V3a H4 inversie en congruentie

Vandaag 
Begrijpen wat Congruentie en inversie is
Herkennen van fouten die  hiermee gemaakt worden
Verbeteren van fouten rond congruentie en inversie
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Vandaag 
Begrijpen wat Congruentie en inversie is
Herkennen van fouten die  hiermee gemaakt worden
Verbeteren van fouten rond congruentie en inversie

Slide 1 - Diapositive

Welkom!
Congruentie en inversie. 

congruentie is klopt het onderwerp met de persoonsvorm
Inversie staat de persoonsvorm voor het onderwerp en klopt dat wel?

Slide 2 - Diapositive

Congruentie
 
Persoonsvorm  en Onderwerp = zelfde getal. 

*Ik zijn jarig. 
Ik ben jarig. 
Niet zo moeilijk
Moeilijker:
Die groep bejaarden loopt/lopen altijd erg langzaam?

Slide 3 - Diapositive

Kijk even in je boek, pagina 130
Vijf grote regels. 
Ik kan dat korter, en makkelijker aanbieden. 
Lees eerst die dingen door. 5 minuten. 

Slide 4 - Diapositive

1. Woordgroep met een enkelvoudige kern
Bij woordgroepen met een enkelvoudige kern en een meervoudige nabepaling richt de persoonsvorm zich naar de kern. 

De groep betogers wandelde van het Malieveld naar het Binnenhof. 
1 groep met betogers. 

Slide 5 - Diapositive

2. Verzamelnaam meerdere van  personen
Als het onderwerp een verzamelnaam is die uit meerdere personen bestaat, is de persoonsvorm enkelvoudig. 

De jeugd --> 1 jeugd (maar inhoud is meerdere)
De bemanning --> 1 bemanning (maar 1 bemanning bestaat uit meerdere mannen, en vrouwen;) )

Slide 6 - Diapositive

3. Een van de
In de constructie een van de(1) + meervoudig woord (2)+ die(3) volgt in een bijvoeglijke bijzin een meervoudige persoonsvorm

Een van de(1) Winterswijkers(2) die(3) naar Australië emigreerden, was mijn vader. 

Slide 7 - Diapositive

4. Boeken en films
Bij meervoudige titels van boeken, films enzovoort volgt een enkelvoudige persoonsvorm. 

De Hongerspelen is een bijzondere meeslepende jeugdroman. 
Hongerspelen = mv (spelen). Maar het gaat om 1 boek. 

Slide 8 - Diapositive

5. Rekeneenheid
Na een rekeneenheid volgt een enkelvoudige persoonsvorm 
Rekeneenheid: liter, kilometer, procent, kilo, euro, joule, mol

*Twee liter water zijn heel bijzonder voor iemand die geen toegang heeft tot stromend water
Twee liter water is niet veel voor iemand die geen toegang heeft tot stromend water.

Slide 9 - Diapositive

Ik vind dat leden van motorclubs de toegang ontzegd moet worden
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quiz

Het gros van de Nederlanders zijn volgens de krant blij met het koningshuis.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quiz

Tegenwoordig is op alle dancefeesten allerlei synthetische drugs te koop
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quiz

Onder de eerste boeren die naar Canada vertrokken, was ook mijn neef Jos.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quiz

Inversie
De meeste zinnen: OPA 
Onderwerp - persoonsvorm - ander zinsdeel. 
Ik loop elke dag een rondje om Groenlo. 

Hoeft niet altijd
Bij wedstrijden van het WK  schenken veel cafés alcohol aan minderjarigen. 
ander zinsdeel - persoonsvorm - onderwerp - ander zinsdeel - ander zinsdeel
Dit is dus APO Ander zinsdeel persoonvorm en onderwerp


Slide 14 - Diapositive

Inversie
Inversie betekent omkering
In dit geval omkering van de volgorde van onderwerp en persoonsvorm
Dit hoeft zeker niet fout te zijn maar het kan wel

Slide 15 - Diapositive

Inversie
-De standaardpositie van het onderwerp is na de persoonsvorm (OPA)
Anna maakt haar huiswerk
Dat kan je omdraaien
Tot avonds laat maakt Anna haar huiswerk
Dat is ook goed als er maar een ander zinsdeel voorstaat (APO)



Slide 16 - Diapositive

Foute inversie
Vorige week was hij ziek en zijn we daardoor niet op tijd klaar met de opdracht

Hoe verbeter je dit?

Slide 17 - Diapositive

Dubbelzinige zinnen
Wie heeft Marnix die mooie die mooie verzameling postzegels eigenlijk gegeven? 

Marnix kan hier onderwerp zijn. 
Maar 'wie' kan ook het onderwerp zijn ,en marnix = mv. 
Je hebt context nodig. Dus moeilijk te zeggen of er inversie is. 

Slide 18 - Diapositive

Inversie of niet?

Op zondag maken mijn ouders een rondje in de cabrio.
A
Inversie
B
Geen inversie

Slide 19 - Quiz

Wie heeft Marnix die mooie verzameling postzegels eigenlijk gegeven?
A
inversie
B
geen inversie

Slide 20 - Quiz

De gemeente zegt dat de brandweer vrijwilligers in dienst moet nemen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 21 - Quiz

Uw bestelling is vandaag verzonden en kunt u via de track-and-tracecode uw pakket volgen.
A
Goed
B
Fout

Slide 22 - Quiz

Volgens mij dateert die zilveren schaal uit de rococoperiode en is hij wel dertigduizend euro waard.
A
Goed
B
Fout

Slide 23 - Quiz

In Utrecht bekeken we eerst het Spoorwegmuseum en bezochten we vervolgens Museum Speelklok
A
Goed
B
Fout

Slide 24 - Quiz

In Amsterdam gingen we 's avonds naar een voorstelling en waren we pas laat weer in Meppel.
A
Goed
B
Fout

Slide 25 - Quiz

Maak opdracht 2 en 3
AH4 - grammatica zinsdelen
Opdracht 2 en 3 
10 minuten


Slide 26 - Diapositive