Fictie

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Wat gaan we doen?

10 min:  voorkennis ophalen door overhoring met LessonUp

7 min : Filmpje bekijken extra informatie
10 min: nakijken en bespreken van het huiswerk

13 min: zelfstandig werken

5 min: opgeven huiswerk en evalueren, wat weten jullie nu?

Fictie kun je onderverdelen in:

1. Geschreven en getekende verhalen
2. Echte verhalen en verzonnen verhalen
3. Gespeelde, getekende en geschreven verhalen
4. Kort verhaal en roman

In een roman wordt vaak een langere tijd beschreven. Bijvoorbeeld de tachtigjarige oorlog

1. Nee, natuurlijk niet
2. Zoveel pagina's zijn er niet
3. Ja, dit klopt

De personen in een kort verhaal worden uitvoerig beschreven

1. Ja, dit is helemaal goed
2. Soms wel, soms niet
3. Nee, in een kort verhaal worden personen meestal niet uitvoerig beschreven

Een kort verhaal is niet langer dan 30 pagina's. Klopt dit?

1. Ja dit klopt
2. Nee, een kort verhaal is niet langer dan 40 pagina's
3. Soms wel, soms niet
4. Nee, een kort verhaal is ca.80 pagina's

Een computergame met een verhaal behoort ook tot fictie. Is dit waar?

1. Ja hoor
2. Wat een onzin
3. Soms wel, soms niet.

Katniss Everdeen is een bijpersoon in de Hungergames

1. Nee, zij is de hoofdpersoon
2. Ja, dit klopt
3. Nee, want zij speelt alleen in de eerste film

Noem tenminste 2 kenmerken van een gedicht.

Schrijf nu zelf een strofe van 2 regels die past bij het gedicht 'Sportvissen'

Hoeveel strofen zitten in het gedicht Sportvissen?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Hoe noem je de afbeeldingen die je net hebt gezien?

1. Pistoletten
2. Pictures
3. Kleine plaatjes
4. Pictogrammen

Verandert in een stripverhaal het karakter van de stripheld? Bijvoorbeeld Donald Duck, Asterix en Obelix, Suske, Wiske, Jerommeke, Lambik?

1. Ja, het is een hoofdpersoon
2. Nee, de stripheld verandert meestal niet

Pak je boek, dan gaan we het huiswerk bespreken

Aan de slag