beide zijn juist.

C10. Nederland is aantrekkelijk voor buitenlandse bedrijven om er een vestiging op te zetten. Welke vestigingsplaatsfactor speelt daarbij geen rol van betekenis?

1. 1. de gunstige ligging aan de rand van het continent
2. 2. de goed opgeleide bevolking met beheersing van meerdere talen
3. 3.Nederland is een vlak land.
4. 4. de lage belasting voor buitenlandse bedrijven in Nederland

C11. Na 1970 is de globalisering sterk toegenomen. Welke reeks van drie ontwikkelingen heeft daar aan bijgedragen?

1. 1. De toename van het aantal mno’s, toename van de regionale ongelijkheid in ontwikkelingslanden en het verdwijnen van handelsbelemmeringen.
2. 2. De verbetering van de verbindingen, het opheffen van handelsbelemmeringen en de opkomst van de semiperiferie.
3. 3. De verbetering van verbindingen, de toename van het aantal mno’s en de groei van de formele sector.
4. 4. De toename van het aantal mno’s, het verdwijnen van handelsbelemmeringen en de verbetering van het transport.

C12. Welke vorm van verwering zie je?

1. 1. Chemische verwering
2. 2. Mechanische verwering

C13. De stenen op de afbeelding zijn rond door ...

1. 1. Erosie
2. 2. Verwering
3. 3. Sedimentatie

C14. Het dal op de afbeelding is ontstaan door ...

1. 1. een gletsjer
2. 2. een rivier

C15. De relatieve afstand kan veranderen.

1. 1. fout
2. 2. goed

C16. Gentrification is een proces waarbij een oude, vervallen stadswijk wordt opgeknapt en daarna bewoond door rijkere burgers.

1. 1. fout
2. 2. goed

C17. Een stad ligt aan een rivier. Je noemt dit de situation van de stad.

1. 1. fout
2. 2. goed

C.18. Bij letter K zien we evaporatie.

1. 1. fout
2. 2. goed

C19. De waterbalans van Nederland laat zien dat de neerslag en de rivieren voor aanvoer van zoet water zorgen. Wat zijn de factoren die zorgen voor het verdwijnen van water uit Nederland?

1. 1. uitstroom van rivieren, nuttige neerslag
2. 2. waterconsumptie, verdamping
3. 3. infiltratie, uitstroom van rivieren.
4. 4. import van virtueel water, verdamping

C20. Wat zal de belangrijkste oorzaak zijn voor de verwachte zeespiegelstijging?

1. 1. het afsmelten van grote hoeveelheden drijfijs
2. 2. het afsmelten van grote hoeveelheden landijs
3. 3. het toenemen van de hoeveelheid water in de kringloop
4. 4. het korter worden van de waterkringloop