2223- Examentraining 3 - oefenen weer en klimaat - Water

2223- Examentraining 3 - 

weer en klimaat - Water
1 / 45
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 45 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 100 min

Éléments de cette leçon

2223- Examentraining 3 - 

weer en klimaat - Water

Slide 1 - Diapositive

Planning:
  • Wat hebben jullie nog nodig?
  • Examenvragen Weer en Klimaat afmaken
  • Tips en oefenen met examenvragen Water
  • Quickscan examenbundel (link!)
  • afmaken examen 2019 tijdvak 1. Antwoorden in Examenkompas zetten.
  • Laatste tips voor het examen
  • Afsluiting !


Slide 2 - Diapositive

In Nederland is beregening goed mogelijk. In Spanje kan men dat beter niet doen.
1. Waarom niet in Spanje en wel in Nederland?
2. Welke vorm van irrigatie moet men in Spanje toepassen?

Slide 3 - Question ouverte

Wat is drainage?

A
Water dat ondergronds loopt
B
Het kunstmatig verlagen van het grondwaterpeil
C
Meten van het grondwaterpeil
D
water dat wordt opgevangen onder de grond

Slide 4 - Quiz

Wat is de juiste volgorde van het ontstaan van het broeikaseffect?
A
1-2-3
B
1-3-2
C
2-1-3
D
2-3-1

Slide 5 - Quiz

Bij de veehouderij komen veel broeikasgassen vrij. Dit is vooral het krachtige broeikasgas … 1 … (CO2 / methaan). Door minder vlees te consumeren wordt de ecologische voetafdruk … 2 … (groter / kleiner). Door de klimaatverandering kan in bepaalde gebieden bos gaan verdwijnen. Bossen slaan grote hoeveelheden CO2 op. Als er minder bossen zijn dan kan er minder CO2 worden opgeslagen.
Door het verdwijnen van het bos zal de klimaatopwarming dan ook … 3 … (afnemen / toenemen).

Slide 6 - Question ouverte

Geef twee maatregelen die de overheid van de staat California (in de VS) kan nemen om de oorzaken van het versterkt broeikaseffect terug te dringen.

Slide 7 - Question ouverte

zeespiegelstijging wordt veroorzaakt door
A
het smelten van land- en zeeijs
B
het smelten van landijs en het uitzetten van water
C
het smelten van zee-ijs
D
het uitzetten van water en het toenemen van de hoeveelheid neerslag

Slide 8 - Quiz

Deskundigen verwachten dat het verspreidingsgebied van muggen en andere ziekteverwekkers in de toekomst groter wordt. Geef daarvan een oorzaak.

Slide 9 - Question ouverte

Veel windenergieparken staan op de Great Plains.
Geef een landschapskenmerk van de Great Plains waardoor juist daar veel windenergieparken zijn aangelegd. 

Slide 10 - Diapositive

Welke neerslagvorm komt voor in de Great Plains?
A
Stuwingsneerslag
B
Stijgingsneerslag
C
Frontale neerslag

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Diapositive

Wat wordt verbouwd/ wat voor soort landbouw vind je bij nummer 1?
A
Katoen
B
Mais en soja
C
Zomer- en wintertarwe
D
Zuivelveeteelt

Slide 13 - Quiz

Wat wordt verbouwd/ wat voor soort landbouw vind je bij nummer 3?
A
Katoen
B
Mais en soja
C
Zomer- en wintertarwe
D
Zuivelveeteelt

Slide 14 - Quiz

Ontstaat boven land
Orkaan
Tornado
Ontstaat boven zee
Hazard management goed mogelijk
Hazard management nauwelijks mogelijk
Centraal VS
Zuidoost en oost VS
500 -  1000 km breed
500 -  1500 meter breed
Botsende droge koude en warme (vochtige) lucht 
Zwakt af boven land

Slide 15 - Question de remorquage

Wanneer is het orkaanseizoen in de VS?
A
Het hele jaar door
B
Mei - juli
C
September
D
juni - november

Slide 16 - Quiz

Als een orkaan aan land komt zal deze
A
Versterken
B
het zelfde blijven
C
Afzwakken
D
Direct stoppen

Slide 17 - Quiz

Sally en Daniël bestuderen de gevolgen van orkanen.
Sally zegt: Dat mensen niet evacueren is een voorbeeld van risicoperceptie.

Daniël zegt: “Het belangrijkste doel van hazard management is om de schade na een ramp zo snel mogelijk te herstellen.”

Wat is juist?
A
Alleen de uitspraak van Sally is juist.
B
Alleen de uitspraak van Daniël is juist.
C
Beide uitspraken zijn juist
D
Beide uitspraken zijn onjuist

Slide 18 - Quiz

Een sleepvraag: Waar komen in de VS veel tornado's voor? En waar veel orkanen?
Hier komen veel tornado's voor.
Hier komen veel orkanen voor.

