KJ - Work on unit 4

1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Today
  • Uitleg present perfect
  • Work on Unit 4 - vraag uitleg indien nodig

Lesdoel:
  • Unit 4 einde deze week af
  • Doelen op studiewijzer behaald
timer
5:00

Slide 3 - Diapositive

present perfect vs past simple
Herken jij het verschil?

I worked at a school in Tilburg in 2007.

I have worked in Nijmegen for 13 years.

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

I lived in Nijmegen
I have lived in Nijmegen
Present Perfect
Past Simple

Slide 6 - Question de remorquage

Hoe maak je de present perfect?
  • Have / has + voltooid deelwoord

  • I have lived here for ten years.

  • She has known him since 2011.

Slide 7 - Diapositive

Wanneer gebruik je de present perfect?


  • Om te praten over iets wat in het verleden is begonnen, en nu nog aan de gang is (nog niet afgelopen)

Bob has known John since they were 10.
Mary has worked at the market for 5 years now.
Bill and Kate have been friends since 2011.



Slide 8 - Diapositive

Wanneer gebruikje de present perfect?
  • Om te praten over iets wat in het verleden gebeurd en waar je nu het resultaat van merkt:
Sharon has broken her leg (now she can't walk)
Jim has lost his keys ( now he can't open the door)
Gwen has eaten too much (now she feels sick)






Slide 9 - Diapositive

Wanneer gebruik je de present perfect?
  • Om te praten over ervaringen to  nu toe:
I have never been too America.
Have you ever been to America?
I've never swum with dolphins.
She has never run a marathon.

Slide 10 - Diapositive

Verschil present perfect en past simple
  • Bij de past simple is de actie in het verleden nu afgelopen.
  • Bij de present perfect is de actie nog bezig of is er nog een link met het verleden.

Slide 11 - Diapositive

Verschil present perfect en past simple


Signaal woorden:

Present perfect: already, for, since, how long.
Past simple: last year, yesterday, in 2010, an hour ago.

Slide 12 - Diapositive

I -----------a model helicopter last week.
A
have built
B
built
C
build

Slide 13 - Quiz

Look! I -------- it.
A
finished
B
finish
C
have finished

Slide 14 - Quiz

Lucy lives in London. She -------- there for four years
A
lived
B
has lived
C
lives

Slide 15 - Quiz

Where is Rebecca? She --------- to bed.
A
has gone
B
went
C
goes

Slide 16 - Quiz

Peter ------------- many jokes, since he became a stand up comedian.
A
have told
B
has tell
C
has told

Slide 17 - Quiz

Welkom, routines, Magister, leerdoelen
Wat hebben wij de vorige les gedaan
Waar gaan wij vandaag aan werken
Hoe gaan wij er aan werken
Afsluiter:
Terugblik les, eigen functioneren en doelen
Vooruitblik naar volgende les
Lokaal graag netjes achterlaten bij het verlaten van de ruimte
Afval in de prullenbak
Stoel aanschuiven
Tafel netjes in de rij

Lokaal graag netjes achterlaten bij het verlaten van de ruimte

- Afval in de prullenbak
- Stoel aanschuiven
- Tafel netjes in de rij

Slide 18 - Diapositive