2AM Engels - Introduction: Summertime

1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsSecundair onderwijs

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

How was your
summer?

Slide 2 - Carte mentale

Slide 3 - Diapositive

Opdracht
Ga naar: Teams => 2AM Engels => Opdrachten (links in het menu) => 2AM - Engels - Introduction: Summertime

... en volg de instructies daar.

Slide 4 - Diapositive

Pick one summer vacation/holiday photo from your phone to share with us.

Slide 5 - Question ouverte

Did you go abroad during the summer vacation?
Yes
No

Slide 6 - Sondage

If 'yes' to the previous question:
Where did you go?

Slide 7 - Question ouverte

Do you remember this?

Slide 8 - Diapositive

Which season starts on
21st December?

Slide 9 - Question ouverte

Which season starts on
21st June?

Slide 10 - Question ouverte

Which season starts on
21st September? - opgelet: BRITS

Slide 11 - Question ouverte

Which season starts on
21st September? - opgelet: AMERIKAANS

Slide 12 - Question ouverte

Which season starts on
21st March?

Slide 13 - Question ouverte

Would you rather live where it is always winter or where it is always summer?
winter
summer

Slide 14 - Sondage

hottest months in Europe
coldest months in Europe
July
December
June
August
January
February

Slide 15 - Question de remorquage

Wat is er belangrijk aan de spelling van de maanden van het jaar?
A
Je schrijft ze allemaal met een hoofdletter.
B
Wat in het Nederlands eindigt op -i is nu -y
C
Een tussen-i's wordt géén y!
D
All of the above (allemaal juist)

Slide 16 - Quiz

Text
Text
Match the days of the week in Dutch to the ones in English
dinsdag
zaterdag
woensdag
zondag
donderdag
Thursday
Saturday
Sunday
Tuesday
Wednesday

Slide 17 - Question de remorquage

Wat is er belangrijk aan de spelling van de dagen van de week?
A
Je schrijft ze allemaal met een hoofdletter.
B
Ze eindigen allemaal op -day
C
De spelling lijkt veel op het Nederlands.
D
All of the above (allemaal juist)

Slide 18 - Quiz

Warmest months
Coldest months
December
July
June
August
Februari
Januari

Slide 19 - Question de remorquage

Warmest months
Coldest months
December
July
June
August
Februari
Januari

Slide 20 - Question de remorquage

Warmest months
Coldest months
December
July
June
August
Februari
Januari

Slide 21 - Question de remorquage

Hoe zeg je in het Engels 'vandaag'?

Slide 22 - Question ouverte

Hoe zeg je in het Engels 'morgen'?

Slide 23 - Question ouverte

Hoe zeg je in het Engels 'gisteren'?

Slide 24 - Question ouverte

Hoe zeg je in het Engels 'eergisteren'?

Slide 25 - Question ouverte

Wil je nog meer oefenen?
Gebruik dan de Quizlet studieset 
'Days, months and seasons'

(log eerst in op Quizlet, ga naar mijn klas en dan naar de lijst)

Slide 26 - Diapositive

IN
ON
AT
precise time
days
dates
months
years
centuries
seasons
times of the day
expressions

Slide 27 - Question de remorquage

Warmest months
Coldest months
December
July
June
August
Februari
Januari

Slide 28 - Question de remorquage

Warmest months
Coldest months
December
July
June
August
Februari
Januari

Slide 29 - Question de remorquage