Slide 19 - Question de remorquage

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Vraag 16 | Water
Antwoord
D
Vraag

Slide 23 - Diapositive

Vraag 21 | Water
Antwoord
Vraag

Slide 24 - Diapositive

Vraag 24 | Water
Antwoord
Vraag

Slide 25 - Diapositive

Vraag 25 | Water
Antwoord
A
Vraag

Slide 26 - Diapositive

Vraag 26 | Water
Antwoord
Vraag

Slide 27 - Diapositive

Vraag 29 | Water
Antwoord
Vraag

Slide 28 - Diapositive

Vraag 30 | Water
Antwoord
Vraag

Slide 29 - Diapositive

Tot slot: 
Examen Aardrijkskunde 
Maandag 22 mei 
13:30-15:30

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Aardrijkskunde examentip #1: 
Op het Examen  komen een aantal kernthema’s terug. Verdiep je in deze thema’s en zorg dat je ongeveer weet wat er nu speelt. Google bijvoorbeeld eens op het waterbeheer van China of het Midden-Oosten. Bekijk ook eens of er in de laatste jaren droogte is geweest in Spanje, of welke orkanen er in Amerika zijn geweest. De vragen op het examen zijn soms gericht op actuele problemen.


Slide 33 - Diapositive

Aardrijkskunde examentip #2
Het examen gaat over Nederland, Spanje, China, de Verenigde Staten en het Midden-Oosten. Zoek deze landen eens op via Google maps of in een atlas. Zorg dat je de belangrijkste steden en rivieren kent. Als thema’s voor het Aardrijkskunde examen zich richten op bepaalde gebieden, bestudeer deze dan ook. Er is een grote kans dat je landkaarten zult moeten bestuderen tijdens het Aardrijkskunde examen.

Slide 34 - Diapositive

Aardrijkskunde examentip #3: Zorg dat je de verschillen tussen landen kent
Op het examen worden onderwerpen besproken die op meerdere landen van toepassing zijn. Zorg dat je de verschillen tussen landen kent. Nederland heeft bijvoorbeeld een ander klimaat dan Spanje. Kijk goed welke landen er naast elkaar worden gezet en zorg dat je de verschillen tussen landen kunt uitleggen

Slide 35 - Diapositive

Aardrijkskunde examentip #4: Zorg dat je de weerelementen en klimaten kent


Op het examen moet je de verschillende klimaten kennen. Tropische regenklimaten, zeeklimaten, droge klimaten, landklimaten en sneeuw- en ijsklimaten: je moet ze allemaal kennen. Je moet weten waar ze voorkomen en wat de eigenschappen van deze klimaten zijn. Daarnaast moet je de verschillende weerelementen kennen. De weerelementen zijn temperatuur, neerslag, luchtdruk, wind en bewolking. Deze moet je kunnen herkennen.

Slide 36 - Diapositive

Aardrijkskunde examentip #5: Zorg dat je weet hoe landen met water omgaan
Verschillende landen gaan anders om met water. In Nederland wordt het waterbeheer geregeld door de waterschappen en Rijkswaterstaat. Zorg dat je ook weet hoe er in het Midden-Oosten en in China met water wordt omgegaan. Hiervoor moet je weten welke grote rivieren er in deze landen zijn en wat de eigenschappen zijn van deze rivieren. Denk aan de Jangtsekiang in China. De industrie loost veel afval in deze rivier. Hierdoor is de rivier zwaar vervuild. Dit is weer een probleem voor gebieden die afhankelijk zijn van het drinkwater van deze rivier.

Slide 37 - Diapositive

Aardrijkskunde examentip #6: Zorg dat je weet wat de gevolgen zijn van de bevolkingsontwikkelingen
Op het examen wordt ingegaan op de bevolkingsontwikkeling in Nederland en Duitsland. Dit heeft verschillende gevolgen. Denk aan de gevolgen voor de leeftijdsopbouw, waaronder vergrijzing. Maar denk ook aan de bevolkingsdichtheid en verstedelijking. Ten slotte moet je ook in kunnen gaan op de bevolkingsontwikkelingen in China. Denk hierbij vooral aan de één-kind politiek en het systeem van de hukou.

Slide 38 - Diapositive

Aardrijkskunde examentip #7: Zorg dat je de problemen van Chinese steden kent
China telt meerdere steden met vele miljoenen inwoners. Ook is er sprake van verstedelijking, waarbij bewoners van het platteland naar de stad trekken. Dit zorgt voor overbevolking. Daarnaast is er sprake van luchtvervuiling. De binnensteden van Shanghai of Beijing hangen vaak vol smog. Ten slotte speelt watervervuiling een rol. De industrie dumpt namelijk afval in rivieren, wat weer effect heeft op de kwaliteit van het water.

Slide 39 - Diapositive

Slide 40 - Lien

Tip 1: Leer niet alles in 1x
Herhaling is goud.
Probeer per thema te leren! 
(Gebruik hiervoor de examenbundel (eerst orientatietoets!)

Slide 41 - Diapositive

Tip 2: Wissel lezen en luisteren af
Zie deze link voor filmpjes met extra uitleg over de examenstof:

Slide 42 - Diapositive

Tip 3: Oefen, oefenen, oefenen
Maak een heel oud aardrijkskunde examen.
Maak (nog een keer) vragen in je online werkboek.

Slide 43 - Diapositive

Tips & Tricks voorbereiden voor  het Centraal Eindexamen

Misschien zit DE gouden tip erbij voor jou!

Slide 44 - Diapositive

HEEL VEEL SUCCES!!






19 mei 9:00-11:00 uur

Slide 45 - Diapositive