5. Lezen / woordenschat

1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

LEZEN   H1
Je kunt:
- oriënterend lezen om het onderwerp van een tekst te vinden

Slide 2 - Diapositive

Wanneer lees je een tekst oriënterend?
A
als je alleen de afbeeldingen bekijkt
B
als je iets wilt opzoeken in de tekst
C
als je precies wilt weten wat er in de tekst staat
D
als je snel wilt weten waarover de tekst gaat

Slide 3 - Quiz

Huiswerkcontrole

- Online route is gemaakt


Slide 4 - Diapositive

WOORDENSCHAT   H1
- je weet wat synoniem zijn
- je kunt synoniemen van onbekende woorden vinden

Slide 5 - Diapositive

SYNONIEMEN

Woorden die ongeveer hetzelfde betekenen, noem je synoniemen.


Soms staat er een synoniem van een onbekend woord in de tekst, je kunt de betekenis van het onbekend woord dan raden.

Slide 6 - Diapositive

SYNONIEM - voorbeelden


aanmelden - opgeven

chaos - puinhoop

de arbeid - het werk

verlegen - bedeesd

de expositie - de tentoonstelling

Slide 7 - Diapositive

Wat is een synoniem van:

begrijpen
A
aarzelen
B
gemakkelijk
C
snappen
D
taak

Slide 8 - Quiz

Wat is een synoniem van:

blessure
A
taak
B
gemakkelijk
C
verwonding
D
aarzelen

Slide 9 - Quiz

Wat is een synoniem van:

eenvoudig
A
taak
B
gemakkelijk
C
tamelijk
D
aarzelen

Slide 10 - Quiz

Wat is een synoniem van:

nogal
A
taak
B
nuttigen
C
tamelijk
D
aarzelen

Slide 11 - Quiz

Wat is een synoniem van:

twijfelen
A
taak
B
nuttigen
C
peinzen
D
aarzelen

Slide 12 - Quiz

Wat is het synoniem van kwaad in de zin:
Tim kan erg kwaad worden, maar meestal blijft hij niet lang boos.
_______

Slide 13 - Question ouverte

Wat is het synoniem van noteren in de zin:
Bij die opdracht moet je de uitkomst noteren en ook de berekening opschrijven.
________

Slide 14 - Question ouverte

Wat is het synoniem van entree in de zin:
De entree is aan de voorkant, maar aan de achterkant is ook een ingang.
_________

Slide 15 - Question ouverte

Wat is het synoniem van amper in de zin:
We hebben amper geluisterd, maar je kon Sjors dan ook nauwelijks verstaan.
_______

Slide 16 - Question ouverte

Wat is het synoniem van afrekenen in de zin:
De vorige keer moest Koos afrekenen, wie gaat er vandaag betalen?
__________

Slide 17 - Question ouverte

VANDAAG

Maak online de opdrachten van woordenschat.

timer
20:00

Slide 18 - Diapositive

MORGEN FLEXUUR

- Maak online de opdrachten van woordenschat

- Schrijf de reflectie over woordenschat in je schrift

Slide 19 - Diapositive

WOORDENSCHAT   H1
- je weet wat synoniem zijn
- je kunt synoniemen van onbekende woorden vinden

Slide 20 - Diapositive