Possessive Pronouns

Welcome to today's English Lesson

With Ms Frijns
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Welcome to today's English Lesson

With Ms Frijns

Slide 1 - Diapositive

By the end of this lesson, you...
...know how and when to use possessive pronouns in a sentence.
...have practiced with the possessive pronouns.
...have worked on your weekly task.

Slide 2 - Diapositive

Table of Contents
  • Grammar explanation: Possessive Pronouns
  • Work by yourselves

Slide 3 - Diapositive

Possessive Pronouns
Vertaling:
Regel:

Drie soorten:
Soort 1: It is my idea.
Soort 2: It is mine.
Soort 3: It is an idea of mine.

Slide 4 - Diapositive

Possessive Pronouns
Vertaling: Bezittelijke voornaamwoorden
Regel: 

Drie soorten:
Soort 1: It is my idea.
Soort 2: It is mine.
Soort 3: It is an idea of mine.

Slide 5 - Diapositive

Possessive Pronouns
Vertaling: Bezittelijke voornaamwoorden
Regel: Je gebruikt bezittelijke voornamen (possessive pronouns) om aan te geven dat iets van iemand is.

Drie soorten:
Soort 1: It is my idea.
Soort 2: It is mine.
Soort 3: It is an idea of mine.

Slide 6 - Diapositive

Soort 1: Met zelfstandig naamwoord

Slide 7 - Diapositive

Soort 1: Met zelfstandig naamwoord
Dit soort bezittelijk voornaamwoord heeft een zelfstandig naamwoord nodig. 

Clair is my friend
That is her dress.
It was their idea

Slide 8 - Diapositive

my
your
his
her
its
our
your
their
mijn
jouw
jullie
onze
haar
hun
zijn/haar
zijn

Slide 9 - Question de remorquage

Soort 1: Met zelfstandig naamwoord
Dit soort bezittelijk voornaamwoord heeft een zelfstandig naamwoord nodig. 

Clair is my friend
That is her dress.
It was their idea

Slide 10 - Diapositive

Soort 2: Alleenstaand

Slide 11 - Diapositive

Soort 2: Alleenstaand
Dit soort bezittelijk voornaamwoord kan alleenstaand in een zin gebruikt worden.

Clair is my friend.  --> Clair is mine.
That is her dress.   --> That is hers.
It was their idea.    --> It was theirs.

Slide 12 - Diapositive

Soort 2: Alleenstaand
Dit soort bezittelijk voornaamwoord kan alleenstaand in een zin gebruikt worden.

Clair is my friend.  --> Clair is mine.
That is her dress.   --> That is hers.
It was their idea.    --> It was theirs.

Slide 13 - Diapositive

Soort 2: Alleenstaand
Dit soort bezittelijk voornaamwoord kan alleenstaand in een zin gebruikt worden.

Clair is my friend.  --> Clair is mine.
That is her dress.   --> That is hers.
It was their idea.    --> It was theirs.
Let op!
we gebruiken 'its' altijd in soort 1

Slide 14 - Diapositive

Soort 3: De combinatie

Slide 15 - Diapositive

Soort 3: De combinatie
Voor dit soort bezittelijk voornaamwoord gebruikt zowel een zelfstandig voornaamwoord als de bezittelijke voornaamwoorden van 'soort 2'.

Clair is my friend.  --> Clair is mine. --> Clair is a friend of mine.
That is her dress.   --> That is hers. --> That is a dress of hers.
It was their idea.    --> It was theirs. --> It was an idea of theirs.

Slide 16 - Diapositive

He is ... friend.
A
mine
B
my

Slide 17 - Quiz

This is a big problem of ...
A
them
B
theirs
C
their

Slide 18 - Quiz

It is ... big problem
A
their
B
theirs
C
them

Slide 19 - Quiz

Who's pencil is this? It's ....
A
mine
B
a pencil of mine
C
my

Slide 20 - Quiz

That is the toy of ...
A
it
B
its
C
-
D
it's

Slide 21 - Quiz

That is ... toy.
A
its
B
it's
C
-
D
it

Slide 22 - Quiz

How do you feel about the possessive pronouns?
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Sondage

Over to you...
Work on your weekly task (you can find this in Classroom)


Remember!
29 September:
Test: Unit 1: Grammar & Vocabulary test 
(weegt 2x mee)

Slide 24 - Diapositive